De verwachtingen zijn dan ook hoog voor Stridens Hus (dat zoiets betekent als huis van strijd). En ook nu stelt Taake, zoals altijd, niet teleur. Het is bijzonder knap dat deze band zon herkenbaar geluid weet te creren zonder al te zeer buiten de traditionele genregrenzen te opereren. Voor een groot deel komt dat door de karakteristieke, grimmige strot van Hoest. Maar ook de vlammende, schurende, kille, maar tegelijkertijd soms verrassend melodieuze riffs zijn vaste kenmerken van deze band. Kenmerken waardoor de band ook zo gewaardeerd wordt binnen de blackmetalgemeenschap.
Stridens Hus haalt het net niet bij zijn voorganger, dat wat mij betreft als beste album van Taake de boeken in mag. Het scheelt echter weinig. Ook deze zesde full length bevat namelijk een dikke veertig minuten aan grimmige kwaliteitsblackmetal waar heel veel bands nog wat van kunnen leren. Uitschieters zijn ditmaal het lange Det Fins En Prins, Stank (dat met zijn statige dubbelbass en bij vlagen opduikende, verrassende gang vocals wat rockender aandoet dan de rest) en En Sang Til Sand Om Ildebrann (check die machtige riff waarmee wordt begonnen!). De rest doet er echter nauwelijks voor onder.
Hoewel de black metal van Taake de luisteraar direct bij de kladden grijpt, heeft de muziek altijd meer lagen gehad dan de standaard Scandinavische huis-tuin-en-keukenblackmetal. Daardoor blijkt ook Stridens Hus weer een album te zijn dat bij iedere luisterbeurt meer overtuigt door de kleine details die in de nummers verstopt zitten. Taake levert met Stridens Hus wederom een van de beste blackmetalplaten van het jaar af. Het is wederom een duidelijk bewijs dat rauwe, conservatieve oldschoolblackmetal en professionaliteit en muzikaal vakmanschap geen antagonistische termen zijn.
Tracklist:
1. Gamle Norig
2. Orm
3. Det Fins En Prins
4. Stank
5. En Sang Til Sand Om Ildebrann
6. Kongsgaard Bestaar
7. Vinger