Dan Swanö is een bekende naam vanwege zijn werk als producer, maar zijn voormalige band Edge Of Sanity lijkt minder erkenning te krijgen in recensies. Toen Purgatory Afterglow dertig jaar geleden uitkwam, had de band al drie albums uitgebracht. In datzelfde jaar (1994) ziet het debuut van In Flames het levenslicht en slaat At The Gates een andere richting in met Terminal Spirit Disease. Een jaar later komt The Gallery van Dark Tranquility uit, net als Storm Of The Light's Bane van Dissection. Kortom, de rol van Edge Of Sanity als pionier in de ontwikkeling van melodieuze Zweedse death wordt veelal onderschat.
Edge Of Sanity schakelde aan het begin van zijn carrière over van klassieke Zweedse death naar epische muziekstukken, met Crimson (1996) als magnus opus. Ergens tussen die twee fasen vallen The Spectral Sorrows (1993) en de opvolger Purgatory Afterglow. Laatstgenoemde is de meest intense en brute release in de discografie, maar ook de meest gevarieerde. Toch wordt de plaat altijd overschaduwd door het legendarische album dat volgt. Een mogelijke oorzaak is dat Purgatory Afterglow een beetje onsamenhangend lijkt. Daar gaat een verhaal achter schuil.
Tijdens de opname verscheen de ep Until Eternity Ends. Het was de bedoeling dat er twee ep's zouden volgen, maar die werden samengevoegd en als een volledig studioalbum uitgebracht. Purgatory Afterglow bestaat dus letterlijk uit twee delen. De experimentele invalshoek van Dan Swanö botst met de wensen van de andere bandleden en feitelijk zijn de voorgaande platen compromissen in het creatieve spanningsveld. Het materiaal van Purgatory bestaat uit traditionele death, hoewel de nummers opvallend gevarieerd zijn en de tracks die zijn opgenomen voor Afterglow laten een progressievere kant horen.
Dit album is afwisselender en complexer dan de voorgaande releases. Progressief of niet, de riffs staan altijd centraal bij Edge Of Sanity. De band is niet te betrappen op technische details in de composities, maar bevat wel elementen die destijds niet gebruikelijk waren in death metal. Dat maakte de formatie uniek en dat begint al bij de epische opener Twilight, waarin bijna popachtige zang wordt gecombineerd met brute grunts. Na jaren de plaat niet beluisterd te hebben, moet ik zeggen dat ik het nummer nu minder krachtig vind dan voorheen. Het vocale contrast is inmiddels geen zeldzaamheid meer en de track zou best wat korter mogen zijn.
Het snellere Of Darksome Origin heeft daarentegen na dertig later nog niets van zijn kracht verloren. De omschakeling van gematigde death-'n-roll (Volbeat met grunts) naar razernij in Blood-Colored blijft eveneens sterk en de complexere snelheidsduivel Silent is krachtig en gemeen, maar tegelijkertijd zeer melodieus. De hectische krachtpatser Elegy behoort nog altijd tot de favorieten. Het verpletterende Velvet Dreams heeft door het lagere tempo en de speelduur de neiging een beetje voort te kabbelen. Enter Chaos komt door het hogere tempo wel sterker uit de verf, maar weet het niveau van de eerdere tracks zeker niet te overtreffen. The Sinner And The Sadness slaagt daar beter in, juist omdat het een effectieve mid-tempo stamper is, met als doel iedere religie te verpletteren.
Black Tears, zonder twijfel één van de bekende nummers van de formatie, is op het album de vreemde eend in de bijt. Dan Swanö gebruikt geen enkele doodsgrom en ondanks de punky vibe valt er geen spoortje agressie in te ontdekken. Song Of Sirens is een tweede nummer dat de wenkbrauwen doet fronsen. Niet Dan Swanö brult in de microfoon, maar gitarist Andreas Axelsson (ex-Marduk) schreeuwt als verwarde maniak boven de vreemde mix van thrash, hardcore en industrial uit, bijgestaan door gitarist Sami Nerberg. Destijds vond ik het geweldig en nog steeds tovert de track een grote grijns op mijn gezicht.
De grote verscheidenheid aan ritmes en ideeën houdt de plaat interessant, maar in feite is de basis opvallend eenvoudig. Met drie goede gitaristen in de bezetting is het niet zo vreemd dat de riffs centraal staan. De ritmesectie, bestaande uit bassist Anders Lindberg en drummer Benny Larsson, is bijna onopvallend aanwezig, totdat een nummer net een extra zetje nodig heeft. Alleen dan wordt de complexiteit in het ritme opgevoerd. Het vermogen van Dan Swanö om te schakelen tussen zang en grunts komt vooral op dit album erg goed uit de verf. Bovendien zijn de grunts veel beter dan op de eerdere platen en klinkt het gitaarwerk smeriger en pakkender.
Purgatory Afterglow is zonder twijfel een uniek album. Ik heb de plaat al veel te lang niet gedraaid en al tijdens het afstoffen komt het besef dat Dan Swanö dertig jaar geleden een geweldige vernieuwer was. De goed klinkende, zware productie is zijn handelsmerk geworden. Dit album is lastig in een hokje te plaatsen. Wie op zoek is naar ouderwetse Zweedse death komt bedrogen uit en voor prog-liefhebbers is de plaat waarschijnlijk te rauw en agressief. Dat neemt niet weg dat dit album de voorganger The Spectral Sorrows op alle punten overtreft en nauwelijks onder doet voor Crimson.
Overigens heeft Dan Swanö het album opnieuw gemixt en gemasterd. Deze 30th Anniversary-editie, uitgebracht via Century Media Records, bevat het originele album en de opgepoetste 2024-versie.
Tracklist:
1. Twilight
2. Of Darksome Origin
3. Blood-Colored
4. Silent
5. Black Tears
6. Elegy
7. Velvet Dreams
8. Enter Chaos
9. The Sinner And The Sadness
10. Song Of Sirens