In 2017 verscheen de documentaire Kittie: Origins/Evolutions, iets meer dan twintig jaar nadat Kittie werd opgericht. Tijdens het maken van die docu, waarmee de dames hun verhaal willen vertellen, is de toekomst van de band nog onzeker. Het was dus een goed moment om terug te kijken op hun leven. Enerzijds was er het onverwachte succes, anderzijds was er jaren later de flink afnemende belangstelling en de bezettingswisselingen. Toch is er een revival. Zeker nu er eerder dit jaar een comeback-album is verschenen (Fire), is de interesse in Kittie flink gestegen. Dat betekent ook dat het debuut Spit, dat dit jaar het vijfentwintigjarig jubileum viert, er weer vaker bij gepakt wordt. Een goede reden voor ons om dat ook eens doen en om te kijken hoe het met de nostalgie is.
De zussen Morgan (gitaar en zang) en Mercedes Lander (drums) zijn de drijvende krachten achter Kittie. Ze zijn slechts 12 en 14 jaar als in 1996 de band in de kelder van hun ouderlijk huis opgericht wordt door Mercedes en haar gitaarspelende vriendin Fallon Bowman. Morgan sluit enkele maanden later aan. Zodra ze willen gaan optreden, beseffen ze dat er een bandnaam en bassiste moeten komen. Kittie wordt de bandnaam (vanwege het contrast tussen de schattige naam en het shockeffect als je de muziek voor het eerst hoort) en Tanya Candler sluit aan bij het trio.
In maart ’99 doet het kwartet mee aan Canadian Metal Week en krijgt daar door Jason Wyner van Ng Records een platendeal aangeboden. Twee maanden erna wordt - tussen het huiswerk voor school door - in EMAC Studios in London, Ontario met producer Garth Richardson (Rage Against The Machine, Melvins, L7) het debuutalbum opgenomen. Dat verschijnt in eerste instantie via Ng Records, maar Artemis Records neemt dat label over en een paar maanden later volgt een re-release met heropgenomen partijen. Inmiddels heeft Talena Atfield de bas overgenomen van Candler en zij is dan ook te zien op het aangepaste artwork.
De eerste single is Brackish, een nummer waarmee de band doorbreekt, maar dat in eerste instantie helemaal niet op het album zou belanden. Aanvankelijk klinkt het heel anders en belandt het bijna in de prullenbak. De dames besluiten de track, de eerste die ze ooit schreven, te laten voorzien van beats van DJ Dave (die daarvoor een krat bier krijgt). Pas op het laatste moment komen er zanglijnen en een refrein, die het nummer samen met de beats een Static-X-vibe bezorgen. De upgrade slaat aan, want de single is een succes op de radio. Ook muziekprogramma’s op tv, zoals MTV’s 120 Minutes, tonen de live-clip veelvuldig.
Slipknot, dat net zijn debuutalbum heeft uitgebracht, en nog in kleine zaaltjes speelt maar snel aan populariteit wint dankzij Wait And Bleed en Spit It Out, neemt Kittie mee op tour als support-act en de vijfduizend exemplaren die van Spit zijn gemaakt vliegen als verse broodjes over de toonbank. Terwijl de tieners aan het begin van de zomer in 1999 nog dachten weer naar school te gaan na het maken van het album en wat optredens, is het sneeuwbaleffect al snel een feit en gaan ze niet meer terug naar school. De vier vinden het veel te leuk om op te treden.
Behalve Brackish is er nog een single. Charlotte krijgt veel aandacht op MTV. Waar het kort maar krachtige Brackish puur ruige, agressieve nu-metal is, laat het kwartet in Charlotte ook de alternatieve rock-kant (Silverchair, Deftones) van zich horen met slechts kortstondig extreme vocalen en veel vaker ingetogen, melodieuze zang. Hoewel Spit als een nu-metalplaat bekend staat, klinken de meiden ook aan het begin van het door Candler gezongen Paperdoll alsof ze niet zouden misstaan op Pinkpop naast Tracy Bonham.
Zo wisselt het kwartet tussen ingetogen stukken met cleane zang en passages waarin de tieners lekker los gaan. In het ene nummer pakt dat wat beter uit (Do You Think I’m A Whore?) dan in het andere (Jonny). Soms komt het geheel wat fragmentarisch over en wat spanningsopbouw betreft, is er nog wel winst te boeken. Een uitzondering is de instrumentale outro Immortal. Hoewel de muzikanten op technisch vlak al stappen hebben gemaakt (luister maar eens naar de amateuristische demo uit 1988), zorgen de technische beperkingen, die ook tijdens optredens blijken, voor legitieme kritiek.
Spit komt uit een tijd dat social media nog in de kinderschoenen staan en nu-metal zijn hoogtijdagen beleeft. Kittie komt op het juiste moment. Er is veel aandacht voor de schreeuwende vrouwen die stevige muziek maken, maar ze worden rond de millenniumwisseling niet door iedereen in de muziekindustrie serieus genomen. Destijds zijn sommigen van mening dat vrouwen niets te zoeken hebben in metal. De meiden van Kittie trekken zich daar echter niets van aan en doen wat ze leuk vinden: agressieve muziek maken met een fuck you-attitude. En juist dat primitieve en oprechte aspect van deze plaat is een charme en de succesfactor. Het spreekt een jonge generatie aan en inspireert andere meiden om een instrument op te pakken en een band op te richten. Spit bereikt de goud-status in de Verenigde Staten in oktober 2000 en de plaat is daar enkele jaren later tegen de zevenhonderdduizend keer verkocht. De stevigere opvolger Oracle doet het ook nog goed, maar daarna verliest het grote publiek de interesse in Kittie, dat met Fire (2024) weer in de picture staat.
Tracklist:
1. Spit
2. Charlotte
3. Suck
4. Do You Think I'm A Whore?
5. Brackish
6. Jonny
7. Trippin
8. Raven
9. Get Off (You Can Eat A Dick)
10. Choke
11. Paperdoll
12. Immortal