Aan de top komen is één ding, er blijven een tweede. De Zweedse melodieuze deathmetalformatie Arch Enemy slaagt daar echter al sinds de eeuwwisseling in. Vanaf het in 2001 verschenen, vierde album Wages Of Sin zorgt de toetreding van zangeres annex brulboei Angela Gossow voor een grote toename qua populariteit. Als Gossow de band na het teleurstellende Khaos Legions (2011) verlaat, wordt haar plek met verve overgenomen door Alissa White-Gluz, die dan al heel wat vlieguren heeft gemaakt met de metalcoreband The Agonist. Hoewel de recente werkstukken in muzikaal opzicht niet tot de beste werken van de band behoren, heeft de keuze de groep commercieel gezien zeker geen windeieren gelegd.
Wie Arch Enemy afgelopen jaar in Brabanthallen aan het werk zag, begrijpt wel waarom. We zien een goed geoliede machine aan het werk, die precies weet hoe een vette metalshow er uit moet zien. En gelukkig lijkt het met de muziek ook de goede kant op te gaan. Zo klimt Arch Enemy met voorganger Deceivers (2022) uit de creatieve dip waarin de band zich bevond met matte werkstukken als War Eternal (2014) en Will To Power (2017). En de nieuwe singles, die ook live te horen waren in Den Bosch, klinken alvast veelbelovend. Trekt het vijftal die stijgende lijn door met het nieuwe, dertiende album Blood Dynasty?
Met nieuwe gitarist Joey Concepcion (eerder onder andere actief in Sanctuary en The Absence) als opvolger van Jeff Loomis schiet het gezelschap in ieder geval zeer voortvarend uit de startblokken met het ijzersterke Dream Stealer. Deze eerste single begint weliswaar met een dreigend, gothic-achtig intro, maar ontpopt zich als de gitaren en drums invallen tot een ouderwets beukend uptempo-nummer, dat met verrassend veel ‘drive’ en venijn uit de speakers knalt. Ook het heroïsche Illuminate The Path (met stoere ritmesectie en een zeer verrassend gezongen refrein met epische, cleane zanglijnen) en het vol strakke riffs staande March Of The Miscreants (dat zich ontpopt tot een ijzersterk lijflied voor jong en oud) blijken eersteklas nummers, waarin we een zeer gedreven band aan het werk horen. En hoewel A Million Suns en Don’t Look Down iets onopvallender zijn, blijken het desondanks zeer degelijke, moderne deathmetaltracks.
Naast gedrevenheid is diversiteit een sleutelwoord op Blood Dynasty. De band gaat namelijk gevarieerder dan ooit te werk. En die afwisseling doet de sound van het gezelschap goed. Zo klinkt Paper Tiger als een mengeling tussen stadionrock en klassieke heavy metal, maar dan met verve aan elkaar gebulderd door White-Gluz. Zeer melodieus, maar eveneens bijzonder effectief qua uitvoering. En Vivre Libre is al helemaal een verrassing. Deze in het Frans gezongen hardrockballade blijkt een enorm aanstekelijke hymne, waarin White-Gluz zich van haar sterkste kant laat horen middels geweldige, cleane uithalen en een gevoelig gezongen refrein. Het contrast met het afsluitende Liars & Thieves kan haast niet groter zijn. Want na een kort, melodieus intro rockt dit vuige nummer als de neten. Het lijkt nog het meest op een deathmetaluitvoering van Motörhead, inclusief ronkende basgitaar en een onweerstaanbaar opzwepend tempo.
Hoewel Blood Dynasty veel nieuwe elementen bevat, is het ook onmiskenbaar een Arch Enemy-album. Dat blijkt wel uit de epische refreinen, het rebellie-achtige karakter van de tracks en het strakke gitaarwerk, waarmee de band zich onderscheidt. Dat de Zweden zowel vernieuwend als herkenbaar blijven, is knap. Ook de sound – mede verzorgd door grootmeester Jens Bogren - is sterk. De muziek komt krachtig uit de speakers, maar krijgt iets meer ademruimte dan voorheen. Daardoor klinkt de band zowel hedendaags als organisch. Met een speelduur van net geen drie kwartier houdt Arch Enemy de luisteraar bij de les. De diversiteit, de gepeperde riffs en het hoge tempo maken Blood Dynasty tot een puik werk, waarin verslavingsgevoeligheid op de loer ligt.
Tracklist:
1. Dream Stealer
2. Illuminate The Path
3. March Of The Miscreants
4. A Million Suns
5. Don't Look Down
6. Presage
7. Blood Dynasty
8. Paper Tiger
9. Vivre Libre
10. The Pendulum
11. Liars & Thieves