Er zijn van die bands die zeer uiteenlopende reacties krijgen op hun albums. Beyond God is daar een van. Je kunt er wat mee of niet; er lijkt geen middenweg. De een vindt de atmosferische, symfonische metal in het straatje van Ex Libris, After Forever, The Gathering, Stream Of Passion en Epica te braaf, de ander geniet van de mystieke wereld die de formatie van eigen bodem creert en van de zang van Meryl Foreman. Dat brave is er nu af. Anno 2023 vindt het kwintet dat het anders moet: agressiever, moderner en dynamischer.
The Great Divide toont een groep muzikanten die de daad bij het woord voegt en durft te experimenteren. Een groot verschil met de vorige twee langspelers is dat het hier en daar wat bruter en bombastischer klinkt. Zo zijn er passages met grooves en blastbeats en zijn er meer tremoloriffs. Een ander verschil is dat de ambient keyboardpartijen plaats hebben gemaakt voor orkestraties, waardoor de muziek bij vlagen grootser klinkt.
De implementatie van de veranderingen gaat gepaard met wisselend succes. Soms versterken blastbeats, orkestraties en zang elkaar, zoals aan het begin van Cronos en A Sirens Cry. Op andere momenten drukken de bijdragen elkaar te veel weg en wordt de samenhang tenietgedaan. Dat laatste ligt niet alleen aan de songwriting, maar ook aan de mix. Soms lijken de individuele bijdragen los van elkaar te staan en staan de orkestraties te hard in de mix, maar er zijn ook momenten, zoals het instrumentale deel van Frostbite, waarop de bijdragen elkaar versterken en het basspel goed uit de verf komt.
Ondanks de verschillen met het verleden klinkt het vijftal toch ook vertrouwd. Niet alleen vanwege het atmosferische aspect, maar ook vanwege het herkenbare stemgeluid van zangeres Meryl Foreman. Ze varieert echter wat meer dan in het verleden. Dat blijkt onder meer uit het titelnummer, dat mede vanwege haar bijdragen een van de hoogtepunten is. Op de rustige momenten komt ze het beste voor de dag, zoals in het doomy Coronation (dat een fraaie gitaarsolo bevat) en A Sirens Cry. De extreme vocalen in Frostbite en A Sirens Cry hadden evenwel achterwege gelaten mogen worden of door een brutere variant vervangen mogen worden. Ook de kalme zang in het razende deel van Heartbreaker past helaas niet. Haar zang zou in zijn algemeenheid meer impact hebben als er meer instrumentale passages in de composities waren verwerkt. Nu is het ondanks de variatie toch wel wat veel van het goede. Zo rekt ze veel tonen lang uit en vallen bepaalde keuzes helaas verkeerd uit. Daar staan juist zeer overtuigende momenten tegenover, zoals de prachtige climax van Pierced, het memorabele refrein van Aphantasia en haar bijdragen in The Elder Tree.
Op het wisselvallige The Great Divide is Beyond God vooral zoekende. Overtuigende en minder overtuigende momenten wisselen elkaar veelvuldig af, zoals in Frostbite, Heartbreaker en After Love Ends. De overgangen zijn te groot en de samenhang tussen de verschillende elementen ontbreekt. Ondanks de variatie klinkt het geheel vlak en door de drukke samenkomst van elementen is het soms zelfs een vermoeiende en voortkabbelende aangelegenheid. Dat komt ook vanwege het gemis van uitschieters en memorabele songs. Cronos, het titelnummer en A Sirens Cry zijn de composities die aantonen dat de groep wel degelijk gevarieerd en in balans kan klinken. Ook het rustpunt The Elder Tree is evenwichtig. Het is dus een kwestie van kritisch kijken naar de opbouw van de tracks en de juiste mix, zodat een volgende release als een spreekwoordelijke klok klinkt.
Tracklist:
1. Cronos
2. Frostbite
3. Coronation
4. Heartbreaker
5. The Great Divide
6. A Siren's Cry
7. Pierced
8. The Elder Tree
9. Aphantasia
10. After Love Ends