Holy Hell mocht de avond openen. Deze nieuwe band rond gitarist Joe Stump en ex-Manowar drummer Rhino zet een potje leuke powermetal neer, maar wat hen onderscheidt van de grote meute is dat ze een zangeres hebben. Qua stem heeft ze wat weg van Floor Jansen van After Forever, alleen dan iets nasaler, en toch iets minder goed. In het half uurtje dat de band speelde speelden ze alle nummers van hun debuut EP Apocalypse, plus nog een deuntje of twee. Dat Holy Hell op het label van Manowar-bassist Joey DeMaio zit is duidelijk, want de band kreeg voor een openingsact een verrassend goede lichtshow, inclusief wat vuurwerk, en bij de Andrew Lloyd Webber cover Phantom of the Opera deed Eric Adams ook nog mee, tot grote tevredenheid van de Manowar-fans. Alleen het gepats van gitarist Stump is niet echt op z'n plaats bij een band die slechts de opener is. Maar ondanks dat was het een half uurtje lekkere muziek.
Rhapsody is in Europa toch ook erg populair, maar kan niet in zulke grote zalen spelen als Manowar. Vandaar dat ze een kwartiertje of drie mochten openen bij laatstgenoemde band. Net als Holy Hell had ook Rhapsody een verrassend goede lichtshow (wederom inclusief wat vuurwerk), maar Rhapsody had ook zelfs wat decorstukken op het podium staan. Ja, ook zij hebben grote indruk gemaakt bij DeMaio, zo te zien. Zo'n grote indruk zelfs, dat de band ook uitgebreid een erg saaie bassolo kon doen, gevolgd door een iets minder saaie gitaarsolo, en daarna nog eens een drumsolo. De bekende nummers zoals Dawn Of Victory, Land Of Immortals en Lamento Eroico (met overduidelijke tape die meeliep) kwamen allemaal voorbij, en ook nog wat nieuwer materiaal. Maar je zou denken dat zanger Fabio Lione na bijna tien jaar nu toch wel eens weet hoe je Emerald Sword moet uitspreken. Niet dus... Gelukkig was hij goed bij stem, en was heel de band lekker op dreef. Een gastrolletje voor een blonde dame met tamboerijn leefde het geheel nog wat meer op, en later kwam ze nog eens terug voor wat mysterieus gedans. Na dit sonische geweld (want eerlijk is eerlijk, Rhapsody speelt drie versnellingen hoger dan Manowar) was het publiek zeker warm voor de hoofdact.
"Ten thousand strong are here tonight, with twenty thousand fists up in the air" zingt Eric Adams in Die For Metal. Tienduizend waren het er niet in Dortmund, maar het was toch lekker druk. Niet vol, je kon gelukkig nog normaal lopen. Manowar had van te voren beloofd je naar Walhalla mee te voeren tijdens de liveshows. De eerste anderhalf uur moest dat dan gebeuren door alleen de muziek en lichtshow. Die stond namelijk in het teken van het oudere werk, waarbij ook wat minder voor de hand liggende songs niet werden geschuwd. Het enige nieuwe nummer tijdens deze anderhalf uur was Die For Metal, wat perfect past tussen de andere meezingers The Gods Made Heavy Metal en Kings Of Metal. Zanger Eric Adams was erg goed bij stem, gitarist Karl Logan was zichtbaar aan het genieten, en bassist Joey DeMaio nam de ene stoere pose na de andere aan. Het vette geluid en de gave lichtshow maakten het een compleet heavy metal feest.
Maar naast de muziek en de lichtshow was er tussendoor ook nog wat entertainment, zoals de bass solo van DeMaio, met ondermeer het bekende stukje uit de William Tell overture van Gioacchino Rossini. In tegenstelling tot die bij Rhapsody was deze wel amusant. Ook mocht er een jongen het podium op komen om een aanzoek te doen, maar zowel hij als zijn vriendin snapten niets van wat Joey allemaal zei, of wat eigenlijk de bedoeling was. Iets later, nadat een gouden plaat in ontvangst genomen was, werden twee meiden en een jongen uit het publiek gehaald. Tot ergernis van de duizenden Duitsers bleek de jongen uitgerekend een Nederlander te zijn (er waren er 255 aanwezig, volgens de tellingen), ene Tristan, en hij mocht tijdens The Gods Made Heavy Metal meespelen op een gitaar van Karl Logan. Maar niet nadat hij z'n Slayer shirt had omgeruild voor een Manowar shirt. De dames moesten dienen als inspiratie, maar ze wilden niet topless, wat Joey zichtbaar teleurstelde. Maar ook zonder halfnaakte dames was het erg amusant daar op het podium. En het publiek genoot.
Zoals gezegd, de eerste anderhalf uur stonden in het teken van de oude nummers. Daarna volgde een korte pauze, waarin het decor wat werd omgebouwd. Een soort vikingschip kwam van onder de doeken, en werd het toneel voor wat figuranten. Nu brak de band de nummers van de nieuwe plaat Gods Of War aan, en werd men echt meegenomen naar Walhalla. Veel vuurwerk kwam er ook aan te pas, de voorkant van het podium werd nog even lekker in de fik gezet, en van boven het publiek daalde een soort lichte mist neer. De sfeer was dan ook veranderd van een heavy metal show naar een slagveld, dus in dat opzicht was het zeker geslaagd. En waar je juist nog een lekker snelle meezingen verwacht op het einde van een show, was het hier juist het bombastische van de nieuwe plaat wat voor een climax zorgde. Na meer dan twee uur, waarvan een half uurtje in Walhalla, kon het publiek toch wel tevreden naar huis.
Setlist Manowar:
1. Manowar
2. Call to Arms
3. Gloves of Metal
4. Each Dawn I Die
5. Holy War
6. Secrets of Steel
7. Mountains
8. The Oath
9. The Gods Made Heavy Metal
10. Die for Metal
11. Kings Of Metal
12. Warriors of the World
13. Black Wind, Fire and Steel
Gods Of War set:
14. The Blood Of Odin
15. Sons of Odin
16. Glory Majesty Unity
17. Gods of War
18. Army of the Dead II
19. Odin
20. Hymn Of The Immortal Warriors
outro: The Crown And The Ring
Manowar:
Rhapsody Of Fire:
Holy Hell: