Het album begint nog lekker rustig met het titelnummer maar de riff van het intro gaat naadloos over in een superstrakke furie van blastbeats en gravity blast rolls van drummer Spencer Prewett. Niet alleen de ritmesectie en de gitaristen Toni Morelli en Dean Lamb spelen in de hoogste versnelling, ook zanger Oli Peters doet een gooi naar het Guiness Book Of World Records in de categorie meeste tekst grunten in zo kort mogelijke tijd. Hij gebruikt hierbij de zogenaamde shot-gun techniek die zorgt voor een onnavolgbare spraakwaterval. Dit wordt onder andere gedemonstreerd in Fathom Infinite Depth, het beste nummer van de plaat dat tevens het gehele album goed samenvat. Technische hyperblasts en korte breaks met strakke staccatoriffs worden afgewisseld met melodieuze passages en een jazzloopje om vervolgens weer onmenselijk snel los te gaan.
Zodra het tempo enigszins naar beneden gaat, krijgen we het melodieuze gitaarwerk voorgeschoteld dat door de gortdroge productie goed te horen is. Enkele passages doen daarbij denken aan bands als Death en Gorod. Alle technische kwaliteiten van de bandleden komen goed tot hun recht op de plaat, waaronder de baspartijen van Jaron Evil. Het duivelse en brutale karakter van het vorige album is door het kale geluid bijna geheel verdwenen. Het is een bewuste keuze van de band om de technische kwaliteiten van de bandleden de boventoon te laten voeren maar ik kan me voorstellen dat de fans van brutale technische death metal het als een gemis ervaren dat er niet voor een duistere sound is gekozen. Ondanks het feit dat de techniek overheerst, is er gelukkig geen sprake van overdaad aan gepriegel en shreds. De band vindt een goede balans tussen snelle riffs, technisch spel en melodieuze leads waarbij ook de grunts goed worden gevarieerd.
Waar het debuutalbum een aaneenschakeling van losse ideen bevat, bewijst de band met deze opvolger gegroeid te zijn als songwriters. Dit blijkt direct uit het titelnummer dat op n idee is gebaseerd en vervolgens goed is uitgewerkt. Toch zijn er nog altijd wel veel bijzondere tempowisselingen en stop-start momenten op The Lucid Collective aanwezig die de cohesie verstoren. Het zorgt er voor dat de plaat af en toe wat fragmentarisch klinkt en het meer van momenten moet hebben die memorabel zijn dan van hele nummers. Seven Crowns And The Oblivion Chain en Spontaneous Generation zijn wat dat betreft nummers die het meest overtuigen.
Archspire staat voor superstrakke, razendsnelle, technische death metal met een goede scheut melodie. De getalenteerde band levert ruim een half uur lang een buitengewoon knappe, technische prestatie. De samenhang is echter nog niet over de gehele lengte aanwezig waardoor The Lucid Collective soms als een knoop in het gehoor ligt. Hopelijk kan de band de stijgende lijn qua songwriting doorzetten op het volgende album en daarmee aansluiting vinden bij de gevestigde orde. Daar is het nu nog te vroeg voor. Toch is het een aangename kennismaking voor fans van extreem snelle technische death metal die platen van voorgenoemde bands alsmede Diminishing Between Worlds van Decrepit Birth en Noctambulant van Spawn Of Possession in hun kast hebben staan.
Stay tech!
Tracklist:
1. Lucid Collective Somnambulation
2. Scream Feeding
3. The Plague Of AM
4. Fathom Infinite Depth
5. Join Us Beyond
6. Seven Crowns And The Oblivion Chain
7. Kairos Chamber
8. Spontaneous Generation