Om Sumerian Cry een draak van een album gaat mij te ver, maar veel positieve punten levert dit debuut niet op. De primitieve, donkere en zware death/doom (invloeden van onder andere Paradise Lost, Autopsy, Candlemass, Celtic Frost, Carnage, Nihilist, Grotesque en Samael) gaat grotendeels het ene oor in en het andere uit. Dat komt omdat zowel het technische niveau van de Zweden als de modderige productie van Tomas Skogsberg ondermaats zijn. De drumpartijen zijn niet strak, te simpel, klinken krachteloos en volgen grotendeels slechts de gitaarlijnen (The Malicious Paradise). Het geheel komt daardoor wat monotoon over, ook omdat de riffs wel aardig zijn, maar niet van het niveau van Entombed of Grave, die rond die tijd met hun debuut Zweden op de deathmetalkaart zetten. De solos zijn beslist ondermaats en liggen op de rest, in plaats van dat ze onderdeel uitmaken van het totaal.
Er zijn evenwel lichtpuntjes in de oerchaos. De duistere sfeer bijvoorbeeld, In The Shrines Of The Kingly Dead en de oudere tracks Necrophagous Shadows (combi van rock en doom) en Nocturnal Funeral (death metal met aan het einde sfeerbevorderend gefluister en een akoestische gitaarpartij), die beide al op de Treblinka-demo The Sign Of The Pentagram staan. De combinatie van de doom-lead en -riff halverwege Apotheosis Of Morbidity is overigens zeer fraai en het album sluit af met de sfeervolle doom in Where The Serpents Ever Dwell/Outro: Sumerian Cry, Pt. 2.
Evilized, dat ook op voorgenoemde demo staat, is een vreemde eend in de bijt. Aanvankelijk is het old school death metal en is er nog niets bijzonders te beleven, maar halverwege schakelen de heren plotseling over naar blues, met een xylofoonmelodie. Een kwestie van smaak, maar het laat in ieder geval horen dat de Zweden wilden experimenteren en dat is op latere albums dan ook veelvuldig terug te horen, te beginnen bij The Astral Sleep (1991).
Sumerian Cry is de vergeten plaat tussen al het geweld van Entombed, Carnage (pre-Dismember) en even later Grave, en dat terwijl dit de eerste langspeler is die in de Sunlight Studios met Tomas Skogsberg is opgenomen. Dat het debuut van Tiamat vergeten is, kan ik me desondanks voorstellen. Het bevat enkele momenten die blijven hangen, maar over de hele lengte is het kwalitatief ontoereikend en bij vlagen saai, zelfs voor die tijd. De Zweedse formatie zou na het debuut betere gothic metal en dark rock gaan produceren, zoals ze laten horen op Wildhoney (1994) en A Deeper Kind Of Slumber (1997) en recentelijker Amanthes (2008). Dit debuut mag je gerust negeren.
Tracklist:
1. Sumerian Cry, Pt. 1
2. In The Shrines Of The Kingly Dead
3. The Malicious Paradise
4. Necrophagous Shadows
5. Apothesis Of Morbidity
6. Nocturnal Funeral
7. Altar Flame
8. Evilized
9. Where The Serpents Ever Dwell/Outro: Sumerian Cry, Pt. 2
10. The Sign Of The Pentagram (bonustrack)