Dat zijn het dagboek van eerste stuurman Owen Chase uit 1824, met de titel Narrative Of The Most Extraordinary And Distressing Shipwreck Of The Whale-Ship Essex en In The Heart Of The Sea (2000), het boek van Nathaniel Philbrick, dat verfilmd is en later dit jaar zal verschijnen. Bovendien is het zowel gebaseerd op Owens werk als op het dagboek van zijn scheepsjongen Thomas Nickerson; The Loss Of The Ship "Essex" Sunk By A Whale And The Ordeal Of The Crew In Open Boats, dat in 1984 werd gepubliceerd (nadat het pas drie jaar eerder was gevonden).
De reden dat ik zoveel over de achtergrond vertel, ligt in het feit dat het aan te raden is om je te verdiepen in bovenstaande literatuur, die als fundament geldt voor het concept van het tweede Ahab-album (het derde hoofdstuk in de Nantucket-trilogie, waarvan The Oath (2005) het eerste is). Hierdoor krijg je als luisteraar namelijk een veel beter beeld bij de muziek. De prachtige hoes versterkt dit beeld overigens nog eens. Het toont het beroemde schilderij La Radeau De La Medus van de Franse schilder Thodore Gricault. Een kunstwerk dat een palet aan gevoelens toont, een beweging van stemmingen die tot in detail is weergegeven.
Die emoties matchen perfect met de emotionele muziek. De ontberingen van de bemanning, waaronder ziektes, uitputting en kannibalisme zijn op indrukwekkende wijze verwerkt in avontuurlijke leads en solos, beukende, zware riffs en klaagzang. Ahab slaagt erin wanhoop, ontreddering en uitzichtloosheid te vertalen naar prachtige, uitgesponnen tracks die zowel een catchy element bevatten middels memorabele riffs, leads en zanglijnen als uitdagend zijn middels tempo- en stijlwisselingen.
Met name de melodie waarmee Yet Another Raft Of The Medusa (Pollards Weakness) aanvangt, is van de buitencategorie en zo zijn er meer momenten waar je kippenvel van krijgt en die steeds weer in gedachten opkomen. Bijvoorbeeld de eerste riff van het titelnummer, het einde van Gnawing Bones (Coffins Lot), de cleane zang en verhalende solos in O Father Sea en ga zo maar door. De tracks werken van het ene hoogtepunt naar het ander toe.
Ondanks deze lofzang kan ik me voorstellen dat een aantal liefhebbers van de loodzware, meedogenloze en spokende doomplaat The Call Of The Wretched Sea teleurgesteld zijn op een paar punten. Dat zijn de productie en de koerswijziging. Waar het debuut voorzien was van veel reverb met betrekking tot de drums en distortion op de gitaren (alsof de opnamen zijn gedaan in een grot), is dat minder het geval op de opvolger. Het gevolg is dat het woeste, oceaandiepe en duistere karakter plaats heeft gemaakt voor een drogere en helderdere variant, waar overigens nog steeds voldoende ruimte is voor het emotionele aspect.
Over clean gesproken: een aanzienlijke verandering is dat de cleane vocalen veel terrein hebben gewonnen in vergelijking met het debuut. Ze grenzen zelfs aan plechtige koorzang, zoals te horen is in Redemption Lost. Deze toename van variatie in zangstijl (de grunts zijn ook nog aanwezig) is ook in de muziek terug te horen. Diverse cleane passages gaan over in lompe, dreunende riffs die we kennen van de voorganger, als ware het eb en vloed. De dynamiek is daarmee groter dan op het wrede, diepteverkennende debuut en de tempo- en stijlwisselingen zorgen voor een album dat van begin tot einde blijft boeien, ook al is het aan de lange kant.
The Divinity Of Oceans is een plaat met een indrukwekkend verhaal dat perfect is omgezet in emotionele en melodische doom. Een kunstwerk dat op een fantastische manier memorabele riffs en leads combineert met interessante ritmiek en verhalende vocalen. Wellicht iets te netjes geproduceerd, maar het bevat desalniettemin veel sfeer. Woorden schieten eigenlijk te kort bij dit album, dat tot een van de beste in zijn soort behoort. Derhalve hoort elke doommetalfan deze tweede full-length van Ahab beslist in zijn kast te hebben staan.
Tracklist:
1. Yet Another Raft Of The Medusa (Pollard's Weakness)
2. The Divinity Of Oceans
3. O Father Sea
4. Redemption Lost
5. Tombstone Carousal
6. Gnawing Bones (Coffin's Lot)
7. Nickerson's Theme