Job For A Cowboy is op een of andere manier altijd onder mijn radar gebleven. Misschien ligt het aan de naam, die bepaald niet alledaags is, zeker niet in de metal-wereld. De formatie uit Glensdale, Arizona, heeft nochtans een indrukwekkend cv: alle albums die tot nu toe verschenen kwamen terecht in de Amerikaanse Billboard 200, bepaald geen geringe prestatie. Na het verschijnen van het album Sun Eater in 2014 verdween de band echter van het toneel, opgebrand na meer dan tien jaar lang intensief touren. Vanaf 2019 begon het echter weer te kriebelen en werd er aan nieuwe songs gewerkt. En nu is er dan eindelijk het nieuwe album, Moon Healer.
Een comebackalbum dus. En wat voor n! Het is een boeiend en afwisselend geheel geworden, vol sterke composities, muzikale contrasten, brute riffs en hoekige, maar interessante melodien, vervat in complexe en verrassende arrangementen. Het zijn de onverwachte en soms onnavolgbare wisselingen in tempo en stijl die dit soort metal boeiend maakt, en die zorgen voor dat puntje-van-je-stoel-gevoel waarbij je nooit precies weet welke kant het opgaat, omdat alle instrumenten om elkaar heen draaien tot ze plots weer samenkomen. De band slaagt er wonderwel in om alle complexe riffs en contrasterende melodien tot een vloeiend geheel te weven en te zorgen voor een goede flow die de luisteraar meeneemt van begin tot einde, zonder dat de overgangen ergens wringen.
Snelle, agressieve riffs worden afgewisseld met uiterst ingetogen segmenten, waarbij het geweld bewust in toom gehouden wordt om later weer te worden losgelaten, zoals in Etched In Oblivion. De band is zelfs niet bang om op bepaalde momenten stiltes te laten vallen, om daarna de intensiteit weer langzaam op te bouwen, zoals in Grinding Wheels Of Ophanim. Beide nummers springen er wat mij betreft dan ook bovenuit, ook omdat de muziek en de vocalen van Jonny Davy elkaar hier perfect aanvullen en een extra, emotionele laag weten aan te brengen. En dat is gezien de bruutheid van de muziek een prestatie van formaat.
Muzikaal gezien is het sowieso genieten op Moon Healer. Sessiedrummer Navene Koperweis, die ooit drumde voor Animals As Leaders en in de studio onder meer met Machine Head en Whitechapel werkte, levert excellent werk. Excelleren doet ook het gitaristenduo Al Glassman en Tony Sannicandro, dat behalve naast brute riffs ook voortdurend melodische accenten weet te leggen. Maar het is bassist Nick Schendzielos die de show steelt. Zijn bas, die hoog in de mix ligt, dwarrelt overal doorheen en legt dwarse en soms onverwachte accenten die de diverse muzikale segmenten verbindt.
Om een heel album te vullen met het soort complexe arrangementen dat Job For A Cowboy ons voorschotelt, is alsof je de Niagarawatervallen oversteekt op een elastiek: het vereist opperste concentratie en perfectie van begin tot einde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het soms ook net niet lukt, zoals met The Sun Gave Me Ashes So I Sought Out The Moon, waarin de eenheid wat ontbreekt en de band de emotie minder goed over weet te brengen. Ook in Into The Crystalline Crypts lijkt men soms zoekende naar de rode draad in een overdaad aan ideen, al heeft het nummer een intrigerend slot. Maar eigenlijk is dat spijkers op laag water zoeken, want zelfs op de mindere momenten steekt Job For A Cowboy nog boven het maaiveld uit. Zwakke nummers staan er dan ook niet op het album, dat eindigt met The Agony Seeping Storm en The Forever Rot, twee knallende tracks die boeien van begin tot eind.
Kortom, Moon Healer is tech death op zijn best: complexe muzikale arrangementen vol boeiende ideen en verrassende wendingen, gespeeld door muzikanten die hun instrument perfect beheersen. Het album zal aan het einde van dit jaar ongetwijfeld op menig jaarlijstje terechtkomen. Voor mij is dit album in elk geval tot nu toe absoluut de verrassing van dit jaar.
Tracklist:
1. Beyond The Chemical Doorway
2. Etched In Oblivion
3. Grinding Wheels Of Ophanim
4. The Sun Gave Me Ashes So I Sought Out The Moon
5. Into The Crystalline Crypts
6. A Sorrow-filled Moon
7. The Agony Seeping Storm
8. The Forever Rot