Bij voorbaat mijn excuses voor de flinke lap tekst, maar dit album is bijzonder en uniek als het gaat om symfonische metal van eigen bodem. Prey is de debuutplaat van Haliphron. De boeiende muur van geluid wordt gevormd door het gitaristenduo Ramon Ploeg (Bleeding Gods) en Jeroen Wechelaer (ex-Izegrim), bassist Jessica Otten (Bleeding Gods) en drummer Frank Schilperoort (Dethroned), waardoor toetsenist David Gutierrez Rojas (Bleeding Gods) en gruntster Marloes Voskuil (ex-Izegrim) kunnen schitteren.
De muziek is bombastisch, krachtig, energiek en extreem. Ondanks de flinke dosis toetsen die een prominente rol vervullen op de plaat overheerst het brute karakter. Dat maakt de muziek relatief toegankelijk. Overeenkomsten met de huidige of vorige bands van de muzikanten duiken sporadisch op. De duistere, epische smeltkroes doet meer denken aan het vroege werk van After Forever. Zo nu en dan duiken ook hints op naar Carach Angren en MaYaN. Wat meteen opvalt, is dat alles in dienst staat van het geheel. Prey luistert als een boek met een goed muzikaal verhaal. Dat is meteen de grootste overeenkomst met Carach Angren. Je wordt keer op keer volledig gegrepen en het verveelt geen moment.
Het is geen conceptalbum, maar de teksten bevatten wel een rode draad. In ieder nummer staat jagen centraal. Meestal gaat het over degene die op zoek is naar een volgend slachtoffer (in verschillende vormen), maar tevens is gedacht vanuit het perspectief van de prooi. Zo gaat de titeltrack over een jongere die zelfmoord pleegt en wraak neemt op de pestkoppen. Perfect Existence gaat bijvoorbeeld over een sekteleider die zijn toegewijde volgelingen spiritueel laat voelen dat ze een einde aan hun leven moeten maken. De tekst roept meteen herinneringen op aan de gebeurtenissen rond de sekte Heaven's Gate (1997).
Een goed luisterboek wordt nog indrukwekkender met een goede verteller. Dan ben je bij Marloes Voskuil aan het juiste adres. Haliphron is een extreme metalband en Marloes is geen sopraan, dat mag duidelijk zijn. Haar diepe grunt verraste mij op het laatste album van Izegrim, The Ferryman's End (2018), en de veelzijdigheid van haar stemgeluid wordt volledig ingezet. Van redelijk kalm tot bruut en agressief met haar bekende, katachtige uithalen.
En dan kom ik bij de instrumentatie. Aan de basis van Haliphron staat gitarist Ramon Ploeg en toch valt meteen op dat vooral de toetsen een prominente rol vervullen in het geheel. Sterker nog, met gitaarsolo's is spaarzaam omgegaan. Alles staat in dienst van het geheel en als een pianostuk goed klinkt, dan ga je er niet met gitaren doorheen raggen. En juist dat geeft aan dat over ieder miniem detail op de plaat is nagedacht.
De ruimte die David krijgt in de composities is terecht. Dat wordt meteen duidelijk in de opener The Killing Spree, smaakvol ingeleid door het orkestrale Let The World Burn. De melodie doet in eerste instantie denken aan het vroege werk van After Forever en draait halverwege om naar een schitterend muziekstuk met keyboard, sierlijk pianospel en de klanken van een kerkorgel. Het zou niet misstaan op een album van Carach Angren. Die melodie komt terug in de inleiding van Mother Of All Evil, een stuwende track met een aanstekelijk refrein en een pianostuk dat vooral doet denken aan Madness begin jaren tachtig. Het staccato ritme in Perfect Existence doet weer denken aan After Forever. De ingetogen passage met gefluister, de samples en fraai soleerwerk stuwen het nummer naar een hoger niveau.
Wanhoop en woede zijn voelbaar in de titeltrack, fraai ingeleid door pianospel. Het gedicht Do Not Stand At My Grave And Weep van Mary Elizabeth Frye uit 1932, de inspiratiebron voor de teksten, is fraai omlijst met een duosolo. Naar het einde overheerst de woede met een hectisch karakter en dat houdt aan in Human Inferno. In dit nummer komt Izegrim weer een beetje tot leven met versnellingen, stevige grooves en passages die de tempowisselingen inzetten. De afsluitende growl van Marloes maakt duidelijk dat over ieder detail is nagedacht.
The Resistance is het meest catchy nummer met een ijzersterk refrein, dat een gevoel van verbondenheid geeft. Het hoogtepunt is de bonustrack Schizophrenia. Zowel instrumentaal als vocaal en tekstueel is dit de uitschieter. De oosterse melodielijnen en de songstructuur doen opnieuw denken aan After Forever. De vriendelijke meisjesstem die uitnodigt om samen te gaan spelen, is gewoon huiveringwekkend. Unidentified Mass verraadt de herkomst van de bandnaam. Het is een monster, half mens, half beest, dat je vastgrijpt met zijn tentakels en alles op zijn weg meesleept naar de duisternis diep in de oceaan.
Met Prey wordt meteen een vliegende start gemaakt. Nog voor de plaat is uitgebracht, staat Haliphron al geboekt voor meerdere festivals. Het opzwepende, duistere karakter kenmerkt ieder nummer en alles klopt aan deze plaat. Iedere track blijft meteen hangen en vooral de refreinen kun je direct meezingen. Eenmaal gegrepen door de duistere, moorddadige composities heeft verstoppen geen zin. Haliphron zal je vinden. Ook wanneer je gewoonlijk minder affiniteit hebt met overheersend toetsenspel.
Overigens laten twee ex-leden van de sekte Heaven's Gate het gedachtegoed nog steeds voortbestaan middels de Telah Foundation (The Evolutionary Level Above Human). Dat geeft maar aan dat er nog genoeg aanknopingspunten zijn voor een volgend album. Het zou mooi zijn als voor die plaat de focus meer op de gitaren ligt.
Tracklist:
1. Let The World Burn
2. The Killing Spree
3. Mother Of All Evil
4. Perfect Existence
5. Prey
6. Human Inferno
7. The Resistance
8. Schizophrenia (bonustrack)
9. Unidentified Mass