De afgelopen paar jaar zochten bands en artiesten meer dan ooit het contact met de fans op via internet. Zo kwamen beide in de lange, vrijwel concert- en festivalloze periode via podcasts, streams en livechats toch met elkaar in contact. Ook multi-instrumentalist Tom de Wit organiseerde een livechat, waarin de creatieve progmetalfan samen met de aanwezigen een nummer schreef, en dat binnen drie uur. Over zijn achtste album Fountains deed de Amersfoorter zes maanden, voor hem een snelheidsrecord.
Snel wil niet zeggen dat de collectie progressieve metalsongs afgeraffeld is. Integendeel. Wie Tom kent, weet dat hij een perfectionist is en aan ieder detail werkt. Dat leverde in het verleden wat drukke albums op, maar sinds enkele jaren ademt de muziek meer en dat komt het geheel ten goede. Met Fountains wordt die ontwikkeling doorgetrokken. Ondanks de complexe en gelaagde muziek zit er een prettige flow in het album en raak je niet te snel verzadigd.
Meerdere songs liggen prettig in het gehoor. Dat begint al met het titelnummer, waarin prog metal à la Symphony X, prima zanglijnen, een uitstekende gitaarsolo van Bryan Ramage (een van de vele gastartiesten), een effectief keyboardloopje en bombastische orkestratie elkaar op een prettige manier ontmoeten. In het percussierijke Hope Song I, dat wellicht in de smaak valt bij liefhebbers van The Pineapple Thief, gaat het er een stuk rustiger aan toe. Hierin komt de samenzang van Tom en het achtergrondkoor heel mooi (prachtige canon) naar voren. In Hunter’s Eyes zijn de filmische folkmelodieën en bijdragen op piano mooi verwerkt en in het prima opgebouwde Anthracite zijn het de elektronische elementen. Zo kunnen we nog wel even doorgaan met voorbeelden van de progressie in songwriting.
Wat bijdraagt aan het luisterplezier is de wederom verbeterde technische kant van het geheel. Tom laat horen een betere muzikant en zanger te zijn geworden. Hij weet zich bovendien omringd door een uitstekende ritmesectie, bestaande uit de Annihilator-tandem Rich Gray (bas) en Fabio Alessandrini (drums) en goede gastmuzikanten. Luister bijvoorbeeld eens naar de synthsolo van Vikram Shankar in Another Choice, Another Universe of de gitaarsolo van Lucas de la Rosa in Hope Song II. Bijdragen van eenieder komen door de transparante productie uitstekend tot hun recht, al staat het achtergrondkoor af en toe iets te hard in de mix en kunnen de agressieve passages nog wat meer punch gebruiken.
Dit achtste album wisselt overtuigende en minder memorabele songs af. De eerste categorie wint het gelukkig van de tweede. De beste visitekaartjes zijn inmiddels besproken. Enkele tracks gaan minder opgemerkt voorbij, zoals Inner Enemy. Sommige hebben hun sterke momenten, zoals Hope Song II, waarin eerbiedige, bijna kerkelijke zang en metal prima samengaan. Doorgaans gaat het er heel serieus aan toe. Toch zal het eigenzinnige, grappige Graveyard Boogie voor velen dé favoriet zijn met zijn swingende Diablo Swing Orchestra-vibe inclusief een frivool orgeltje. Als je hier niet vrolijk van wordt, ben je een grote zuurpruim. Een andere opvallende track is Gratitude Song. Daarin worden meer dan zestig fans die de vinyl-versie van het vorige album The Days The Clock Stopped (2020) vooraf hadden besteld, persoonlijk bedankt.
Ondanks de recordtijd waarin het album is geschreven, heb je nergens het idee dat er overhaast is gehandeld. Fountains is namelijk een verzorgde symfonische progmetalplaat, waarop Tom de Wit andermaal laat horen zichzelf te overtreffen, met hulp van prima kompanen. Niet overal zit je op het puntje van je stoel, maar het is wel een album waarop veel gebeurt en waarop de bijdragen elkaar veelvuldig versterken. Derhalve een must have voor de supporters van TDW en een plaat die hem de nodige nieuwe liefhebbers zal opleveren.
Tracklist:
1. Fountains
2. Inner Enemy
3. Hope Song I
4. Gratitude Song
5. Hunter's Eyes
6. Anthracite
7. Another Choice, Another Universe
8. Graveyard Boogie
9. Traveller
10. Hope Song II