De groep rondom Billy Bayou laveert al enige tijd moeiteloos tussen orthodoxe black metal en broeierige woestijnrock, nu eens leunend richting de orthodoxe kant van het spectrum ( Laudate Dominvs, Manifesting The Raging Beast, Sundown (The Flock That Welcomes)), dan weer meer laverend naar warmbloedige rock (Gators Rumble, Chaos Unfurls en deze nieuwe telg). Hoewel de illustere en ietwat tenenkrommende pseudoniemen van de bandleden (Arthur Armadillo, Marco Mangrove, Rodon Rooster en David Deadwood) op zijn minst een vermoeden van zwakzinnigheid tentoonspreiden, is de muziek een stuk doordachter. Het knappe aan Glorior Belli is namelijk dat die ogenschijnlijk onmogelijke smeltkroes van uitersten regelmatig tot een fijn geheel wordt verwerkt.
Na het fellere Sundown voelt The Apostates als een reactie. Het tempo is naar beneden bijgeschroefd, waarbij er meer ruimte ontstaat voor stoffige southernriffs en logge black-n-roll. Vooral op de eerste helft van deze langspeler pakt dat goed uit. Zo behoort het rondom een krachtige, centrale melodielijn opgebouwde, relatief rauwe Deserters Of Eden tot een van de hoogtepunten uit het oeuvre van de Fransen. Een opmerkelijk aspect aan The Apostates is het niveau van het gitaarwerk. Natuurlijk: degenen die Glorior Belli hebben gevolgd, weten dat Bayou een uiterst capabele muzikant is. Maar op deze nieuwe full-length valt pas echt op hoeveel smeuge en zelfs gelikte, melodieuze leads en hooks in de muziek verstopt zitten (Hangin' Crepe en Jerkwater Redemption zijn goede voorbeelden).
The Apostates is vooral een dapper album. Bayou durft meer dan ooit te experimenteren tot ver buiten de geaccepteerde genregrenzen. Een goed voorbeeld is het uitgesponnen titelnummer, waarin Glorior Belli diverser dan ooit te werk gaat. Deze track begint met stemmige, progressieve rockklanken en een vlammende, zelfs gevoelige ouverture op de gitaar, terwijl het vervolg door zijn smerige, bij vlagen wat sludge-achtige invloeden ook wel wat aan het (sterke) recente materiaal van Forgotten Tomb herinnert. De avontuurlijke instelling van de band mag wat mij betreft geprezen worden. Vooral met de laatste tracks (Runaway Charley en Rebel Reveries) stelt Glorior Belli zich kwetsbaar op. Het zijn trage nummers, waarin op overtuigende wijze met cleane en semi-cleane zang wordt gexperimenteerd. Hoewel mijn eerste indruk was dat The Apostates daardoor als een nachtkaars uitging, kruipen beide tracks na verloop van tijd toch onder de huid.
Samenvattend kunnen we concluderen dat deze schijf zeker niet voor iedereen geschikt is. Voor degenen die hoopten dat Glorior Belli na Sundown definitief zou terugkeren naar de meer orthodoxe sound uit de begindagen, zal deze nieuwe plaat weinig te bieden hebben. Degenen die Glorior Belli juist om de experimenteerdrift omarmen, zullen het avontuurlijke karakter van dit album zeker kunnen waarderen. Wat mij betreft verdient deze band respect voor het uitzetten van zijn eigen koers.
Tracklist:
1. Sui Generis
2. Deserters Of Eden
3. The Apostates
4. Bedlam Bedamned
5. Hangin' Crepe
6. Jerkwater Redemption
7. Split Tongues Won't Atone
8. Runaway Charley
9. Rebel Reveries