Dat een zekere Harald Nvdal eigenlijk een net zo grote rol speelde bij Immortal als zijn clowneske kameraad, weten veel fans van het latere werk mogelijk niet. Op zich niet gek, want de man die bekendstaat als Demonaz speelde na Blizzard Beasts niet meer echt mee bij de band. Hij schreef de teksten en dacht hardop mee over de composities, maar vanwege een hardnekkige blessure zat langdurig spelen er niet meer in. De tekstschrijver zal ongetwijfeld wel eens leukere jaren hebben gehad dan de periode na All Shall Fall. Iedereen kon online uitgebreid lezen hoe de heren elkaar als kemphanen de tent uitvochten. Toen boegbeeld Abbath met een ijzersterke plaat voor de dag kwam, moet de moed Demonaz helemaal in de schoenen zijn gezonken.
Die geschiedenis kunnen we wat mij betreft laten voor wat die is. Er is genoeg over gezegd en geschreven. Weinigen verwachtten het, maar er ligt immers gewoon een nieuwe schijf van Immortal in de schappen. Met een gitaarspelende Demonaz. Die dekselse Demonaz wist ondanks alle ellende ergens de energie te vinden om door te gaan. Ondanks ontrouwe fans die met Abbath mee verhuisden en ondanks het constante gezever op fora en sociale media over het recht op de bandnaam. Demonaz en drumdemoon Horgh lijken zich helemaal vol te hebben gezogen met al die negatieve energie en er alles zonder nuance uit te gooien op Northern Chaos Gods.
Dit plaatwerk is dan ook verreweg het donkerste en meest furieuze album sinds Battles In The North. Een kippenvelkraker van jewelste. Een blackmetalparel om in te lijsten. Wat heerlijk dat de superlatieven weer eens ouderwets tekortschieten. Die opener alleen al. Die ragfijne riff die al gauw duivels gezelschap krijgt van een woedend krijsende Demonaz. Waar hij op zijn soloplaat March Of The Norse eerder half-melodieus uit de hoek komt, daar zingt de Noor nu giftiger dan Abbath in jaren klonk. Wat een kwaadaardigheid legt die kerel in zijn stem. Zodoende klinkt Immortal direct een stuk agressiever, al vertoont de stem van Demonaz hier en daar wel wat raakvlakken met die van zijn voormalige collega.
Het knappe is dat Immortal deze bliksemstart de gehele plaat moeiteloos vasthoudt. Het gitaarspel ragt en giert dat het een lieve lust is en Horgh trommelt als een bezeten duivel op zijn drumstel. De agressie en energie zijn zo tomeloos aanwezig dat ik de eerste luisterbeurten met ontzag en een constante grijns heb zitten luisteren. Wat zo fijn is, is dat de band al die woede perfect weet te kanaliseren in pakkende composities die blijven hangen. De heren grijpen daarbij in tekstuele zin regelmatig terug op oude glorie, zoals wel blijkt uit songtitels als Gates To Blashyrkh, Grim And Dark en Mighty Ravendark. Misschien dat de titels op het eerste gezicht wat simpel en inspiratieloos overkomen, maar muzikaal merk je daar niets van. Zeker die laatstgenoemde, vrij episch opgebouwde afsluiter blijkt een ware beul van een song.
Northern Chaos Gods zou wel eens hoog kunnen eindigen in menig jaarlijstje. Deze in acht nummers gevangen winterse furie laat zich keer op keer opnieuw beluisteren, zonder dat de verveling toeslaat. Het is muziek die je bij de strot grijpt en je pas 42 minuten later loslaat. Van die 42 minuten is er niet n overbodig of minder spannend. En ach, misschien als de plaat eenmaal indaalt en we een paar maanden verder zijn, dat de impact wat afneemt, maar het gaat nu even om dit moment. Het moment waarop Immortal het bestaansrecht met rechte rug bewijst en de status als n van de beste blackmetalbands ter wereld doodleuk consolideert. Daar mogen we als fans, journalisten en muzikanten alleen maar heel blij om zijn.
Tracklist:
1. Northern Chaos Gods
2. Into Battle Ride
3. Gates To Blashyrkh
4. Grim And Dark
5. Called To Ice
6. Where Mountains Rise
7. Blacker Of Worlds
8. Mighty Ravendark