Zaterdag
De tweede festivaldag (voor degene die de pre-party heeft bezocht de derde) vindt plaats in Effenaar en is wat drukker bezocht dan de eerste. Het bal begint met de vrolijke deuntjes van Amberian Dawn. De soms aan ABBA refererende songs liggen lekker in het gehoor en zorgen al snel voor een positieve sfeer in de zaal dankzij het goede geluid en de actieve bandleden. Een goede zet van de organisatie om met de Finse band de langste van de festivaldagen te openen. Tot grote tevredenheid van de Finse muzikanten klappen de toeschouwers veelvuldig mee met de dansbare nummers. Ondanks de vrolijke vibe gaat Cherish My Memory trouwens over zelfmoord. Zo zit er wel meer diepgang en kunde achter de schijnbaar zeer toegankelijke songs. Luister maar eens naar het uitstekende soleerwerk van de gitarist en toetsenist. Naast de bekende hits als Magic Forest (het eerste nummer waar Capri de teksten voor schreef) en River Of Tuoni komt ook het aan Benny Andersson (ABBA) opgedragen Maybe aan bod, een voorproefje van wat komen gaat op de nieuwe full-length Darkness Of Eternity, dat op 10 november verschijnt. Het is eigenlijk jammer dat het na River Of Tuoni voorbij is, want de positief stemmende show smaakte naar meer. Een uitstekend begin van de dag!
Het is even wachten totdat de deur naar de kleine zaal opengaat, maar als de poorten zich eenmaal openen, is het hek van de dam. Aeranea opent sterk met het catchy The Fall en Any Other Way. Van het aangekondigde gothic doom is weinig sprake, het is meer een mix van Evanescence en Lacuna Coil. De winnaar van de juryprijs, die recentelijk een ep uitbracht, overtuigt met een goed geregisseerde show waar veel overtuigingskracht vanaf straalt. Heavy riffs, donkere, melodieuze rockzang, een stampende beat en moderne elektronicamelodien mengen zich tot een pakkende en stevige collectie songs. Tot de hoogtepunten in het tweede deel behoren Fear en Silence. Laatstgenoemde wijkt wat af van de rest van de nummers met zijn sfeervolle getokkel. Niet al het materiaal is memorabel, maar voor een band die nog niet zo lang meedraait, is het optreden beslist een compliment waard.
Het Amerikaanse Edge Of Paradise had graag een tour rond het optreden op FemME opgezet, maar dat kwam er helaas niet van. Het blijft dus bij het allereerste optreden in Europa op het festival. Het publiek is wat verdeeld over het opvallende, wat schreeuwerige stemgeluid van Margarita Monet. Ze heeft een groot bereik, maar maakt een paar schoonheidsfoutjes en de vocalen zijn voorzien van behoorlijk wat effecten. De mix van hardrock en metal, met de verrassende Mtley Cre-cover Saints of Los Angeles, het titelnummer van de ep Alive, de mooie ballad Mystery en afsluiter In A Dream als highlights, komt zeer aardig uit de boxen, maar ondanks dat er nieuwe fans zijn gewonnen, mist er iets. De aankondigingen van zeer langharige en glitterende Margarita over dat er more than physical life is en dat de band niet veel merch in het vliegtuig heeft mee kunnen nemen because we look so shady en de energieke presentatie brengen daar geen verandering in.
Een van de meest verzorgde optredens is dat van Beyond God. De groep muzikanten, met de binnenkort vertrekkende gitarist Twan Smolders, maakt een zeer degelijke indruk. Het kwartet, dat een thuiswedstrijd speelt, laat zien qua presentatie een groei te hebben doorgemaakt. Naast verzorgd (met onder andere banners en chique ogende instrumenten) is het optreden energieker dan voorheen. Ferry Guns staat regelmatig op van zijn drumkruk om zich te laten zien en bassist Lukasz en gitarist Twan maken meer dan voorheen contact. De jonge zangeres Meryl Foreman zingt heel zuiver en kruipt in vergelijking met bijvoorbeeld het optreden in Leiden meer uit haar schulp. Wat het optreden een beetje mist, is het element kracht. De atmosferische symfonien la The Gathering vormen de boventoon en daardoor komt de power van de riffs niet goed genoeg door en heeft de muziek de neiging voort te kabbelen. Met het wat snellere Destination Darkness komt daar in positieve zin verandering in. Andere nummers die het goed doen, zijn Memories en Prince Creep. Het geluid is redelijk tot goed, al is het jammer dat een basloopje in Cursed nauwelijks te horen is. Beyond God is vooral een keurige band, die laat horen en zien vooruitgang te boeken. Dat belooft wat voor het aankomende album Dying To Feel Alive, dat alleen vandaag in de pre-order is en waarvan No Other Way als afsluiter aan bod komt, waarin Meryl met haar zang prachtig afsluit.
De show van Theatres Des Vampires, vernoemd naar het bijna gelijknamige theater in het boek van Anne Rice, draait vooral om Sonya Scarlet, de schaars geklede zangeres die eerder als danseres in een club werkte. Dat is aan haar sensuele bewegingen goed af te lezen. De een raakt er opgewonden van als ze handelingen verricht met de microfoonstandaard, de ander haakt af omdat de vampierenmetal verder weinig om het lijf heeft. Sommigen blijven vertwijfeld staan met een blik van dat ze niet weten wat ze van de kreunende gothiczang en mysterieuze, verleidelijke bewegingen en aankondigingen moeten vinden. Voor Delusional Denial komt Sonyas echtgenoot Tiziano Panini (a.k.a. Billy T. Cooper) het podium op om mee te zingen. Dat doet hij verdienstelijk. Andere tracks die het verschil met de rest maken, zijn Resurrection Mary, Wherever You Are, Medousa en Carmilla (Shes sexy, shes probably a lesbian). Sonya gaat nog een keer los en smeert het (nep)bloed over zowel zichzelf als over de andere bandleden. Theatres Des Vampires moet het vooral van de act van Sonya Scarlet hebben en dat levert veel belangstelling voor de signeersessie op.
In navolging op Edge Of Paradise speelt Persona zijn eerste Europese optreden ooit. En hoe? Verrassend sterk. Verrassend is ook dat de bandleden niet kiezen voor folkelementen in hun muziek. Nee, dat is voorspelbaar, dus dat doen we niet. Het is symfonische metal met een wisseling van cleane en extreme zang van Jelena Dobric wat de klok slaat. Het is overigens geen standaard symfonische metal, maar er zitten proggy twists in. Verfrissend en het publiek weet het te waarderen. De bassist en toetsenist moesten noodgedwongen thuisblijven vanwege visaproblemen, maar degenen die op het podium staan, brengen een energieke show, waarbij je alleen het basgeluid mist. Verder niets dan lof voor de Tunesirs en de Servische zangeres. Zo valt het soleerwerk van de gitarist in positieve zin op tijdens Esurience Guilefulness Omnipotence (EGO), klapt het puliek mee tijdens Bte Noire, spat de emotie af van het persoonlijke The Omen Of Downfall en sluit de groep zeer overtuigend af met The Seeress Of Triumph.
Het zou niemand verbazen als zangeres Ji-In Cho van And Then She Came (ontstaan als studioproject van Krypteria) in het dagelijks leven fitnessinstructrice zou zijn. Wat een energie heeft deze dame. Ze danst, springt, headbangt, loopt tijdens Whos Gonna Save You met een honkbalknuppel rond en zingt ondertussen ook nog. De energie slaat al tijdens de opener over op het publiek en Public Enemy #1 doet er nog een schepje bovenop. Stampende beats, poprefreinen, simpele en doeltreffende powerakkoorden en metalriffs die het geheel een metaltouch geven zijn de ingredinten van de succesformule. Elektronica, industrial, pop, Japanse metal en aan Amaranthe herinnerende melodien komen langs. Public Enemy #1, Where Do We Go From Here en Spit It Out zijn vroege hoogtepunten. Halverwege de set zijn de spotlights voor drummer S.C. Kuschenerus voor een meezingdeel van het publiek en ook de solos van gitarist Olli Singer mogen niet onvermeld blijven. Af en toe loopt hij voor wat toetsenwerk of samples naar de zijkant van het podium, net als Ji-In. Het tweede deel van het optreden bevat een serie hoogtepunten: Why So Serious, Find Another Way (dat het wat rustiger aan doet) en Hellfire Halo. Omdat het publiek onbekend is met het songmateriaal, zingt nog niet iedereen op verzoek mee, maar bij velen is And Then She Came (Saw And Conquered) geen onbekende meer na het optreden. You know how to have a good time.
Tussen de arenalectrica van And Then She Came en de pop metal van Delain in speelt Phantom Elite in de kleine zaal zijn eerste optreden ooit. De formatie rond Marina La Torraca, die is ontstaan als HDK-liveband, pakt het anders aan. Compositorisch goed doordacht, met proggy twists, flitsend gitaarwerk en onderscheidend toetsenwerk op keyboard en orgel. Qua presentatie verzorgd, qua muziek en zang soms herinnerend aan After Forever. Het publiek reageert echter niet heel enthousiast, mogelijk ingegeven doordat het grotendeels onbekend is met het songmateriaal dat op het nog te verschijnen debuutalbum staat en de meesten wachten op Delain. Sirens Call en Wasteland zijn de bekende tracks. De vonk wil vandaag nog niet overslaan. Er is wel terecht waardering voor de uitvoering en actieve presentatie.
De publiekstrekker van FemME en hoofdact op zaterdag is Delain. Vanaf het begin van de festivaldag zie je al veel bezoekers rondlopen met een shirt van de headliner. Bij voorbaat heeft Delain dus al gewonnen. Aangezien er binnenkort een tour is met Marco Hietala van Nightwish erbij, staan er vandaag nummers op de setlist die ook tijdens die tour te horen zullen zijn, zoals Sing To Me (met zang van Timo) en Control The Storm. De formatie rond Charlotte Wessels toont zich een geoliede machine en weet al snel het publiek tot meezingen en meeklappen te bewegen. De rookkanonnen doen hun werk tijdens Go Away, een vroeg hoogtepunt op de setlist. Nothing Left wordt voor het eerst in vier jaar weer eens gespeeld. Tijdens Get The Devil Out Of Me en Army Of Dolls staan de vrijwilligsters van de festivalorganisatie mee te dansen en te zingen en dat doen ze daarna nog wel vaker. Iedereen heeft het prima naar zijn zin met de meezingers.
Ook de bandleden vermaken zich, vooral met gekke bekken trekken naar elkaar. Merel zingt nog even mee tijdens Not Enough, terwijl ze op andere momenten veelvuldig het contact met het publiek zoekt, net als Charlotte (Fire With Fire). Crowd participation tijdens Dont Let Go is dan ook geen enkel probleem. Tijdens de opener van de toegift, het gave Mother Machine, ontdoet de frontvrouw zich van haar warme jas. De toegift eindigt tot grote vreugde van de festivalgangers met The Gathering. Delain stelt tevreden met een headlinerwaardige show.
Daarna speelt Revolution Eve nog op de begane grond. Veel bezoekers zijn na Delain al vertrokken, maar die missen een goed optreden van de vijf Duitse dames. Het kwintet rockt erop los met aanstekelijke nummers als Girl With The Candlebox, The Killer, Caught en The Hive. Behalve stevig rocken, komen er ook rustige en melodieuze passages aan bod. De dames hebben het prima naar hun zin en ook de toeschouwers vermaken zich. De gitariste valt nog even om, maar kan de show voortzetten. Dit was beslist een Pretty Knock Out.
Met dank aan Wendy Steenmans voor de foto's.