In dat dorp ontmoet hij zijn maatjes Chad Smith, JJ Marsh en Ed Roth, om er maar een paar te noemen, en laat zich hoorbaar inspireren door Lenny Kravitz, Prince en andere funkgrootheden. Het resultaat is dat de fans van de oude Hughes (in de zin van rockgrootheid) met dit album zeer teleurgesteld zullen zijn. Wie de moeite neemt om het album af te luisteren, kan alleen waardering opbrengen voor het vakmanschap van Glenn en zijn maatjes want wat dat betreft heeft hij zijn zaakjes wel op orde.
Naast al die funky swingende muziek zit er nog een zwoele ballad verstopt, Imperfection maar van rock is er helaas nog niks te bespeuren. Als Never Say Never begint met een zware bassriff heb ik even hoop dat "er" wat aan zat te komen, maar nee, Glenn houdt zich vast aan het funkregime en dat is ergens ook logisch . Af en toe komen er nog wat ouderwetse uithalen (lees: schreeuwen) bovendrijven maar verder herinnert alleen de naam Glenn Hughes aan een legendarisch rockverleden, wat hij met deze schijf definitief achter zich laat.
Je ziet dat de muziekwereld meer kameleons heeft; dat wij het als luisteraar niet leuk vinden dat hij deze kant op gaat is evident, de liefhebbers van funk hebben er een goede artiest bij. Wij schrijven hem als rocker nu af. De waardering die ik aan dit album moet geven komt grotendeels voort uit respect voor de muzikaliteit, maar zeer zeker niet uit het hart van de rockliefhebber. Maar goed dat ik niet naar Zoetermeer ben gegaan om hem aan het werk te zien...
Tracklist:
1. Crave
2. First Underground Nuclear Kitchen
3. Satellite
4. Love Communion
5. We Shall Be Free
6. Imperfection
7. Never Say Never
8. We Go To War
9. Oil And Water
10. Too Late To Save The World
11. Where There's A Will