Ik heb nog even nodig om de afbeelding op de hoes van de nieuwe Unprocessed, ...And Everything In Between, te verwerken, dus laat ik beginnen met de complimenten aan Saros Darkarts, die het ontwerp gemaakt heeft. Een intens beeld dat duidelijk op het netvlies staat en zich in het hoofd nestelt. Dat is gelijk een mooi bruggetje naar het muzikale kunstwerk dat het drietal uit Wiesbaden, Duitsland afgeleverd heeft, want aan intensiteit ontbreekt het geenszins.
Dat begint al met de openingstrack Hell. De heren openen met een aantal ontiegelijk diepe gitaaraanslagen, die met de top van djent en zijn beste producers kunnen wedijveren. Om te weten in welke maatsoort we zitten, hebben we nog wat meer informatie nodig en net als we die lijken te krijgen, worden we op het verkeerde been gezet met onheilspellende, futuristische synthesizerklanken. Uiteindelijk blijkt het een gewone 4/4 te zijn.
Dat past dus uitstekend bij het imago van de progressieve popmetal die de band tot nu toe gekarakteriseerd heeft. Hoewel dat wordt opgedirkt door dikke staccato-djent met vingervlugge wendingen brengen de r&b-vocalen ons in toegankelijkere, radiovriendelijkere sferen. Zo zorgt Unprocessed ervoor dat het geheel behapbaar blijft zonder dat het saai wordt.
En saai wordt het nergens. Regelmatig onderneemt het kwartet namelijk ook uitstapjes naar andere genres. Sterker nog, in dat opzicht laat men zich geen strobreed in de weg leggen. Het ene na het andere experiment wordt succesvol aangewend om interessante songs te schrijven.
Verder heeft men duidelijk duidelijk oog (en oor) voor de Polyphiaanse kruisbestuiving die in 2020 ontstond toen de bands samen door Europa tourden, met de single Real als resultaat. Opvallende knipogen naar die samenwerking zijn terug te horen in bijvoorbeeld Blackbone en Thrash. Althans, het begin van die nummers, want al gauw wordt duidelijk dat men zich met kunde distantieert van de al te poppy composities waar Polyphia beroemd mee geworden is. Toch keren we met track nummer 5 met nadruk terug bij die band, want daarin maken namelijk Tim Henson en Scott Lepage hun opwachting; inderdaad, die van Polyphia dus.
Voor wie nog geen enkel idee heeft in welke hoek of richting er gezocht moet worden, volgt hier het omstreden zogenoemde 'name droppen'. Vrijwel elke song bevat vingervlugge, absurde wendingen zoals we die kennen van Animals As Leaders. Daarnaast zijn de songs met regelmaat voorzien van opgefokte deathcore met bijbehorende drops en breaks zoals we die kennen uit de melodieuzere kant van het genre. Daarnaast zijn de droge, brute Meshuggah-vibes duidelijk herkenbaar. Het zal u waarschijnlijk vervolgens niet verbazen dat Between The Buried And Me (in de jonge jaren) ook met enige regelmaat als associatie opduikelt. Dat wordt dan weer scherp gecontrasteerd met invloeden van Northlane of zelfs Spiritbox. Abysm gooit het vervolgens over een volledig andere boeg met een duidelijke kwinkslag richting Sleep Token. Daarmee is het lijsje verre van compleet, maar zo heeft u een beetje een beeld.
Hoewel het dus duidelijk is waar Abraham de mosterd haalt, behoudt de band op deze plaat duidelijk zijn eigenheid en heeft men aan intensiteit duidelijk niets ingeboet. De sound blijft herkenbaar. Er is duidelijk progressie geboekt - met name in de breedte - en toch verloochent men het verleden niet. Met een steengoede productie dingt deze plaat dan ook zeker mee naar een plek in de jaartlijstjes. Met name bij hen die moderne, muzikale, progressieve ontwikkelingen een warm hart toedragen en niet wars zijn van wat genremixerij. Stugge conservatievelingen slaan deze plaat vanzelfsprekend over.
Tracklist:
1. Hell
2. Lore
3. Thrash
4. Blackbone
5. Die On The Cross Of The Martyr
6. Glass
7. Abysm
8. I Wish I Wasn't
9. Purgatory