Vrijdag
Het lokale Visionist prijkt onderaan het tijdschema en heeft dus de eer om het festival te openen. Helaas heeft de band te kampen met opstartproblemen. Maar dat ligt niet aan de muzikanten. Want hoewel de zaal ruim voor aanvang van het optreden opengaat, blijkt men niet in staat om de rij bij de ingang op tijd weg te werken. Tickets scannen gaat traag en bij de kassa weten ze nauwelijks raad met vragen over gastenlijsten en fotopassen. Alles en iedereen wordt opgehouden en ik dus ook. Mij resten slechts de laatste paar nummers van de set. 'Er zijn nog wel wat verbeterpuntjes bij deze technische metal' luidt de conclusie. Het geluid is rommelig en de cleane vocals laten ook nog wel wat te wensen over. Bij nadere bestudering blijkt de band pas n ep op zak te hebben en dan is het natuurlijk fantastisch als je zo'n festival mag openen, maar je kunt je afvragen of hier niet beter een wat ervarener band had kunnen staan. Naar later zou blijken is het rommelige geluid niet (geheel) de schuld van de band zelf. Het blijkt een terugkerend euvel te zijn waar veel bands onder lijden.
Ook The Deadlights komt uit de lokale scene. Maar geografische afstand is (vanzelfsprekend) geen graadmeter voor de muzikale afstand. Qua stijl liggen ze dan ook mijlenver uit elkaar. Van de opgefokte technische metal en heavy breakdowns van Visionist, gaan we plotsklaps over naar instrumentale mellow postrock/postmetal. Ga d'r maar aan staan. Het kwartet met twee gitaristen weet menigeen echter in vervoering te brengen. Genregetrouw spelen ze uitgerekte, slepende, dromerige songs die ongetwijfeld makkelijk de tien minuten aantikken. Door het repeterende karakter van de songs verdwijnt het gevoel voor tijd. Of het nou zes minuten duurde of zestien, geen idee. Dat is natuurlijk allesbehalve origineel. We kennen genoeg bands in dit hokje die dat kunstje beheersen. Maar The Deadlights is gelukkig geen dertien-in-een-dozijnband. Door efficinte inzet van snare-roffels en een fijne cadans houden de heren ons in hun greep. Toch is er ook wel wat commentaar. Het is bijvoorbeeld iets te braaf. Het mag wat meer scheuren en schuren. Een betere keuze van gitaarsound zou al helpen. Gelukkig gaat het laatste nummer wel echt los. Een vage maatsoort met daaroverheen een dissonante sologitaar. Als ze dit nou eens als leidraad voor nieuw werk nemen, dan kon dit nog wel eens groot worden in de toekomst.
Ook Harbinger heeft niet ver moeten reizen. Het is de eerste van vele techmetalbands van Radar Festival. Dat het Londense brute techgezelschap haast voor thuispubliek speelt, is te zien ook. De zaal staat vol. Men heeft er zin in. Dat is ook terecht, want met het recent verschenen Compelled To Suffer op zak en een tour met Rings Of Saturn achter de rug, zijn de mannen op volle oorlogssterkte. Het verzoek van zanger Tom Gardner om een circle pit te starten, is niet aan dovemansoren gericht. Er wordt gretig gehoor aan gegeven. Helaas is ook hier het geluid rommelig en modderig waarbij de nadruk ligt op de lage tonen. Dat is jammer, want de vele nummers van de nieuwe plaat hebben juist behoefte aan een breed geluidsspectrum. Maar ondanks dat, en de hitte, is het bal.
Op het tweede podium heeft intussen Shattered Skies plaatsgenomen en die band heeft daadwerkelijk een tripje achter de rug. Deze komt namelijk uit Ierland. De in groten getale aanwezige instrumentnerds knikken goedkeurend bij het aanschouwen van de headless gitaar en gewaaierde bas. Maar helaas kunnen de prachtige instrumenten niet voorkomen dat ook hier het geluid een drama is. Het lijkt wel alsof we alleen de monitors horen; zelfs achterin. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?! Het wordt gaandeweg gelukkig wel beter, maar volgens mij kan de zanger zichzelf niet goed horen. Hij werkt zo hard dat 'ie regelmatig over de top klinkt. Zijn bedoelingen zijn echter wel duidelijk. Hij probeert klassieke prog te zingen en dat gaat hem aardig af. Hij mist echter de obligatoire vibrato. Saillant detail is dat zijn backing vocalist dat vrij goed beheerst en hem er regelmatig uit zingt. En dat komt niet alleen omdat hij harder in de mix staat. Verder komen de grunts een beetje gekunsteld over. Die hadden beter weggelaten kunnen worden. Wat dat betreft hebben de mannen nog niet heel duidelijk voor ogen wat ze nou willen maken. "Kies een richting", zou ik zeggen. Het hoeft allemaal niet zo technisch; de techniek moet in functie van het liedje staan. De toegankelijkere passages zijn haast popsongs, en die zijn eigenlijk het interessantst. 'Popsongs' en 'interessant' in n zin; u leest het echt. De zanger maakt het echter allemaal goed door tussendoor een paar rake opmerkingen te plaatsen. Humor bevordert doorgaans de gunfactor en daar ontbreekt het zeker niet aan: "We have the organisational skills of a guinea pig so we don't have merch with us, but we do have that next week... online." Hij heeft de lachers op zijn hand.
Ook Loathe heeft u eerder in mijn reviews kunnen lezen. De review van UK Techfest 2016 om precies te zijn. "Intens, maar kort", luidde destijds het oordeel. Gezien Nuclear Blast deze excentrieke heren intussen heeft opgepikt, zal dat vandaag ongetwijfeld anders zijn. Toch in ieder geval qua showlengte en hopelijk ook qua intensiteit. Na het ietwat aparte intro knallen ze er in ieder geval gelijk op. Hoewel het podium dit weekend doorgaans gevuld is met jonge, blanke mannen, wordt Liverpool hier gerepresenteerd door een gekleurde zanger. En hij weet van wanten. Hij rijgt met speels gemak het ene na het andere genre aan elkaar. En dat zijn er nogal wat. Voor het ongetrainde oor is het misschien wel een beetje too much. De band is in ieder geval moeilijk te classificeren. Het overkomt je niet elke dag dat je Slipknot en Mnemic in n song terughoort. En dat is nog maar een voorbeeld. Het groovet als een malle en het is de eerste band die een beetje balans in het geluid heeft. Wellicht dat dit me beter bevalt als ik de muziek beter ken en het allemaal wat meer kan behappen. Voor nu, tijd voor een drankje.
Eindelijk dus een adempauze. Dat geeft mij de gelegenheid om de zaal te beschrijven. Hoewel de poster van Radar Festival vermeldt dat het festival plaatsvindt in The Corner House, blijken we in werkelijkheid in de Casino Nightclub te zitten. Bij navraag blijkt dat er nooit concerten gehouden worden. Dat is nogal een gok met dit soort bands. Die stellen hoge eisen aan geluid en apparatuur. Als dat maar goed gaat, was mijn eerste gedachte. Naar later zal blijken zijn er wat dat betreft aardig wat schoonheidsfoutjes.
De twee podia bevinden zich recht onder elkaar en zijn middels een matig verlichte trap verbonden. De trap blijkt breed genoeg om elkaar te kunnen passeren en de vrees dat deze bottleneck nog wel eens tot opstoppingen zou kunnen leiden, blijkt later ongegrond. Toch zouden een paar extra spotjes geen kwaad kunnen. Beide zalen zijn voorzien van enkele kroonluchters en geven het gevoel van vergane glorie.
Na wat rondgekeken te hebben, vind ik al snel de buitenplaats die ik voor het gemak promoveer tot biergarten. Enkele biertafels en sta-tafels met krukken bieden uitkomst om de benen de broodnodige rust te bieden. Een drietal palmbomen siert het twee niveaus tellende terrasgedeelte in de buitenlucht op, maar de nepgras-mattten geven het geheel toch een wat ad hoc, amateuristisch karakter. Het is een potpourri van snipsnap-parafernalia die herinnert aan primitief opgezette uitgaansgelegenheden uit de jaren negentig.
Ook staan er twee voedseltentjes en een extra barretje, die (helaas) slechts uit twee taps bestaat. Daar komt bij dat je buiten alleen maar met contant geld kunt betalen. Dat is toch niet meer van deze tijd? Het was op zich geen drama geweest ware het niet dat er na acht uur 's avonds een no re-entry-beleid van kracht is. Dat leidt tot de gekke situatie dat je je geld wel uit zou willen geven, maar niet naar de pinautomaat aan de overkant van de straat mag om het te halen. Raar en vervelend.
En dat is niet het enige. Er zijn nog meer uitdagingen. Deze venue wordt ongetwijfeld wekelijks bevolkt door tieners die de zaal op hun duimpje kennen, maar voor de meeste bezoekers zal vandaag de eerste kennismaking zijn. Het is dan ook zoeken naar de toiletten en waar ook alweer de ingang zit. Ook de hele merch-afdeling kan makkelijk over het hoofd gezien worden. Die bevindt zich namelijk als het ware achter de benedenzaal. In datzelfde gedeelte is ook nog een extra bar. Doordat die zo uit het zicht is, is het er eigenlijk nooit druk. Handig! Achter die merch-afdeling bevindt zich nog een zitruimte met een deur naar buiten waar blijkbaar ook gerookt kan worden. Door de matige verlichting (ook als er geen band speelt) en gebrek aan bewegwijzering is het de eerste dag regelmatig opletten dat je niet verkeerd loopt.
Ook Mask Of Judas heeft niet al te ver gereisd en ook deze band aanschouw ik niet voor het eerst. De dame en heren hebben een reputatie voor intense shows. De uit Chichester afkomstige female fronted tech-band worstelt echter met het slechte geluid en dat gooit in het begin wel roet in het eten. Het houdt maar niet op. Hopelijk gaat het nog goedkomen dit weekend. Gelukkig wordt het gaandeweg beter, maar zangeres Jo Challen klinkt toch niet zoals we van haar gewend zijn. Is er iets mis met de kabels? Gelukkig is ze goed bij stem. Ook de djenty basgitaar komt lekker door. Blijkbaar heeft het grote publiek de weg naar de Casino Nightclub intussen gevonden. Het loopt intussen aardig vol en dat zorgt ervoor dat het al flink benauwd is in de kelder.
Polar speelde eerder dit jaar op de preparty van UK Techfest en daar had ik bij moeten zijn, aldus menig bezoeker die er wl bij was. Ondanks die reputatie zit men hier echter niet zo te wachten op de teeny metalcore. Zonde, want de muur van geluid walst heerlijk bruut door de zaal. Combineer dat met een lekker drukke zanger die vol overtuiging zijn verhalen de zaal inbrult en je hebt een prima recept voor een geslaagd optreden. Aarzelend lijken de bezoekers dit toch ook intussen te beseffen, want later in de show wordt er flink gebouncet. Met name als de kick wat lomper in de mix komt te liggen. En zo wordt er weer veel gerommeld met het geluid.
Ondanks dat het schema een klein beetje uitloopt is Unprocessed strak op tijd begonnen en is dus al bezig als ik aan kom lopen. Dit moet ik even verwerken (pun intended). Het is lang geleden dat ik zo'n goede djenty band hoorde. Dat er met drie achtsnarige gitaren (waarvan n linkshandig) samenhangende muziek wordt gemaakt, zorgt voor nog grotere verbazing. De jonge gasten uit Wiesbaden, Duitsland spelen supertechnisch en laten zich totaal niet hinderen of beperken door genregrenzen. Tech, djent, pop, death, prog, melodieus en oorstrelende zangpartijen afgewisseld met lompe grunts. Gooi Vildhjarta en Tesseract in een blender en u heeft een idee. Of waarschijnlijk nog steeds niet. Het zijn dit soort momenten waarvoor je naar festivals gaat. Extra bonus voor de geluidsman. Het is de eerste band die vrijwel meteen het geluid op orde heeft.
Het is al weer eventjes geleden sinds de laatste release van het Franse Uneven Structure, maar getuige de onlangs verschenen videoclip Innocent zal het niet lang wachten zijn op een nieuwe schijf. En inderdaad, de Facebookpagina van Long Branch Records vermeldt 18 oktober als releasedatum. Vandaag ligt de focus echter, terecht, nog op het bombastische meesterwerk uit 2017, La Partition. Opvallend genoeg wordt het podium slechts opgesierd door een drietal. Bassist Benoit Friedrich ontbreekt. "Zo goed en zo kwaad als het ging, hebben we geprobeerd de baspartijen digitaal toch in ons optreden te verwerken", weet zanger Matthieu Romarin ons op het hart te drukken. Nou, we kunnen vooral spreken van 'zo goed'. Ik heb de band in geen tijden zo goed zien spelen. Ik kan er mijn vinger niet echt op leggen, misschien is het de kleine setting, maar Uneven Structure knalt me toch een partij de speakers uit. Gevoelige en breekbare passages worden als vanouds afgewisseld met intense en brute ramriffs. Drummer Arnaud Verrier speelt als een bezetene zijn stokken bijkans aan gort. Het tweede hoogtepunt van de dag.
Daar moet ik toch even van bijkomen. Temeer omdat er ook nog gegeten moet worden en aangezien de bands elkaar netjes afwisselen moet de voeten af en toe rust gegund worden. Het Engelse Eschar uit Woking is daarvan het jammerlijke slachtoffer. Ik ga voor de statistieken nog wel even kijken, maar hoe graag ik ook wil, mijn voeten zeggen van niet. Het biedt me tegelijkertijd de gelegenheid om te vertellen hoe geniaal de biergarten is. Ondanks eerder genoemde minpuntjes. Het toevluchtsoord voor rokers is ook de plek om te socializen en verstaanbare gesprekken te voeren zonder dat er geschreeuwd moet worden. Voor een 'lousy' zeven pond heb je een aardige maaltijd en tot groot genoegen van de fervente bierdrinker is er zoals gezegd een tap aanwezig met de keuze uit een pilsner en een IPA van brouwerij Signature Brew. Prettig, want het Engelse 'uitgaansbier' is doorgaans niet te harden.
Het festival heeft de formule afgekeken van Euroblast en UK Techfest en in dat rijtje hoort natuurlijk ook onze nationale trots Complexity Fest. Het is dan ook niet gek dat veel bekenden uit 'de scene' er zijn. Opvallend genoeg zijn er weinig niet-Engelstaligen te bekennen. Maar wat doet het ertoe? Het is gezellig en er worden dan ook overal handen geschud en broederlijke/zusterlijke knuffels uitgedeeld. Het is goed om er weer te zijn. En hoe dichter we bij de 'secret act' komen, hoe meer erover geroddeld wordt.
Zou het Humanity's Last Breath zijn dat vandaag zijn album presenteert? "Nah, die gasten komen toch niet zomaar voor een showtje over vanuit Zweden?", argumenteert een ander. "Dan zou dat wel hoger op de bill staan ook toch? Nee, ik denk eerder The Contortionist? Die beginnen immers dit weekend met touren." "Tesseract zal het toch ook niet zijn, die zijn hier te groot voor intussen." "Misschien Conjurer dan toch?" Laten we gaan kijken.
Nieuwsgierige ogen wachten ongeduldig tot het doek voor het podium verdwijnt. Ik heb zelf geen flauw idee en ik zie om mij heen ook weinig blikken van herkenning. Black Futures blijkt bij navraag ten tonele te zijn verschenen. Hoewel er genoeg aanknopingspunten zijn met andere heavy genres, is de jaren 90 industrial gothic (met bijpassende pakjes voor de figuranten) overduidelijk niet aan iedereen besteed. Anarchopunk en psycho noise passeren evengoed de revue, maar gegeven de bandnamen uit de geruchten hoopte men duidelijk op iets anders. In het algemeen kun je je afvragen of deze band hier wel op zijn plek is. Aan de andere kant, het is experimenteel; het is anders; het is intens. Dat zijn toch wel triggers die aan moeten spreken. Blijkbaar heeft de openmindedness van het progtechpubliek ook zo zijn grenzen. Dat geldt niet voor het selecte groepje dat gulzig elke noot verslindt. Het is dan ook een intense, strakke show. Ze halen de mosterd duidelijk bij bands als The Prodigy, Beastie Boys en The Chemical Brothers, maar geven er een eigen draai aan. De meningen zijn verdeeld. Prima, dan hebben we wat om over te praten. Het kan ook niet altijd alleen maar goed zijn.
Smer is ongetwijfeld de minst productieve band op dit festival. Sinds de oprichting in 2010 is men niet verder gekomen dan het album The Animal You Are. Er wordt wel al tijden gewerkt aan een nieuw album, maar het afscheid van bassiste Taria Dawson vorig jaar heeft het schrijfproces vast niet versneld. Gelukkig heeft de band in Jake Archer een prima vervanger gevonden. De begenadigd snarenplukker kijkt enthousiast het publiek in en spoort het publiek aan. Daar kunnen de anderen nog wat van leren. De band speelt over het algemeen moeilijke lange nummers. Muzikantenmuziek, zoals dat zo mooi heet. Maar dat is overduidelijk wel aan dit publiek besteed. Ook de nieuwe nummers slaan aan.
Ook het Londense Heart Of A Coward speelt praktisch een thuiswedstrijd. En dat is te zien. In het tienjarig bestaan heeft de band een trouwe fanschare opgebouwd die popelend staat te wachten tot het metalcore-geweld losbarst. Hoewel van geweld een stuk minder sprake is sinds het aantreden van zanger Kaan Tasan. Zijn overstap van het veel melodischere No Consequence naar het veel brutere Heart Of A Coward was misschien niet de meest voor de hand liggende, maar nu de band en de zanger eenmaal op elkaar ingespeeld zijn, versterken ze elkaar. Het geheel is groter dan de som der delen. De criticasters mogen de band dan wel verwijten dat er erg veel binnen de lijntjes gekleurd wordt, maar die tekening is wel strak, geordend en gewoon goed. Zelfs de nummers van het onlangs verschenen The Disconnect gaan erin als zoete koek. Het is misschien niet de meest progressieve band, maar wel een van de meest geliefde. Het hoeft ook niet altijd moeilijk te zijn.
Wie de set van Heart Of A Coward uitgekeken heeft en daarna Toska wil zien, baalt. De kleine zaal staat bomvol. Er is haast geen doorkomen aan. Dat heeft ook gevolgen voor het klimaat aldaar. Het is snikheet en dat trekt niet iedereen. Het gevolg is dat er veel gedrang in de zaal is van mensen die terug naar de frisse lucht willen. Ook op de trap is het file-lopen. Wie de hitte wel durft te trotseren, ziet hoe de drie heren uit Brighton de zaal in hun greep hebben. Het instrumentale soloproject van Rabea Massaad heeft misschien nog niet de bekendheid die het verdient, maar staat terecht hoog op de bill. De fascinerende combinatie van postrock, jazz en metal is origineel en vernieuwend. Misschien wel een van de interessantste bands die de UK momenteel te bieden heeft. Zoals het een echte postrock-band betaamt, wordt er vaak traag opgebouwd met herhalende thema's en schaamt men zich niet om ruimschoots over de vijfminutengrens te gaan. Na drie nummers heeft de warmte me echter ook in zijn greep en zoek ik de verkoeling op in de biergarten.
Het is intussen de dertiende keer dat ik Monuments zie en ik heb wel eens enthousiaster uitgekeken naar een show van wat toch wel een van de topbands uit de progressieve scene genoemd mag worden. Er is een bepaalde Monuments-moeheid opgetreden. Dat komt mede door het vorig jaar verschenen Phronesis. Niet dat het een slecht album is, maar de heren moeten toch beter kunnen dan dat. En toen was daar ineens die zangerwissel. Andy Cizak vervangt Chris Barretto. Dat zorgde op UK Techfest al voor opwinding en aangezien het voor velen de eerste keer is dat ze de band zonder Chris, maar met Andy zien, is er toch aardig spanning voelbaar. De serieuze gezichten verslappen echter als het intro ingezet wordt. Hilariteit alom als Ronan Keating met When You Say Nothing At All uit de speakers komt. Wie doet dat nou?! Na het geklungel met het intro is iedereen weer serieus, maar al gauw zit het goed. De band heeft in tijden niet zo genspireerd gespeeld. Andy is nog niet helemaal gewend aan zijn nieuwe rol, maar staat wel degelijk zijn mannetje. Hij heeft niet de aaibaarheidsfactor van Chris, maar vocaal houdt hij met gemak stand. Hij geeft er zelfs zijn eigen draai aan. Dat is toch knap. Sterker nog, door zijn wat rauwere stijl geeft hij de band een stuk meer punch. Het is nog niet gezegd dat hij tot de vaste line-up gaat behoren, maar Monuments met wat meer gif kan alleen maar toegejuicht worden.