Uada heeft niets te klagen over de positieve aandacht die de Amerikaanse band krijgt. Op dat gebied gaat het de melodieuze blackmetalformatie al vanaf de oprichting in 2014 voor de wind. De derde full-length Djinn stond recentelijk zelfs op nummer 1 in zowel de lijst met meest verkochte heavymetal- als die met deathmetal- en blackmetalreleases op Bandcamp. Dan moet je toch wel iets goed doen.
Nu moet je de superlatieven in de positieve berichten wel met een korreltje zout nemen. Ondanks de vele hoge scores in reviews van voorganger Cult Of A Dying Sun (2018) is er wel het een en ander aan te merken op de productie en de composities. Wat dat betreft moeten we Uada niet overschatten. Niet dat het gebodene slecht is, maar veel meer dan degelijk is het ook niet.
Sinds die plaat is er wel wat veranderd. De ritmesectie vertrok en daarvoor zijn bassist Nate Verschoor (Swarming, Veiled, ex-Gnosis Of The Witch) en drummer Elijah Losch (Forsaken Eternity, Luctum, Mortal Plague, Orator, Power Beast, Where Lovers Rot) in de plaats gekomen. Het basgeluid staat nadrukkelijker in de mix dan voorheen en het drumwerk is veelzijdiger. Het songwritingduo bestaat nog altijd uit gitarist James Sloan en zanger/gitarist Jake Superchi.
Hoewel melodieuze black nog altijd een belangrijk muzikaal ingredint vormt, is er dit keer meer ruimte voor andere stromingen, zoals post-punk, classic rock, doom en old school heavy metal. Iron Maiden, Judas Priest en Van Halen zijn nooit ver weg. Liefhebbers van Kvelertak gunnen deze nieuwe release wat dat betreft zeker een kans.
Djinn is niet alleen genre-technisch veelzijdiger, er gebeurt ook meer in de composities, zodat deze spannender zijn dan voorheen. Zo komen alle voorgenoemde genres al terug in het titelnummer waarmee de plaat opent. Ze smelten goed samen, ook al zorgt het stop-startmoment halverwege voor een knip-en-plak-gevoel. De overgang had wel wat soepeler gemogen. The Great Mirage vervolgt met fraaie twinleads voordat No Place Here het oudere Uada meer laat horen. Overigens zijn veel nummers geschreven ten tijde van het componeren en opnemen van de vorige plaat, dus er zijn nog altijd veel overeenkomsten.
De nieuwe collectie songs heeft echter een veel natuurlijkere sound: opener, dynamischer en directer. Dat komt de luisterbeleving ten goede. Het is net alsof de band live staat te spelen. Het songmateriaal komt daardoor intenser en energieker over. De aandacht van de luisteraar wordt er daardoor ook veel beter bij gehouden dan in het verleden. Bovendien gebeurt er meer interessants in de tracks. Luister maar eens naar het drumwerk en het baswerk dat mooi contrasteert met de memorabele gitaarpartijen in het bijna een kwartier durende No Place Here. Alleen jammer van het wat lange gesproken deel aan het einde. Een ander voorbeeld is de mysterieuze, cleane zang in het punky In The Absence Of Matter, dat tevens een vrolijke gitaarmelodie en d-beat-ritmiek bevat.
Djinn is veruit het meest interessante album van Uada. Waar voorheen in te beperkte mate sprake was van originaliteit, werken de Amerikanen hun verschillende invloeden nu beter uit en zijn ze treffender uitgelicht. Melodie en punk hebben duidelijk aan ruimte gewonnen. Het levert een avontuurlijke luisterervaring op met geslaagde experimenten, zoals aan het proggy begin van Forestless en de afwisseling van thrash en doom in de ijzersterke kolos van een afsluiter met de titel Between Two Worlds. Uada verbreedt op intrigerende manier zijn horizon en dat zal veel positieve extra aandacht opleveren.
Tracklist:
1. Djinn
2. The Great Mirage
3. No Place Here
4. In The Absence Of Matter
5. Forestless
6. Between Two Worlds