De symfonische rockformatie van toetsenist Clive Nolan en voormalig Marillion-drummer Mick Pointer draait al flink wat jaren mee. Double Vision is echter de eerste plaat waarop Arena opzichtig knipoogt naar dat omvangrijke verleden. Thematisch zijn er bijvoorbeeld wat overeenkomsten met het klassieke The Visitor. Uiteraard de titel, aangezien er een nummer met de naam Double Vision op die geweldige cd uit 1998 prijkt. Maar er blijken meer subtiele verwijzingen. Muzikaal gezien kijkt de groep minder ver terug. De plaat is namelijk een logisch vervolg op The Unquiet Sky. Sterk album trouwens, dat nog regelmatig in mijn cd-speler vertoeft.
Ongegeneerd neo-progressief
Waarschijnlijk wordt Double Vision net zo'n frequente bezoeker van diezelfde cd-lade. Arena weet immers als geen ander hoe je een sfeervol en symfonisch rockalbum schrijft, opneemt en vormgeeft. Sinds zanger Paul Manzi zich bij de band aansloot, vaart het Britse gezelschap een ongegeneerd neo-progressieve koers. De metalinvloeden van albums als Contagion en Pepper's Ghost zoek je hier tevergeefs. Niet dat er geen stevig gitaarwerk op de cd staat. De als altijd geweldige snarenplukker John Mitchell trekt zeer regelmatig van leer en soleert sommige tracks met orkaankracht tot grote hoogten. Tegelijkertijd houdt Arena de tempo's in toom. Double Vision klinkt bij vlagen best uitbundig, maar nooit stuurloos. Daar zijn de muzikanten waarschijnlijk gewoon te goed voor.
Alleskunner
Hoogtepunten tref je al vroeg aan op dit negende album. Zo hakt opener Zhivago Wolf er bijzonder lekker in. Opvolger The Mirror Lies bevalt me nog een stuk beter door het ijzersterke refrein en de fraaie melodielijnen. De rol van toetsenist Nolan mag dan al jaren wat kleiner zijn dan vroeger; hier gaat hij zo nu en dan ongestoord zijn gang. Attractie blijft de sterke zang van Manzi die zich elke plaat ontwikkelt. Hoewel ik zeker een zwak heb voor de dramatiek van zijn voorgangers Wright en Sowden, is de huidige vocalist meer een echte alleskunner. Op zijn sterkst komt de man uit de hoek in de epische afsluiter The Legend Of Elijah Shade. Dat geldt evengoed voor zijn bandmaatjes. Hier en daar heb ik wat negatieve commentaren op deze kolossale track van 22 minuten gelezen, maar met de beste wil van de wereld kan ik geen al te grote mankementen aanwijzen. Bovendien is het fijn om te horen dat Arena zich zo nu en dan uitleeft in zo'n echt klassiek opgebouwd symfobakbeest met spannende wendingen, vele lagen en theatrale effecten. De laatste platen houdt de groep de nummers toch vooral compact.
Wollige sound
Toch drijven er wel wat kritische noten boven. De productie kan bijvoorbeeld een stuk beter. Double Vision klinkt nogal wollig. Zang en akoestische passages knallen er lekker uit, maar de stevigere riffs doen wat dof aan. Het keyboardwerk mag ook best wat prominenter, maar Clive Nolan lijkt zich te schikken in zijn voornamelijk ondersteunende rol. Uiteindelijk klinkt deze schijf in eerste instantie prettig en warm, maar door het dekentje over de sound komen niet alle details even goed uit de verf. En aangezien Arena een meester is in de details, kost dat toch een paar kostbare punten.
Als vanouds
Gelukkig draait het bij elke plaat nog altijd om de muziek. Die is ondanks de wat dichtgesmeerde sound prima. Als vanouds mag ik wel zeggen. Op een slecht album heb ik Arena immers nooit kunnen betrappen. Dat gebeurt dit keer ook niet. De heren durven bovendien met echte symfonische rock over de brug te komen en dat is gedurfd. Als je het echter zo goed doet als Arena, dan is elke vrees ongegrond. Double Vision kan als uitstekend de boeken in.
Tracklist:
1. Zhivago Wolf
2. The Mirror Lies
3. Scars
4. Paradise Of Thieves
5. Red Eyes
6. Poisoned
7. The Legend Of Elijah Shade