De nieuwe entiteit is op initiatief van Derek ontstaan uit een samenwerking van Portnoy, Sherinian en Sheehan. Onder de naam PSMS speelden ze samen met gitarist Tony McAlpine instrumentale muziek. Op een bepaald moment besloten ze een zanger aan het project toe te voegen. Dat werd dus Soto. McAlpine verliet het project en Thal trad toe.
Van alle bands hoor je wel wat terug in de mix. In het tweede deel van de prima, vooruitstrevende opener God Of The Sun (dat door Derek is geschreven) hoor je elementen van Dream Theater, in het begin van de groovy rocker Coming Home Guns N Roses (Welcome To The Jungle). Daar blijft het uiteraard niet bij, want er zijn ook referenties aan hardrock- en progressieve rockbands als Van Halen, Led Zeppelin en Rush. De muziek is behoorlijk heavy en heeft veel power en bevat veel verschillende soorten keyboard- en orgelklanken. Jeff Scott Soto zorgt voor veel memorabele zanglijnen en refreinen.
Ondanks dat er voor het componistenduo Portnoy en Shirinian, de zogenoemde Del Fuvio Brothers (die term stamt uit de tijd dat de heren nog samenwerkten bij Dream Theater), de nodige ruimte is om te excelleren, is de kracht van Sons Of Apollo juist de collectieve prestatie. Zo krijgt iedereen de gelegenheid om even in de spotlights te staan (Thal bijvoorbeeld middels soleerwerk in het complexe deel van Signs Of The Time), maar van overdreven en overbodig soleerwerk is absoluut geen sprake. De heren noemen het zelf treffend strategic wankery.
Jeff Scott Soto houdt zich dan ook goed staande tussen het muzikale geweld, waarbij vooral het groovy aspect opvalt. Over de vocale kwaliteiten hoeven we niet te vergaderen. Die zijn ook hier weer dik in orde. Wel is het zo dat het zowel voor hemzelf natuurlijk even wennen is om hem in deze setting te horen zingen. Hij heeft immers nog nooit in een progressieve band gezeten, maar het gaat hem goed af, juist omdat hij binnen zijn bereik blijft. Zijn stem sluit goed aan op de rockende metal. Dat blijkt vooral in de toegankelijke stukken, zoals die in het catchy Alive (met korte maar mooie gitaarsolo), het ruige Lost In Oblivion (werktitel Rushuggah, u begrijpt waarom) en de jarenzeventigrocker Divine Addiction, met daarin orgelpartijen met distortion, maar ook klassieke symfonien.
In de minder toegankelijke gedeelten houdt hij zich stil, zoals in de zeer technische, instrumentale afsluiter Opus Maximus (vernoemd naar de Mikes zoon Max), waarin de heren toch nog even los mogen gaan en hun klasse etaleren. Het wordt nog een hele uitdaging om dat live ten gehore te gaan brengen, iets wat het vijftal in 2018 wil gaan doen. Dat moet het jaar worden waarin blijkt of Sons Of Apollo levensvatbaarheid heeft. De mannen hebben ervoor gekozen om er een band van te maken en het dus niet bij een project te houden. Afgaande op wat ze op Psychotic Symphony laten horen, kan het zeker wat gaan worden.
Tracklist:
1. God Of The Sun
2. Coming Home
3. Signs Of The Time
4. Labyrinth
5. Alive
6. Lost In Oblivion
7. Figaros Whore
8. Divine Addiction
9. Opus Maximus