In Fear, niet te verwarren met het eerder genoemde Bound In Fear, komt uit Bristol en maakt melodic metalcore. De in een net iets te strak blouseje gehulde zanger zorgt er met zijn vocalen voor dat iedereen langzaam wakker wordt. Het enthousiasme is benijdbaar, maar er moet nog wel wat gewerkt worden aan de compositie.
Pound heeft schijt aan conventies. Met alleen een drummer en een gitarist doorbreekt het duo niet alleen de standaardline-up, maar ook de opstelling. De drums staan vooraan. En dan zijn we er nog niet, want van het woord genregrenzen heeft de band duidelijk nog nooit gehoord. Het gaat alle kanten op. De geluidsman neemt de bandnaam alleen wel heel erg serieus, want pounden doet het zaalgeluid met een continue onderlaag van bas en andere lage tonen. Dat deert het publiek echter niet en de eerste enthousiaste moshes worden dan ook geplaatst. Rest mij te vermelden dat de heren de zang ook achterwege hebben gelaten, maar dat dat zeker geen gemis is.
De technische hoogstandjes van Greylotus worden helaas ondergesneeuwd door het enorme volume met vooral aandacht voor de double bass. De band heeft maar liefst drie gitaristen op de loonlijst staan, maar wie wat speelt, is me een raadsel. Het valt totaal weg in de herrie die uit de speakers komt. De eerder genoemde Drewsif is een van die gitaristen en hij en zijn kompanen hebben er duidelijk zin in. Zo ook het publiek dat smult van elke noot als had men in jaren geen fatsoenlijke maaltijd gegeten. Zo ken ik mijn Techfest weer. Techfest is aan!
Pravitas is met zijn vijven en ook deze heren moeten het doen met veel te hard geluid en weinig definitie. We zien dat de band een enorm salvo aan noten speelt, maar horen doen we het niet, niet in de laatste plaats omdat de drums veel te hard staan. Opvallend is de uitrusting van de zanger die zichzelf in een groen tuinpak heeft gehuld. Zou dat lekker zitten? Verandering van spijs doet eten, zo zegt men. Niks mis met een beetje variatie.
Borders trapt af na een kort intro: "Come on UK, let's fucking do this. Everybody down." zo introduceert de band het aloude trucje dat we van Slipknot kennen, waarbij iedereen op de hurken gaat en op het teken van de band opspringt en bouncet. De gitarist voorziet het geheel van cleane en harsh backing vocals. En zowaar is dit enigszins hoorbaar. Ook de variatie in de songs komt de totaalervaring ten goede.
Het Schotse Tiberius moet wachten tot Borders klaar is, maar heeft nu al de grootste lol op het podium. Zoveel plezier hebben we nog niet gezien dit festival. Een cynicus zou de band weg kunnen zetten als een Iron Maiden-ripoff, maar cynici vinden we in het publiek niet. Daar gaat de band echter wel naar op zoek, want de band beperkt zijn speelterrein niet tot het podium. Zo is er al gauw sprake van een georkestreerde chaos. Het publiek krijgt vervolgens ook nog de zanger op zijn dak middels een geslaagde crowdsurf-actie zijnerzijds. Het is een welkome afwisseling tussen al het bozemannengeweld.
Ik keek op voorhand erg uit naar Frontierer, maar mede door het matige geluid ontstijgt het de gemiddelde agressieve metalband niet. Daar komt bij dat de band weinig aandacht voor het publiek heeft en de respons mag dan ook als terughoudend beschouwd worden. Ik hou het al snel voor gezien.
De punkmentaliteit van Creak is ook een verademing. Drie keer aftikken en gaan. Zessnarige gitaar, standaard drumstel, geen gelul. Als je deze band met Tiberius vergelijkt, kunnen oprecht vraagtekens gesteld worden bij het speelschema. Waarom dit zo hoog op de bill staat is me een raadsel en Tiberius verdient gewoon een groter podium. Daar laat de zanger zich echter niet door afleiden. Hoewel zijn voorkomen wellicht niet de vlotste is, compenseert hij dat met gemak met het auditieve geweld uit zijn keel.
Ten56. begint wegens technische problemen veel te laat en als het gezelschap dan eindelijk begint, zijn er gelijk geluidsproblemen. Dat probeert de band met humor goed te maken: "Everybody take a fucking sip at the same time." De band lijkt er niet al te gestrest over te zijn, maar dat verbaast ook niemand, want de bandleden brengen stuk voor stuk bakken met ervaring mee. Ze hebben hun strepen namelijk verdiend in bands als Betraying The Martyrs, Novelists, Kadinja en Uneven Structure, de Franse techmetal-top. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat we signature-sounds van die bands terughoren. Djenty groovy metalcore-vibes met hier en daar eens een uitstapje naar genres als nu-metal.
Seething Akira houdt wel van een experimentje of twee en gooit drum-'n-bass in de mix. De combinatie met metal werkt wonderwel goed en het is een waar feestje in de zaal. De heren maken gebruik van een erg zware backingtrack en met zes bandleden op het podium kun je de vraag stellen of ze die sounds niet zelf kunnen maken - een synthspeler zou al wonderen doen. Anderszins, zou je voor het geluid dat de band wel zelf maakt geen zes muzikanten nodig hebben, maar met twee zangers gaat het natuurlijk al snel. Het zorgt wel voor een vol geluid.
Hacktivist heeft de intro maar alvast aangezet als ik aan kom lopen, terwijl de rapmetallers zelf nog backstage bivakkeren. Een blik in de zaal leert dat dit vooral populair is onder de jongere bezoekers van het festival, en dat komt wellicht omdat zij niet opgegroeid zijn met bands als Korn en dergelijke, en zo herhaalt de geschiedenis zich. Met twee zangers op het podium wordt de zaal op de wenken bediend. Een niet heel bevlogen show zorgt toch voor enthousiaste reacties in het publiek. Dit is wat men blijkbaar wil. Ik laat het verder aan me voorbij gaan.
Harbinger trekt de zaal vol, maar is men vergeten hoe te moshen? Aan de temperatuur kan het niet liggen. Worden we oud? Aan de nieuwe zanger kan het in ieder geval niet liggen, want die kwijt zich prima van zijn taak als brulboei in de progressieve deathcoreband. De sfeer is er sowieso niet minder om. Daarmee is de band een terechte afsluiter van het tweede podium.
Sinds het eerdergenoemde technische debacle bij Ten56. loopt UK Techfest tien minuten achter op schema. Dat is welhaast een unicum, want traditioneel spelen alle bands strak volgens schema. Betraying The Martyrs keyboards staan naar het publiek toe. Terwijl de drummer het intro verzorgt, schalt er "come on Techfest" uit de speakers. Dit gaat gepaard met actie vanuit het rookkanon. Het geluid is echter nog steeds n grote puinbak. Ik kan het niet aanhoren en besluit een biertje te pakken.
Scar Symmetry sluit vandaag de dag af en het is duidelijk dat de band de sfeer niet helemaal goed aanvoelt. Zo begint de band een half uur te laat, terwijl ze bij het eerste nummer ook nog eens bezig zijn kabels aan te leggen. Vervolgens horen we Sweet Child Of Mine, want er is een kapot pedaal. Het is duidelijk niet de avond van Scar Symmetry. Het kan verkeren. Als de band eenmaal op gang komt, gaat men professioneel door de setlist heen. De band wordt ouder en dat is te zien aan de podiumenergie en aan de witte haren die hun weg door de langharige kapsels banen. Ook nu weer is het geluid n grote puinzooi. Het enige wat duidelijk te horen is, is de snare. Heeft de band geen eigen geluidsman mee, of is er gewoon iets anders aan de hand? Hoe het ook zij, de reactie van het publiek is lauw.