Dat deze duistere folk populair is, blijkt ook uit de enorme rij voor de zaal. Hoewel het nog twee uur duurt voordat de band speelt, moeten de eerste mensen buiten staan om aan te sluiten. En dat terwijl er niet eens een voorprogramma is! Opvallend is ook het aantal gesproken talen. Dat er Vlaams en Duits te horen is, is geen verrassing, maar ik hoor ook talen die ik niet thuis kan brengen.
Gelukkig mogen we om 19:00 eindelijk naar binnen. De horde volgt schaapachtig de massa om een ingang van de Grote Zaal te vinden. Het blijft toch altijd een beetje een doolhof aan de buitenkant. Maar langzaam druppelt de zaal asymmetrisch vol waarbij menigeen in ijdele wanhoop een mooie zitplek probeert te bemachtigen. Dat geluk is natuurlijk alleen aan de vroegelingen.
De geanticipeerde spanning is hier en daar van de gezichten te lezen. We hebben het vaak wel over opwarmende voorprogramma's, maar een headliner als Wardruna heeft dat helemaal niet nodig. Niemand zit te wachten op een voorprogramma. We komen voor maar één ding. En dat is de betovering van Warduna. Het licht wordt gedimd, de band komt op.
De heren en dame nemen het applaus in ontvangst en trappen af met de openingstrack van het laatste album van de Runaljod-trilogie: Tyr. Iedereen is gelijk bij de les. Het geluid staat retestrak afgesteld (al staat het wellicht een beetje hard) en de betoverende klanken van de brudevælteluren maken diepe indruk. Het lijkt wel een seance! Opvallend zijn de kleine aanpassingen ten opzichte van de albumversie. Waar de band soms zo bizar strak speelt dat het lijkt of de cd aanstaat, tonen deze kleine twists en toevoegingen aan dat er live gespeeld wordt en de 'wakers van de runen' écht zo goed zijn.
Thurs is het toppunt. Gaahl is niet meer mee op tour en als het inleidende Heimta Thurs wordt ingezet, rijst terecht de vraag hoe ze dat aanpakken. Gelukkig geen zwaktebod, geen laptop of andere fratsen. Strobo's laten het bliksemen in een extatisch TivoliVredenburg. De schaduwen van Einar Selvik en Lindy Fay Hella flitsen angstaanjagend op het achterdoek. Het lijkt wel een special effect uit een horrorfilm! Heel indrukwekkend.
Zonder ook maar een woord tot het publiek te richten, worden de songs het publiek ingezonden. Trefzeker als de Noren zijn, raakt elke pijl zijn doel. Voltreffer na voltreffer. Hier en daar laten mensen hun emoties de vrije loop. De een wiegt stilletjes mee, de ander staat of zit haast in trance te luisteren naar wat Einar en Linda vertellen. Het maakt niks uit dat ze in het Oud-Noors zingen. De boodschap is universeel. Het geheel is meer dan de som der delen en overstijgt talen, culturen en alle andere denkbare verschillen. Het is de emotie die telt.
Het vorig jaar verschenen album Skaldic, waarbij Einar voornamelijk minimalistische, skaldische versies van de trilogie ten gehore brengt, komt ook aan bod in de vorm van Völuspá. Zichzelf begeleidend op harp staat hij in de spotlight. Het vormt een mooi rustpunt. Een moment van bezinning en reflectie. Maar al gauw wordt de draad weer opgepakt met het opgewekte, maar toch ook duistere Isa. Linda voert haar hoofdrol feilloos uit.
Elk nummer wordt steevast beantwoord met een daverend applaus. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een publiek harder heb horen applaudisseren en joelen dan vanavond bij Wardruna. Maar het muzikale zestal laat zich niet van de wijs brengen en gaat haast stoïcijns verder met de hoogmis. Repetitieve tromroffels en onheilspellend trompetgeschal worden kracht bijgezet met de bezwerende zang. Ook de harmonieuze samenzang van het zestal maakt indruk.
Maar aan al het goede komt een eind. Dat Einar het publiek na Odal bedankt, is natuurlijk een schijnbeweging waar niemand meer intrapt. Natuurlijk komt Helvegen nog. Het is de eerste keer dat Einar zich vanavond tot het publiek richt. Voor wie het nog niet wist, legt hij nog eens uit waar het nummer over gaat. Het is een nummer om overledenen de weg te wijzen in het hiernamaals. De pauken leiden het nummer in. En dan volgt het door Einar plechtig voorgedragen slot. Hij legt uit dat alle dieren en alle mensen sterven. Het enige dat blijft leven, is de herinnering aan jou. Een krachtig en emotioneel nummer dat beloond wordt met een uitzinnig applaus.
Einar is zichtbaar onder de indruk en laat het zich welgevallen. Nederland houdt van Wardruna en dat gevoel is wederzijds. Het is zijn tweede thuis, vertelt hij. "Nederland is een land met een vergelijkbare, rijke zangtraditie. We zijn als broeders." Hij heeft gelijk, zo voelt het ook. Wardruna verbindt ons in al onze verscheidenheid. Als beloning voor het intense applaus stelt hij voor om nog een liedje te spelen. Dat is natuurlijk niet aan dovemansoren gericht. Begeleid door luid gejuich en gejoel verlaat de rest van de band het podium.
"So, now it's just you and me," constateert hij terecht terwijl hij zijn harp stemt. "Finally," voegt hij er grappend aan toe alsof hij blij is dat hij eindelijk van de rest van de band af is. Net als vorige keer sluit hij het optreden af met Snake Pit Poetry. Het laatste, intense, onophoudelijke applaus volgt en Einar is zichtbaar geraakt en dankbaar. Het publiek weet van geen ophouden en dat lijkt hij ook te beseffen. Zolang hij op het podium staat, gaat het applaus onverminderd door. Op je hoogtepunt moet je stoppen, moet hij gedacht hebben en hij verlaat het podium in beheerste pas.
Setlist:
1. Tyr
2. Wunjo
3. Bjarkan
4. Heimta Thurs
5. Thurs
6. Runaljod
7. Raido
8. Völuspá (Skaldic version)
9. Isa
10. UruR
11. Solringen
12. Dagr
13. Rotlaust Tre Fell
14. Fehu
15. NaudiR
16. Odal
Toegift 1:
17. Helvegen
Toegift 2:
18. Snake Pit Poetry (Skaldic version)