De voorgangers van deze plaat, debuut The Dystopia Journals en The Malefactors Bloody Register worden gekenmerkt door een duister theatraal geluid en de atmosfeer van een victoriaans rariteitenkabinet uit de negentiende eeuw. Black metal-luisteraars zullen de stijl kennen van het Engelse A Forest Of Stars. Kermisachtige gitaren, de knotsgekte, maar acceptabele vocalen van Bjrnar Nilsen en vooral composities met veel spanning en dynamiek zijn de kenmerkende aspecten van deze voorgaande albums.
Op The Tower is dat veel minder het geval. De vervreemdende elementen in het instrumentale spel en de zang zijn grotendeels verdwenen, evenals de epiek en dramatiek. De nummers zijn gestroomlijnder geworden en gevestigd op een meer conventionele moderne rockbasis. Deze aanzienlijke stijlwissel zou je muzikale zelfmoord kunnen noemen. Vulture Industries was niet de enige duistere theatrale avant-garde-band uit Noorwegen, maar wat ze deden, deden ze uitstekend. De nieuwe composities zijn laagdrempeliger, maar niet bepaald pakkend, laat staan memorabel. Dat bonustrack Blood Dont Eliogabalus, een mix van een ouder nummer van de band en een cover van Sloveense theatrale avant-garde-grootmeester Devil Doll het beste van deze nieuwe plaat is zegt genoeg.
Nee, dit album is een flinke misstap voor Vulture Industries. Dit is geen uitbreiding of verdieping van hun oude geluid, maar slechts een vervlakking. Het resultaat is een middelmatig album dat wellicht nieuwe luisteraars zal aantrekken, maar fans van het eerste uur en liefhebbers van gestoorde Noorse bands zal doen teleurstellen. The Tower is over het hele metal-spectrum gezien geen slecht album, maar voor deze band en Noorse avant-garde-metaal in het algemeen een domper.
Tracklist:
1. The Tower
2. Divine - Appalling
3. The Hound
4. Blood On The Trail
5. The Dead Won't Mind
6. A Knife Between Us
7. The Pulse of Bliss
8. Sleepwalkers
9. Lost Among Liars
10. Blood Don't Eliogabalus (deels een Devil Doll-cover)