Het Nederlandse Countess is een schoolvoorbeeld van zo’n band die al decennia lang dezelfde barbaarse en primitieve mengeling van black metal en heavy metal maakt. Wars van iedere vorm van trends, vreemd van iedere vorm van vernieuwing. En laten we eerlijk zijn, voor een groot deel is dat natuurlijk ook de charme van de band. Twintig jaar bestaat Countess dit jaar. De teller staat inmiddels op dertien full lengths, waaronder het vorig jaar verschenen wapenfeit On Wings Of Defiance. Reden voor een feestje dus – en zeker ook reden om Countess eens in het zonnetje te zetten.
Hoe kan dat anders dan door terug te blikken op het beste album van de band? Wat mij betreft is dat het in 2005 verschenen Spawn Of Steel, een plaat waarin de Manowariaanse invloeden die bij Countess al eerder aanwezig waren een plek op de voorgrond innemen. Laten we wel wezen, van titels als The Call Of Steel, The Metal Creed, Rise Of The Warrior King en het geniale Ghosts Of Leather zou Joey DeMaio spontaan natte plekken in zijn broek krijgen. Ook muzikaal gezien put Countess meer dan ooit uit traditionele heavy metal-invloeden. Vooral qua gitaarwerk heeft Spawn Of Steel weinig met black metal te doen. Het is vooral de karakteristieke, zwaar vervormde strot van Orlok en de scherpe, rauwe productie die de blackmetalroots van de band verraden.
De meeste nummers op Spawn Of Steel trekken in stoer midtempo aan de luisteraar voorbij. Overige kenmerken zijn, zoals vanouds, de snijdende riffs, het uit duizenden herkenbare stemgeluid van Orlok en de melodieuze, tegen het valse aanhangende solo’s. Spawn Of Steel moet het echter nog meer dan de overige Countess-albums hebben van zijn epische refreinen, die tot luidkeels (en liefst zo vals mogelijk) meekrijsen aansporen. Nummers als Trumpets Of Doom en Torch The House Of God zijn daar sprekende voorbeelden van.
De beste nummers zijn echter het heroïsche The Metal Creed (met übervette riffs, een mooi uitgestrekte, melodieuze solo, pompend drumwerk, stoere teksten en vooral een onweerstaanbaar pakkend refrein) en het lijflied Ghosts Of Leather. Beide zijn verrukkelijke hymnen die eigenlijk juist door hun simplisme en oprechte teksten overtuigen. Orlok geeft het op het laatstgenoemde nummer op overduidelijke manier aan: “We’re relics of the past, we’re out of date, but we don’t care that we were born too late!” Trek die leren broek dus aan (het maakt niet uit als hij inmiddels wat krap zit), stof de spikes af, zoek die verwassen patchjas op zolder op en blaas deze cd op vol volume door de woonkamer. Ook anno 2012 is er namelijk nog steeds plek voor oprechte, stoere en traditionele spierballenmetal, gespeend van allerlei moderne invloeden.
Tracklist:
1. The Call Of Steel
2. Trumpets Of Dawn
3. Sword And Sceptre
4. Torch The House Of God
5. Alone Against The World
6. Thermopylae
7. The Metal Creed (The Oath Of Steel)
8. Rise Of The Warrior King
9. Ghosts Of Leather
10. Knights Of Baphomet
11. The Seal Of Wrath
12. March Of The Ten Thousand
13. The Veils Of Negative Existence (Manilla Road Cover)