De oorspronkelijk uit Hongarije afkomstige band Sear Bliss heeft zijn wortels liggen in de black metal, maar neemt binnen dat genre een bijzondere plek in. Door het prominente gebruik van de trombone weet het gezelschap een statige en unieke sound te creren. In het wat ondergeproduceerde, oude werk komen die speciale kwaliteiten nog minder goed aan de oppervlakte, maar met name in het latere werk overtuigt Sear Bliss steeds meer dankzij de bombastische, maar altijd smaakvolle sound, waardoor de fraaie composities vol grandeur uit de speakers komen. Persoonlijke favoriet is het ijzersterke The Arcane Odyssey (2007), waarop de band de perfecte balans vindt tussen herkenbaarheid en goed uitgevoerde progressieve elementen. Maar een zwakke broeder is niet te vinden in de discografie.
Met het wat vreemd getitelde Heavenly Down (de titel verwijst waarschijnlijk naar een soort landschap, maar mijn brein maakt er steeds een mislukte vertaling van 'dageraad van) is Sear Bliss toe aan zijn negende langspeler. De plaat verschijnt zes jaar na het prima Letters From The Edge (2018), dat het niet moet hebben van snelheidsrecords of overdadig gexperimenteer, maar van eersteklas composities vol smaakvolle arrangementen, die op de juiste momenten bombastisch en groots klinken, maar tegelijkertijd statig en sfeervol zijn. Heeft die relatief lange stilte een nieuwe aanpak opgeleverd? Of bouwt Sear Bliss verder voort op zijn behoorlijk unieke stijl?
Het blijkt dat laatste. Heavenly Down sluit naadloos aan bij zijn voorganger. En daar is helemaal niets mis mee, zeker niet wanneer de uitvoering zo onberispelijk is als op dit album. Want er valt weer veel te genieten van de dynamische composities van de band. Vooral in de eerste twee nummers op het album laat Sear Bliss zich van zijn meest diverse kant horen. Zo begint de openingstrack Infinite Grey met dromerige ambient, om vervolgens al snel richting traditionelere blackmetalgronden koers te zetten. Halverwege schakelen de mannen op verrassende wijze terug naar een zweverige, progressieve passage, om uiteindelijk te culmineren in een sterke finale met aanvullende gastvocalen van Lambert Ldeczy (van onder andere Ahriman). Watershed begint met Indiaas aandoende percussie (het lijkt wel een handpan) en blijkt een bijzonder plechtige compositie, waarin de smerige, langgerekte screams van Nagy voor een welkom rafelrandje zorgen.
Sear Bliss zoekt op sommige momenten nog meer dan voorheen het contrast op. Zo is Forgotten Deities een aangenaam kabbelende en serene ambienttrack (volledig instrumentaal). Het hierop volgende The Winding Path knalt in de eerste minuten juist uit de speakers met zijn felle en stevige drumwerk, maar schakelt vervolgens op prachtige wijze naar een rustiek, bijna sereen middengedeelte met spacy toetsenwerk en een lome, psychedelische gitaarsolo, om in grandeur met een bombastische finale te eindigen. Ook de traditionelere blackmetaltracks (The Upper World, Feathers In Ashes) worden verrijkt door de perfect ingezette, epische trombonepartijen. Het machtige geschal van dit instrument zorgt voor een rijkere sound.
De jarenlange ervaring van Sear Bliss betaalt zich uit. Heavenly Down is een op en top professioneel album ook de sound is uitstekend waarvan alle details kloppen. De band slaagt er bovendien steeds beter in om de majestueuze trombonepartijen zodanig in te zetten dat de composities erdoor naar nog grotere hoogten worden gestuwd. Al met al een plaat om de vingers bij af te likken dus.
Tracklist:
1. Infinite Grey
2. Watershed
3. The Upper World
4. Heavenly Down
5. Forgotten Deities
6. The Winding Path
7. Chasm
8. Feathers In Ashes