2024 markeert officieel het dertigjarig jubileum van Merrimack. De Franse blackmetalband is in die periode overigens lang niet altijd even actief geweest - het debuutalbum Ashes Of Purification verschijnt zelfs pas in 2002 - maar staat altijd wel garant voor een bovengemiddelde kwaliteit. Zeker sinds nieuwe frontman Vestal (Marc Obregon) op het in 2012 uitgebrachte The Acausal Mass zijn opwachting maakt, is de muziek van het kwintet meer en meer opgeschoven richting orthodoxe wateren waarin de geest van Watain, Funeral Mist en Mtiilation rondwaart. Dat is wellicht niet de meest originele stijl, maar de groep compenseert dat met gedrevenheid en sterke composities.
Ook Of Grace And Gravity de zesde full-length van Merrimack bewijst zich al snel als een uitermate capabel nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de band. De plaat verschijnt zeven jaar na het zeer solide Omegaphilia (2017). Een lange stilte dus, die niet direct verklaarbaar lijkt, want aan de line-up is niets veranderd. De band heeft bovendien bepaald geen grote stijlveranderingen doorgemaakt. Of Grace And Gravity sluit muzikaal gezien naadloos aan op zijn voorgangers: rigide, maar krachtige black metal, voorzien van een sterke, transparante sound en bestaande uit volwassen in elkaar zittende composities. Laten we het erop houden dat sommige groepen alleen boven water komen als ze ook cht iets te melden hebben.
En iets te melden heeft Merrimack zeker. Of Grace And Gravity is weliswaar herkenbaar qua stijl, maar laat de band van zijn meest overtuigende kant horen. Zo ontpoppen Sublunar Despondency, Wounds That Heal en Under The Aimless Spheres zich tot eersteklas tracks, waarop de Fransen geweldige riffs en vurig drumwerk combineren met een gedrevenheid die ik nog niet eerder zo nadrukkelijk heb bemerkt bij dit gezelschap. De eerstgenoemde track staat vol epische, meeslepende riffs en enkele zeer headbangwaardige passages, die het nummer een ondertoon van duistere grandeur geven. Wounds That Heal en Under The Aimless Spheres kunnen getypeerd worden als vormen van sardonisch machtsvertoon dankzij hun onverholen aura van arrogantie en misantropie.
Met het acht minuten klokkende Starving Crowns, dat een tragere opbouw kent, bewijst Merrimack vooral in compositorisch opzicht gegroeid te zijn. Ondanks de minder felle en minder directe aanpak verliest de band namelijk niets van zijn zeggingskracht. In de meeste andere tracks komt het vijftal vooral enorm energiek uit de hoek. Gitaristen Perversifier en A.K. schudden de ene na de andere maniakale riff uit hun mouw, terwijl drummer Blastum - de naam spreekt boekdelen - de luisteraar om zijn of haar tedere oortjes slaat met hyperintense blastbeats. Met veel machtsvertoon voorziet frontman Vestal het geheel intussen met zijn verwrongen strot van een zeer genietbare rafelrand. Zijn doorleefde stemgeluid vertoont meer en meer raakvlakken met dat van Erik Danielsson (Watain) en Mortuus (Marduk, Funeral Mist).
Zo kan het zomaar zijn dat Merrimack in zijn dertigste bestaansjaar zijn beste album uitbrengt. Een betere manier om een statement te maken, is er niet. De band vindt precies de goede balans tussen orthodoxie en traditionalisme enerzijds en professionaliteit en diepgang anderzijds. De schijf heeft bovendien een onberispelijke productie meegekregen, waardoor de black metal op volle kracht, maar met vuige ondertonen, uit de speakers komt bulderen. Of Grace And Gravity is dan ook eigenlijk verplichte kost voor iedere liefhebber van goed uitgevoerde, intense en doorleefde black metal.
Tracklist:
1. Sulphurean Synods
2. Sublunar Despondency
3. Dead And Distant Clamors
4. Wounds That Heal
5. Starving Crowns
6. Under The Aimless Spheres
7. Embalmer's Wine