Martijn: Ja, nogal. Het was een hoop gezeur. Onze platenmaatschappij Roadrunner werd overgenomen door Warner. Daardoor kregen we ineens met andere mensen te maken, dus dat zorgde allereerst al voor vertraging. Daarna leek het er wel op dat Warner dit soort "producten" niet goed begrijpt. Ze vonden dat het niet bij hen past. Dus wilden ze het album eigenlijk niet uitbrengen. Qua rock houdt het bij hen op bij de Red Hot Chili Peppers en Nickelback, dan heb je het wel zo'n beetje gehad.
Charlotte: Het klinkt heel flauw om te zeggen "ze snappen het niet," maar dat was echt zo.
Martijn: Inderdaad. Toen heeft de oude eigenaar van Roadrunner, Cees Wessels, het album teruggekocht voor zijn andere platenmaatschappij CNR. Zij deden overigens voorheen toch al dingen voor Roadrunner, voordat dat werd overgenomen. Nu zitten we dus bij CNR, en wordt de plaat uitgelicenseerd voor het buitenland. En raad eens aan wie? Precies, Roadrunner.
Charlotte: Ze zijn een jaar verder en we zitten grotendeels bij dezelfde mensen, maar nu komt het album in ieder geval uit.
Als heel deze situatie niet ontstaan was, wanneer zou het album dan zijn uitgekomen?
Martijn: Dat is heel moeilijk te zeggen, want je past ook wel je productie er op aan.
Charlotte: We hebben heel lang moeten wachten op bevestiging van de producers, dat zij ook aan boord waren.
Martijn: Maar in iedergeval wel vorig jaar, dat sowieso wel. We hadden vorig jaar in mei een Europese tour staan. Die was bedoeld als tour na de release. Dus als het aan ons had gelegen was het vorig jaar al zover. Nu zijn we dus al ruim een jaar verder. Maar ik ben blij dat nu alle puzzelstukjes goed liggen.
Voor April Rain hebben jullie veel getourd. Wanneer werd het tijd om aan wat nieuws te beginnen?
Martijn: Dat was al in 2010, denk ik. We starten wel steeds eerder met de nieuwe plaat in ons hoofd. We zijn nu al in ons hoofd met een nieuwe bezig.
Ja, maar We Are The Others is voor jullie natuurlijk ook al lang af.
Charlotte: We zijn de afgelopen tijd wel weer heel veel met deze plaat bezig geweest, maar meer op zakelijk niveau dan dat je werkelijk creatief bezig bent geweest. Dus die behoefte begint ook weer op te spelen.
Martijn: Dat is in dit geval maar goed ook, want de volgende willen we veel sneller bij de fans hebben.
Denk je dat dat gaat lukken?
Martijn: Ja.
Dan gaan jullie nu niet zo lang op tour?
Martijn: Jawel, maar ik denk dat we dat steeds beter weten te combineren. In het begin was het zo dat als we gingen touren, onze koppen er helemaal niet naar stonden om nieuwe nummers te schrijven. Maar nu lopen bepaalde processen wel door terwijl we aan het touren zijn. Ik denk niet dat we echt bewust gaan schrijven terwijl we aan het touren zijn, want dat zie ik niet zo snel gebeuren.
Charlotte: Nee inderdaad, maar we zijn nu wel al aan het kijken naar data dat we ons kunnen afzonderen om te schrijven. En in ons hoofd hebben we al een idee over welke richting het zal gaan.
Martijn: Ja, daar hebben we het met z'n drien al over gehad.
Jullie tween zijn de gezichten van Delain. Wie is de derde die je nu bedoelt?
Martijn: Guus Eikens. Met hem schrijven we nu al drie albums zo. Nou ja, eigenlijk twee. Bij het eerste album kwam hij er halfverwege bij, maar bij het tweede album was hij er volledig bij bij het schrijven. En nu weer.
Deze keer hebben jullie ook met andere producers gewerkt en zijn jullie naar Zweden geweest voor de opnames. Was het nodig om nieuwe inzichten te krijgen?
Martijn: We waren heel erg nieuwsgierig hoe dat zou zijn. Het vorige album had ik samen met Oliver Philipps geproduceerd. Nu wilden we met een externe producer werken om te kijken wat het zou doen voor de plaat. Kijken hoe we er het meeste uit kunnen halen. Zo kwamen we bij Jacob Hellner, Fredrik Thomander en Anders Wikstrm terecht. Zij vormen een team. Het tripod producersteam. En zij zitten in Zweden.
Hoe kom je bij hen terecht?
Martijn: Dat begon met dat ik aan het kijken was naar producers. Ik vind de productie van die Rammstein platen altijd te gek. Daar zag ik ook veel mogelijkheden voor bij Delain. Natuurlijk dan wel op onze eigen manier. Dus toen ben ik gaan kijken wie die platen geproduceerd heeft. Dat was dus Jacob Hellner. We hebben hem benaderd en zo is het zich gaan ontwikkelen.
Charlotte: Hij was wel veeleisend. Ook al voordat we echt met hem in zee gingen.
Martijn: We hebben hem benaderd en uitgelegd wat we wilden. Hij zei dat we moesten gaan schrijven en terugkomen als we vijftien nummers hadden. Daarna is hij naar Nederland gekomen om met ons te praten. Van daaruit zijn we verder gaan werken. We zijn naar Stockholm gegaan om het album op te nemen.
Hoe was het om met deze mannen te werken?
Charlotte: We zijn eerst naar Stockholm gegaan om met zijn zessen te kijken wat we hadden. Dus wij drie schrijvers van Delain en de drie producers. Daar hebben we de vijftien nummers bekeken, maar die hadden veelal nog losse eindes. We hebben toen gekeken wat sterk was, wat minder sterk was. Tijdens de preproductie en de zangopnames heb ik voornamelijk met Fredrik en Anders gewerkt. Dat was ook onwijs leerzaam. Zij hebben een andere insteek dan ik gewend was.
Martijn: In Zweden hebben we uiteindelijk in drie studio's tegelijk gewerkt. Charlotte zat met Fredrik en Anders in n studio, ik zat met Jacob in zijn studio, en dan hadden we ook nog de studio waar de drums zijn opgenomen.
Zozo, het mag wat kosten bij jullie.
Martijn: Het was wel prijzig inderdaad. Het was wel een oude zooi in die studio, maar wel hele mooie oude zooi.
Charlotte: Aan de andere kant, als we dat allemaal in dezelfde studio op dezelfde plek hadden gedaan, waren we veel langer bezig geweest. Dus dit was veel efficinter. We hebben op meerdere plekken in Stockholm tegelijkertijd opgenomen. Al met al zijn we er nog lang mee bezig geweest hoor.
Martijn: In augustus zijn we begonnen met het afschrijven van de nummers. In september deed Charlotte de preproducties en zijn we de drums gaan opnemen. In oktober de gitaren, bas en zang. In november en december het mixen en in januari was het album echt klaar.
Is dat langer dan bij het vorige album?
Martijn: Nou, dat vraag ik me eigenlijk wel af. Toen werkten we vanuit Nederland. Dan ga je af en toe naar een studio in Duitsland, en dan weer naar de Excess studio. En tussendoor doe je ook veel dingen thuis. En toen zijn we naar Denemarken geweest voor de mix. Het is nu wel iets uitgebreider geweest, maar alles bij elkaar toch niet zo heel veel meer.
Martijn, jij had de vorige albums geproduceerd. Waarom besloot je om dat nu uit handen te geven?
Martijn: Omdat ik aan mezelf wilde werken. Omdat ik denk dat er wat te winnen valt. Dat is ook zo. Ik heb heel veel geleerd. Het was moeilijk om dingen uit handen te geven. We zaten met z'n zessen in de studio; dat was voor mij best lastig. Maar op een gegeven moment merkte ik wel dat het allemaal goed liep. Jacob was bezig met dit, Anders en Fredrik met dat. Bepaalde gedeeltes zou ik de volgende keer misschien wel anders doen, maar bepaalde gedeeltes zou ik juist zo weer precies hetzelfde doen. Het was wel moeilijk om uit handen te geven, maar het was wel goed. Dit album was qua werkwijze heel erg gericht op experimenteren om een betere werkwijze te vinden. Zo hebben we nu een bepaalde sound weten te creren in twee dagen, terwijl we daar normaal bijvoorbeeld vijf dagen over zouden doen. Ik zou alleen niet meer zo snel met zes mensen in een ruimte gaan zitten om te schrijven.
Je zei daarnet al dat jullie je echt afzonderen om te schrijven. Jullie hebben dat dus ook echt nodig?
Charlotte: Ik kan best tussendoor schrijven, maar we zijn een keer een week echt weggeweest en toen kwamen we met vier nummers terug. Dat zijn allemaal nummers die uiteindelijk ook op de plaat gekomen zijn. Dus het is wel heel efficint omdat je er dan ook echt alleen maar mee bezig bent. We hebben ook wel een of twee keer per week bij iemand thuis afgesproken om er aan te werken, maar als je je afsluit in een hutje op de hei werkt het toch beter.
Martijn: Dat hutje op de hei wordt de ruggegraat van het volgende album. Maar er zullen ook een aantal nummers zijn die op een andere manier tot stand komen.
Jullie hebben deze keer slechts n gastbijdrage, van Burton C. Bell van Fear Factory. Ik heb begrepen dat jullie hem op Wacken ontmoet hebben. Hoe gaat dat dan? Staat hij naar jullie show te kijken en komt hij dan na afloop zeggen dat hij het optreden goed vond?
Charlotte: We stonden allebei naar Blaas Of Glory te kijken. Zij stonden in de backstage area te spelen. Ze zijn onwijs hilarisch.
Martijn: En ze komen uit Zwolle dus we kennen ze ook.
Charlotte: Ik heb ook een keer met ze meegedaan, bij de cd-presentatie. Maar dat terzijde. Ik stond ze te filmen op Wacken, Burton stond naast me. Het is eigenlijk een heel genant verhaal. Ik herkende hem eerst niet. Hij vroeg of ik het gefilmd had, dus zo kwamen we aan de praat. Hij vroeg wat ik daar backstage deed. Dus ik zei "ik heb net daar gezongen. Wat doe jij hier?" Waarop hij antwoordde: "ik ga straks daar zingen." Op een groter podium. Maar het was wel onwijs gezellig hoor. Het is een hele leuke sfeer daar om mensen te leren kennen. We hebben wel wat contact gehouden, dus dan gaat het ook makkelijker om iemand te vragen.
Martijn: Het is niet zo dat we bedachten om een liedje met Burton C. Bell te gaan maken. We hadden een nummer dat er om vroeg. Hij kon het invullen. We hadden de contacten nog, dus hebben we hem gevraagd of hij het wilde doen.
Charlotte: Het refrein was onwijs agressief, en ik kan best agressief zingen, maar er moest nog een schep bovenop. Er zat ook echt wel een tweede partij in dat nummer. De tekst leende zich ook perfect voor een duet. Burton heeft een toffe stem en past er perfect bij. We hebben wel over verschillende mensen gedacht, maar we waren er vrij snel over uit dat het heel cool zou zijn om hem te vragen.
Hoe gaan die opnames met hem?
Martijn: Hij heeft het in Californi opgenomen. Jacob heeft het nummer naar hem opgestuurd, zodat hij het kon opnemen. Toen het klaar was hebben we het gemixt en weer naar hem opgestuurd. Hij was er heel blij mee.
Jullie hadden vijftien nummers, maar er staan er uiteindelijk twaalf op het album.
Charlotte: We hadden er eigenlijk nog veel meer. Iets van 22. We hebben er uiteindelijk veertien opgenomen.
Martijn: We hebben er nog twee liggen die we nog kunnen mixen. Maar die vonden we niet in de balans van het geheel passen.
Jullie speelden vorig jaar al enkele nieuwe nummers. Hebben jullie eventuele feedback ook meegenomen bij de opnames?
Martijn: Jawel. Dat was het mooie hieraan. Omdat alles maar zolang duurde konden we de nummers al live spelen en zien hoe mensen reageerden. De plaat stond nog in de stijgers dus we konden de nummers nog genoeg bijschaven.
Charlotte: Ik heb het idee dat het voor ons vooral als een bevestiging kwam. Je hebt de bevestiging eigenlijk niet nodig, maar het was wel fijn. Het was het eerste nieuwe materiaal dat we speelden. Bij bijvoorbeeld Get The Devil Out Of Me werd er onwijs goed op gereageerd, dus dat geeft een goed gevoel. Dan weet je dat je op de goeie weg bent. Hoewel, het is natuurlijk niet allemaal afhankelijk van wat de fans er van vinden, maar uiteindelijk zijn zij wel zo belangrijk voor je als band, dat het wel tof is om dat soort reacties te krijgen.
Martijn: Je moet wel je eigen ding doen, maar je wilt toch weten wat anderen er van vinden. En je speelt toch ook voor je fans, je wilt ze toch wat nieuws laten horen. Het mes sneed aan meerdere kanten.
Ik zie op jullie tourschema dat jullie deze zomer veelal in Nederland spelen.
Martijn: We doen in het najaar een clubtour, maar ook in juni doen we al wat shows. En we hebben in oktober weer een Europese tournee, de tweede dit jaar. In de zomer hebben we nog wat losse shows, bijvoorbeeld op Wacken. En we hebben twee shows in Rusland in november. We gaan heel veel spelen.
Zijn jullie al eens in Rusland geweest.
Martijn: Nee, ik ben heel benieuwd hoe dat gaat zijn.
Wat is het verste dat jullie geweest zijn?
Charlotte: Brazili, denk ik. So Paulo.
Zuid-Amerika levert altijd leuke anekdotes op...
Martijn: We hadden nog geen album uit, we hadden er nog nooit gespeeld, en we stonden daar gelijk voor zeshonderd man te spelen.
Charlotte: En mensen die je komen opwachten op het vliegveld. We werden door zes security mannen per persoon het hotel uitgeloodst.
Martijn: Ik werd geplet door de security, toen ze me naar de bus brachten. Echt, mijn benen waren niet meer op de grond. En op seksueel vlak waren er ook wel gekke dingen daar. Terwijl wij aan het spelen waren op het podium, waren er wat mensen in het publiek met de daad bezig.
Charlotte: En de hospitality.... wij brave Nederlanders dachten dat de hospitality-dames er waren om ons van drankjes te voorzien. Het blijkt dat we ze veel meer hadden kunnen vragen. Dat is er niet van gekomen. Maar ze waren ook erg goed in cola serveren.
Terug naar de komende liveshows. Ik had begrepen dat gitarist Timo Somers er niet altijd bij is.
Martijn: Timo heeft nog diverse andere muzikale activiteiten, dus soms hebben we Bas Maas van After Forever bij de shows. Delain is zoveel eisend dat het beter is om het zo op te lossen.
Even nog iets heel anders. Charlotte, ik las dat jij voor een tv-serie muziek aan het schrijven bent.
Charlotte: Dat klopt. De mogelijkheid deed zich voor en het leek me leuk, dus vandaar. Ik ben bezig met gender studies als studie, dus van daaruit ben ik er ook in genteresseerd. Het gaat over 'queer', dus ook op een manier over mensen die zich anders voelen, die vallen tussen hokjes van man en vrouw. Een spannend nieuw project. Er liggen al aardig wat ideen voor op de stapel.
Benader je het anders dan dat je het met Delain doet?
Charlotte: Ja, want het is ook in dienst van iets anders. Met Delain is de muziek compleet autonoom. Bij dit project is het ondersteunend bij het beeldmateriaal. De muziek mag niet teveel aandacht trekken. Het moet anders ingevuld worden. Maar het is heel erg leuk om te doen.