Naast verwachtingen vanwege het heerlijke muzikale programma, heerst er ook wel een gevoel van lichte bezorgdheid. De 013 is het afgelopen jaar flink verbouwd, waardoor beide zalen een behoorlijk grotere capaciteit hebben. De grote zaal kan nu liefst 3000 bezoekers herbergen (in plaats van 2000), terwijl de voormalige kleine zaal (nu de Jupiler zaal) qua capaciteit meer dan verdubbeld is: er passen nu in plaats van 325 zon 700 bezoekers in. Dat de kleine zaal een stuk ruimer is geworden, zal veel Roadburners als muziek in de oren klinken. De afgelopen jaren was het immers vaak proppen. Maar dat het festival ook nu is uitverkocht, roept toch de vraag op hoe bereikbaar de andere zalen blijven. Met name het Cul De Sac en de Extase zijn immers maar piepklein, terwijl er heel wat leuke optredens gepland staan.
Gezien het programma is het niet verwonderlijk dat het vanaf het middaguur al druk is in Tilburg. Vanaf het station loopt een bonte stoet aan Roadburners richting de 013, aan de Weirdo Canyon (de restaurantstraat waarin ook het Cul De Sac ligt) zitten de terrasjes al vol en er hangt een gemoedelijke sfeer. Het zoals altijd vrij internationale publiek doet zich tegoed aan de vele speciaalbiertjes en ook van andere typisch Nederlandse producten wordt met volle teugen genoten.
De post-metalband Cult Of Luna is een graag geziene gast op Roadburn. De integrale vertolking van Somewhere Along The Highway klinkt uitstekend. Het zevental maakt een professionele indruk. Het geluid is helder en goed afgestemd en de zeer fraaie lichtshow smelt perfect samen met de muziek. Ook de twee drummers blijven imponerend om te zien, hoewel de muzikale meerwaarde daarvan gering is. (Rik)
Vrijwel tegelijkertijd speelt Grafir in een matig gevulde Extase. Grafir is een van de piepjonge bands uit de IJslande blackmetalscene op deze editie van Roadburn. Ze staan nogal in de schaduw van de ook aanwezige landgenoten van Misyrming en Nadra. Hoewel ze een korte set spelen (maar wat wil je ook met slechts n ep van negen minuten) en zanger Benedikt wat nonchalant oogt, weten ze desondanks te overtuigen. Dat is te danken aan hun korte, pakkende postpunknummers met een flinke portie zwartgallige black metal. Deze IJslanders hebben wat in hun mars en Roadburn vervult een etalagefunctie, maar je kunt je afvragen of hier niet beter een band met met meer ervaring en materiaal had kunnen staan. Het optreden duurde slechts een klein half uur. (Kees)
Der Blutharsch And The Infinite Church Of The Leading Hand is een verrassende naam op Roadburn, maar ook het optreden zelf is heel anders dan ik had verwacht. Zo verwachtte ik duistere, militaristische industrial/neofolk, maar het optreden is vooral een enorm harde (rg harde!) orgie van psychedelische keyboards, orintaalse riffs, rockende drums en hallucinerende keyboards en lichteffecten, met daaroverheen het rellerige stemgeluid van zangeres Marthynna. Oorverdovend, maar erg gaaf! (Rik)
Een band met veel ervaring, die echter wel nog de nodige aandacht mag krijgen, is het Franse Hangmans Chair. Deze groep was een aantal jaren geleden al een luistertip van Selim Lemouchi (The Devils Blood). Dat de band weinigen ontgaan is, is ieder geval zeker. De Extase zit tot de nok toe gevuld. De Fransen verdienen deze aandacht beslist. Ze spelen namelijk grootse, gevoelige gitaarmuziek, vermomd onder een grunge/stonerlaagje. De recente topper This Is Not Supposed To Be Positive komt ruimschoots aan bod. Tot slot wordt nog een nummer opgedragen aan vriend Lemouchi. De legendarische Eindhovenaar werpt nog altijd zijn licht over het festival en zal onder kenners muzikanten en niet-muzikanten nooit vergeten worden. (Kees)
Al vroeg op de dag treffen we The Skull aan op het hoofdpodium. Het is een nogal treurige bedoening, want de nieuwe bezoekerscapaciteit wordt bij lange na niet gehaald. Eric Wagner is daarbij ook een zanger die lastig te peilen is. Is hij in een cynische bui of heeft hij er gewoon geen zin in? Met zijn nieuwe band komt hij niet verder dan een bak oubollige deuntjes en de response is vanzelfsprekend lang niet zo goed als de bloemlezing van het Trouble-oeuvre dat een dag later zal volgen. (Ruud)
Het Zweedse New Keepers Of The Water Towers zorgt in een uitpuilend Cul De Sac voor een broeierige sfeer met zijn zweverige progressieve rock en Floydiaanse, uitgesponnen keyboardpassages. Met nummers die regelmatig de tienminutengrens passeren, is de band niet kort van stof, maar de door de fraaie opbouw en het laidback-gitaarwerk houdt het gezelschap de aandacht moeiteloos vast. (Rik)
Epitaph laat helaas zien dat de Extase niet altijd dringen hoeft te zijn. Het muzikale trucje hebben we snel doorgrond, maar gelukkig zijn het Italianen en daarom is de show erg vermakelijk. De lps halen we echter niet op bij de merchandise. (Ruud)
Het optreden van Hexvessel mag als geslaagd de boeken in. De psychedelic forest rock van dit Finse gezelschap rondom zanger/gitarist Mat McNerney (bekend van avantgarde blackmetalbands als Ddheimsgard, Code, maar ook van postpunk-groepen Beastmilk/Grave Pleasures) stelt niet teleur, ook al is het verrassend rustig in de grote zaal. De nadruk ligt op het uitstekende nieuwe album When We Are Death, waarvan vooral het psychedelische Mushroom Spirit Doors en de prachtige ballad Cosmic Truth weten te imponeren. (Rik)
Niet alleen IJslandse blackmetalbands krijgen op Roadburn een podium. In blackmetalland is het Finse Oranssi Pazuzu met zijn psychedelische geluid een van de meest vernieuwende bands, maar zeker niet een van de populairste. Desalniettemin staat er een rij van tientallen meters voor Het Patronaat om de Finnen te aanschouwen. Oranssi Pazuzu gaat genadeloos te keer met zijn hypnotiserende muziek, die voorzien is van een spannende opbouw. De nummers van het dit jaar verschenen Vrhtelij komen live uitstekend uit de verf, ondanks hun complexiteit. Een hoogtepunt op deze editie. Een schitterend voorbeeld van de samensmelting van de oude stijl van Roadburn (stoner, psychedelische rock) en recent omarmde genres (black metal). (Kees)
De eer voor oudste muzikanten op deze editie van Roadburn is waarschijnlijk weggelegd voor het originele duo van Bang. Deze band leek begin jaren zeventig furore te maken met puike hardrock in de sfeer van Cream en Pentagram, maar dat sprookje hield na drie albums alweer op. 45 jaar na dato halen de heren de geleden schade in met de achtendertigjarige drummer van Carousel. Het spelplezier is onaantastbaar en de zaal smult terecht van de songs die vooral van het legendarische debuut komen. Zanger/bassist Frank Ferrara maakt misschien niet zoveel indruk achter de microfoon, maar dat kunnen we deze zestiger eigenlijk ook niet kwalijk nemen. We mogen Bang zelfs een van de hoogtepunten van deze dag noemen. (Ruud)
Aangezien er voor mij geen doorkomen aan is bij Oranssi Pazuzu, besluit ik de performance van Arktau Eos mee te pikken. Het blijkt een bijzonder en verrassend optreden, dat meer van een ritueel weg heeft dan van een reguliere live-show. De bandleden zijn gehuld in een soort aarden maskers. Terwijl wierrook de zaal vult, weet de ritualistische dark ambient het publiek langzaam in een trance te krijgen. De combinatie van tribal-achtige percussie en dreigende ambientklanken zorgt voor een duistere sfeer die gedurende het hele optreden wordt vastgehouden. (Rik)
Het historische belang van Converge kan kenners van extreme muziek niet zijn ontgaan. Even een blik in de goed gevulde Grote Zaal van 013 werpen is dan ook zeer aanlokkelijk, zelfs wanneer je nauwelijks met de muziek van de Amerikanen bekend bent. Zeker nu deze eclectische post-hardcoreband album Jane Doe (2001) integraal speelt. Deze klassieker is mij destijds compleet ontgaan, maar de ultra-strak spelende Amerikanen, onder leiding van meesterproducer Kurt Ballou, hebben er een nieuwe luisteraar bij. Wat een professionaliteit! De mate waarin de muzikanten met deze hoogst hectische muziek op elkaar ingespeeld zijn, is ongelofelijk, tot aan de samenzang aan toe. Hoewel Converge een gevestigde naam is, valt de band wel in een genre dat ietwat ongewoon is op Roadburn. Organisator Walter verlegt zo keer op keer de grenzen van het festival en weet zo nieuwe bezoekers te trekken. (Kees)
Misyrming heeft slechts n plaat op zak, maar speelt wel met het enthousiasme dat ik dit jaar een beetje mis op de podia. Dit viertal gaat helemaal op in hun intense en vrij minimalistische black metal. Niet iedereen is even gecharmeerd, maar de meeste mensen beseffen zich waarschijnlijk niet dat het best bijzonder is dat een zo jonge en gesoleerde scene als die van IJsland bijna volledig in Tilburg aanwezig is. Misyrming geeft me in elk geval het gevoel dat ik naar iets bijzonders zit te kijken. We hebben het natuurlijk even nagevraagd en je spreekt de bandnaam uit als 'mistfierming'. (Ruud)
De verpulverende en mensonterende sludge van het Amerikaanse duo The Body is solide, maar zeker geen easy listening. Het tweetal stort een naargeestige en misantropische smeltkroes van roestige, smerige sludgeriffs, monotone drums en varkensgekrijs over de luisteraar uit. Maar goed, uit titels als No One Deserves Happiness en One Day You Will Ache Like I Ache blijkt dat er weinig positivisme van deze band te verwachten viel. (Rik)
Van Paradise Lost vraag ik me niet voor het eerst vandaag - af of er nieuwe fans aangetrokken worden. Uiteraard is het speciaal dat Gothic volledig gespeeld wordt, maar vanaf de tribune ziet het er allemaal zo gezapig uit. Nick Holmes maakt wat flauwe grappen tussendoor. Het liefst zouden we het verhaal flink uit de doeken willen doen, maar het enige wat imponeert, zijn de visuals van Costin Chioreanu. Paradise Lost maakt vanavond alleen de trouwe aanhang gelukkig. (Ruud)
De grootste verrassing van vandaag is wat mij betreft absoluut Daniel Payne. Texaanse countrymuziek op een stoner/doomfestival, het kan hier allemaal. Gewapend met akoestische gitaar en bijzonder authentiek stemgeluid weet Payne de Extase volledig op zijn kop te zetten. Hij krijgt hulp van een voltallige band, inclusief ukulele- en banjomuzikant. Tijdens de snellere nummers gaan de voetjes van de vloer en zijn de yihaas niet van de lucht, terwijl de ballads ware tranentrekkers blijken. Een fantastisch optreden! (Rik)
Na een dag met een hoop hectisch blackmetalgitaarwerk is het Amerikaanse Behold! The Monolith aan het eind van de avond een zeer welkome afwisseling. Niet een van de origineelste bands: ze passen loodrecht in het straatje van Mastodon, (oude) Baroness en High On Fire. Het epische riff-feest van Behold! The Monolith blijkt inderdaad na een dag van chaotische, bezwerende black metal een heuse verfrissing te zijn. Verhalende composities in de traditie van Iron Maiden (met een doom-randje), met een mythische inslag. Het meeslepende, Odyssee-achtige Redeemist aan het einde van de show is een van de absolute hoogtepunten van de hele dag. Dit smaakt naar meer. (Kees)
Eveneens solide is het optreden van het Duitse Zone Six, laat op de avond. Deze spacerockgroep rondom Dave Schmidt (die al eerder op Roadburn stond met zijn andere bands Electric Moon en Sula Bassana) speelt twee keer op Roadburn, maar vanavond in het kleine Cul De Sac. Hoewel het een piepklein zaaltje is, is het wel een erg leuke plek om optredens te zien (zeker gezien de Jopen Mooie Nel op tap). Zone Six rockt hard heel hard en weet het publiek al snel in hogere sferen te krijgen met eindeloos uitgestrekte, psychedelische jamsessies, waarin de gitaar- en keyboardriffs als tentakels om zich heen grijpen. (Rik)
Black Mountain mag vandaag afsluiten op het hoofdpodium. Dat deden ze ook al op de Afterburner van de editie van 2011, maar ook dit gezelschap lijkt het allemaal wel best te vinden. Het geluid staat ongelooflijk hard en de beweging op het podium is minimaal. Voor een band die na zes jaar weer eens met een nieuw album komt, had ik echt wel meer verwacht. (Ruud)
Ik loop nog even door naar Abysmal Grief in het Patronaat, dat blijkbaar om onverklaarbare redenen een kwartier te laat begonnen is. Ook deze heren draaien de nodige jaren mee, maar hun doom metal klinkt op plaat beter dan live. Veel generieker en doorsnee kan haast niet.(Ruud)
In de Green Room mag de Finse formatie Abyssion het licht uitdoen. Op dit late moment van de dag is de simplistische, Motrhead-meets-blackmetal met een psychedelische inslag precies wat je nodig hebt. De biker-achtige frontman Jose Rossi wordt vergezeld door twee djs en een drummer. Het boerse gebrabbel (in het voor de meesten overstaanbare Fins) van Rossi tussen de nummers door wordt niet door iedereen gewaardeerd, maar biedt wel de nodige ademruimte aan het einde van de dag op een festival dat het gevaar loopt zichzelf soms iets te serieus te nemen. (Kees)
Met dank aan Niels Vinck voor de foto's!