Zondag 12 april:
Welcome to the breakfast show. We give you some food for the mind. White Hills mag de Afterburner openen op het hoofdpodium en doet dat goed. De psychedelische rock gaat erin als ontbijtkoek. In 2009 stond de Amerikaanse formatie nog in de Bat Cave, in 2011 in de Green Room en nu dus op het hoofdpodium. De band heeft zich duidelijk op weten te werken en is hoofdpodiumwaardig. De hypnotiserende muziek van het drietal uit New York creert een relaxte atmosfeer. Een zeer aangenaam begin van de laatste Roadburndag. (Jeffrey)
Iemand in mijn kenniskring tipte mij om Bongripper te gaan bekijken. In 2012 stond de doomband ook op Roadburn en maakte toen blijkbaar veel indruk. Destijds was ik niet van de partij en afgelopen donderdag (toen ze het album Miserable in het geheel speelden) was ik bij het fantastische optreden van Lazer/Wulf. Gelukkig is Bongripper een van de bands die meer dan een maal optreedt tijdens de twintigste editie en ik heb dan ook een plaatsje vrijgehouden in mijn agenda. Op de plaat weet de formatie uit Chicago mij niet te boeien, maar live klinkt het al een stuk overtuigender. Het optreden blaast me niet van de sokken, maar is ok. De Amerikanen zijn vandaag gezegend met een goede en vette sound en er zit redelijk wat beleving in bij de heren op het podium. Aardig wat toeschouwers gaan op in de muziek, maar ik vind de muziek te eentonig om de hele set uit te kunnen staan. (Jeffrey)
Elke dag is het even tijd voor een film in 013. Gisteren speelde Claudio Simonettis Goblin nog Dawn Of The Dead, vandaag staat Suspiria op het programma. De horrorfilm uit 1977 is geregisseerd door Dario Argento. Het verhaal draait om Suzy. Ze denkt les te krijgen op een balletschool, maar als er mensen verdwijnen, gaat ze op onderzoek uit en ontdekt de duistere intenties van de directie. Op zich is de soundtrack niet heel spannend, maar deze past prima bij de film en wordt goed uitgevoerd. De muzikanten krijgen tussendoor dan ook terecht applaus vanuit de volle zaal. Claudio steekt zijn duim richting ons op als blijk van dankbaarheid. Het is een lange zit en de vermoeidheid van drie dagen muziek speelt mij parten. Het laatste deel van de film zit ik dan ook niet uit, maar ik besluit bij de bar te gaan staan. Dat bevalt een stuk beter. Na afloop is er terecht een staande ovatie. (Jeffrey)
De voornaamste reden waarom ik een kaartje voor Roadburn heb gekocht, is het speciale optreden van Anathema. Toen ik hoorde dat de ex-leden Duncan Patterson en Darren White met de huidige bezetting van de Britse formatie zouden optreden, aarzelde ik geen moment. Zon kans krijg je niet vaak. Vlak voor het optreden zie je al veel Anathema-fans met oude shirts van het debuutalbum Serenades lopen, hetgeen een nostalgisch gevoel bij me opwekt. Ook ik was in die tijd (begin jaren negentig) al fan van de Britse doom/deathformatie, maar tevens kan ik de atmosferische/psychedelische rock van heden ook waarderen.
Alle albums vandaag aan bod. De set duurt op papier een uur en tien minuten en bevat de discografie in omgekeerde volgorde. De nieuwere nummers Anathema en Untouchable, Part 1 klinken wat aarzelend, maar zodra de oudere platen aan bod komen en het geluid beter staat afgesteld, komen A Simple Mistake en Closer een stuk overtuigender over. Zangeres Lee Douglas schittert in A Natural Disaster, maar blijft verder de show van de zijkant bekijken. Vincent is beter bij stem dan bij aanvang van het optreden en de solos van broer Danny klinken ook beter. Hij vertelt ons tussendoor dat de voorkant van de Universal-dvd een foto is van 013. Een leuk feit, net als dat een deel van de teksten voor het album The Silent Enigma (1995) door een fan zijn geschreven. Na de klassieker One Last Goodbye komt bassist Duncan Patterson op het podium en hij speelt de rest van de set mee. Dat doet hij goed, maar hij staat er wat onbewogen bij. Dat kan van de anderen niet gezegd worden. Er komt steeds meer beleving in het optreden met onder andere Fragile Dreams en A Dying Wish.
Daarna breekt het bijzondere moment aan waarop Darren White het podium betreedt. Sinds 1993 was de zanger niet meer in Nederland geweest en hij heeft er dan ook enorm naar uitgekeken om vandaag op Roadburn te staan. Met spanning wacht ik af hoe hij het ervan afbrengt, maar al snel maakt die spanning plaats voor bewondering. Er volgen meer nummers dan ik had verwacht en de speeltijd wordt daarmee flink overschreden. Twee tracks van Pentecost III en maar liefst vier van het debuutalbum Serenades. Bijzonder gaaf om de oude nummers na lange tijd te horen. Duncan imponeert vooral met zijn actieve performance. Ook is hij nog altijd goed bij stem, al klinken de grunts minder zwaar dan op de cd's. De heren lijken er zelf ook veel plezier in te hebben om het oude materiaal weer te spelen. Het publiek geniet ervan en het optreden van Anathema behoort dan ook zeker tot de hoogtepunten van Roadburn 2015. (Jeffrey)
De clash met White Hills is een erg nare, maar omdat ik bang ben om de Green Room helemaal niet meer in te komen, besluit ik Argus vanaf het begin te zien. De keuze heeft er natuurlijk ook mee te maken dat ik na vier dagen voornamelijk trage muziek, eigenlijk wel zin heb in wat snels en opdwepends. De Amerikanen trappen af met By Endurance We Conquer. Aan het geluid wordt nog even gesleuteld, maar al gauw zijn alle muzikanten goed te horen. Het is de tweede show met de nieuwelingen Justin Campbell (bass) en Dave Watson (gitaar), maar die hebben er weinig moeite mee om hun voorgangers te doen vergeten. Beide heren hebben elk een betere podiumpresentatie dan van hun voorgangers tezamen. De set lijkt veel op die van hun performance op de Dutch Doom Days 2013. De band beseft zich echter goed dat ze voor een ietwat ander publiek staan te spelen, maar genieten er zichtbaar van. Dat hun optreden een succes is, getuigt wel van het feit dat de merchstand praktisch leeggekocht wordt. (Ruud)
Bongripper was ik zo snel zat, dat ik maar weer terugkeer naar de Green Room. De beurt is dan aan Sir Admiral Cloudesly Shovell. Ik besprak enkele jaren geleden Don't Hear It...Fear It! al en het gevoel dat ik had met die plaat, heb ik nog steeds. Overigens struikelt menig Roadburnganger over de bandnaam, wat grappig is om te ervaren. De show van deze Britten is overigens best leuk. Net als op hun debuut worden leuke songs afgewisseld met matige. Het draait me iets teveel om de snelheid en het retro-aspect overheerst me iets teveel. Wel zie ik leuke films geprojecteerd worden, zoals de legendarische animatie Heavy Metal uit 1981. Ondanks dat ik het zelf allemaal wel aardig vind, moet gezegd worden dat er een behoorlijke massa uit zijn dak gaat bij het optreden van deze band. Ook de slechte zangkunsten worden bedekt met de mantel der liefde. Eerlijk is eerlijk, ook dit optreden is een succes. (Ruud)
Met het belazerde gevoel na Gnaw Their Tongues, wacht ik het optreden van Bast af. Ik heb een plaatsje gevonden achterin de Green Room, vanwaar ik slechts wat glimpen opvang van de actie op het podium. Toch sta ik er van te kijken hoe verrassend vloeiend de songs zijn. De varirende tempos van felle, schelle blackmetalstukken naar dreunende, bottenbrekende doom zijn geweldig. Ik snap inmiddels wel waarom die gast van Conan deze band heeft laten tekenen bij zijn label Black Bow. Hetzelfde label overigens dat Undersmile onder contract heeft, waar ik gisteren verliefd op werd. (Ville)
All right, all right! Whats up, Roadburn? Thanks for being with us. Were The Golden Grass. Het trio muzikanten dat pas sinds twee jaar actief is, zorgt ervoor dat we met een goed gevoel uit de zaal vertrekken. De feel-good underground rock boeit direct vanaf de eerste tonen van het zeer aanstekelijke Stuck On The Mountain, afkomstig van het debuutalbum The Golden Grass. De muziek zit boordevol goede ideen. Van gevarieerd drumwerk, mooie basloopjes en catchy refreinen tot zeer fraaie melodielijnen en stevige riffs. Er zit bovendien echt een ziel in de muziek en die bezieling straalt ook van de performance af. Het swingt, het is kleurrijk (mede dankzij de achtergrondbeelden), nostalgisch, geweldig! Het geluid staat loepzuiver, goed vol en op een prima volume en daardoor komen songs als Please Man en de nieuwe 7 The Pilgrim optimaal tot hun recht, nog beter dan op de plaat. The Golden Grass is een zeer levendige afsluiter en zonder meer een van de hoogtepunten van een geslaagde laatste Roadburndag.
De traditionele Afterburner is meestal qua programma minder vol dan de dagen ervoor. Ook dit jaar is dat het geval. Er zijn zelfs delen in de middag dat er niet echt iets speelt dat ik graag zou willen zien dat komt niet vaak voor op dit festival. Het begin van het programma is echter erg fraai. In Cul De Sac mag de jonge Nederlandse band IZAH zijn kunsten vertonen. Het is behoorlijk druk op het kleine podiumpje, maar IZAH maakt de verwachtingen die het met het sterke debuutalbum Sistere wist te scheppen, ruimschoots waar. Het geluid is in het begin nog wat krakkemikkig, maar dat wordt gelukkig al snel bijgetrokken. De uitgesponnen nummers combineren Neurosis-achtige sludge/post-hardcore met sfeervolle postrockpassages. Niet erg origineel, maar de uitvoering is buitengewoon volwassen en imponerend. Door te spelen met het toevoegen van samples en effectieve cleane zang creert de band een rijke sound waarvan de bezoekers vanmiddag duidelijk onder de indruk zijn en terecht. Een klasse-optreden! (Rik)
Gnaw Their Tongues is een op plaat vaak fantastisch, huiveringwekkend project, waarin ritualistische, verwrongen orkestrale elementen om voorrang vechten met ronduit chaotische black metal en beenharde noise. Ook qua thematiek weet Gnaw Their Tongues een beklemmende en ziekelijke sfeer te creren. Een plaat als An Epiphamic Vomiting Of Blood klinkt letterlijk als de soundtrack van de hel. Vanmiddag staat Gnaw Their Tongues echter op het programma in Cul De Sac, terwijl buiten een lekker zonnetje schijnt en de lentebok er goed inglijdt. Niet bepaald de meest ideale omstandigheden. Als de geluidsman dan ook nog totaal geen raad weet met de nachtmerrieachtige kakofonie aan klanken die Gnaw Their Tongues op de bezoekers los laat en het intense gekrijs van beide heren op het podium totaal niet te horen is wordt al snel duidelijk dat dit een verloren zaak is. Het doet allemaal een beetje pathetisch aan en dat is toch niet wat ik had verwacht en gehoopt. Nee, laat mij Gnaw Their Tongues maar in het donker met koptelefoon op consumeren, want dit optreden is nogal een deceptie. (Rik)
Het voelt niet goed om de laatste minuten van de show van Goblin te missen, maar uit ervaring weet je inmiddels wel dat wanneer je niet op tijd bent in de Stage01 of Cul de Sac, dat je er simpelweg niet meer in komt. Ook op het Franse Abrahma komt veel volk af, maar echt druk wordt het niet. Ik zie veel mensen in de zaal die ook bij Sir Admiral Cloudesley Shovell aanwezig waren. Echt vreemd is dat niet, want de twee hebben wel wat weg van elkaar. Abrahma valt bij ondergetekende echter wel een stuk beter, omdat de muziek consistenter, en de zang stukken beter is. Echt bekend met het materiaal ben ik niet, maar ik ga er voor het gemak maar vanuit dat er wel wat voorbijkomt van het binnenkort te verschijnen Reflections In The Bowels Of A Bird. De interesse is gewekt door deze enthousiaste show. Zoals gebruikelijk op de Afterburner, slaat de vermoeidheid langzaam maar zeker toe. De angst voor een overvolle Main Stage vanwege Anathema, doet me de Cul de Sac op tijd verlaten en dat is toch met enige pijn in mijn hart. (Ruud)
Pagina 1: donderdag 9 april
Pagina 2: vrijdag 10 april
Pagina 3: zaterdag 11 april
Pagina 4: zondag 12 april