Voor het zover is krijgt de zaal eerst het Britse The Crave voorgeschoteld als opwarmer. Deze overzeese rockers zijn geen kanshebbers voor een originaliteitprijs, maar hun rol als voorprogramma vervullen ze uitstekend. Muzikaal is de rock van deze heren even verrassend als de bandnaam doet vermoeden. Het is basic zonder gecompliceerde gitaarpartijen, een enkele 'yeah yeah yeah' en met wat grundge invloed hier en daar, maar het draait bij The Crave voornamelijk om de lol en de lekkere riffs. De heren hebben baat bij de overvolle zaal waar de nummers eigenlijk zonder uitzondering goed ontvangen worden. Dat er talloze bands als deze op bijna elke vierkante kilometer van het Verenigd Koninkrijk te vinden zijn, zal vele aanwezigen een zorg zijn; de heren zijn een goede aanvulling op de ongedwongen sfeer van de avond. The Crave is geen band die velen bij zal blijven, het gezelschap speelde echter wel op het goede moment op de goede plek.
Het duurt even voordat het de beurt is aan de hoofdact, maar als de heren van Shinedown eenmaal het podium betreden is er geen houden meer aan. Hoewel men het sinds twee maanden met een gitarist minder moet doen, is er in het geluid of in de performance weinig van te merken. Zanger Brent Smith legt vanaf begin af aan het juiste contact met de volle zaal en laat deze tijdens het concert ook niet meer los; iets wat zowel aan de man zelf als aan zijn publiek te merken is. Anders dan in een oversized HMH vallen de monologen en andere acties van de zanger tijdens dit concert wel op hun plek. Zo schreeuwt het publiek steeds inderdaad harder als Brent zijn hand hoger houdt en krijgt maar een enkeling het voor elkaar om gedurende het hele concert niet aan de springacties mee te doen. Door de intieme opzet van het concert ziet de zanger zelfs de kans om in halverwege het publiek in te springen en tussen de menigte gewoon door te zingen. Naast de goede sfeer is ook de sound en de overtuiging van de nummers stukken beter dan vorig jaar. Tracks als Devour en Sin with a Grin van het laatste album The Sound of Madness (2008) komen live echt tot leven en ook het praatje bij Crow and the Butterfly geeft het nummer extra glans. Hetzelfde gaat op bij Second Chance, waarin zanger Brent de kans schoon ziet iedereen duidelijk te maken dat niemand in de weg mag staan van zijn/haar ambities. Dat het Amerikaanse gezelschap een belichaming is van die filosofie is deze avond overduidelijk geworden. Een meer dan uitstekende show.
The Crave: