Al jaren maakt hij nu het clubcircuit van Los Angeles onveilig en treedt hij met grote regelmaat op in beroemde bars als The Roxy, Whisky A Go Go en de Rainbow, ironisch genoeg dezelfde bars als waar Guns n’ Roses groot is geworden. Bovendien zal hij binnenkort met Jason Newsted en Tommy Lee in een tv-show opzoek gaan naar een zanger om een ‘supergroep’ te vormen.
Voor het eerst is hij met eigen band nu in Europa om in kleine zalen te spelen. Het zou makkelijk zijn voor Clarke om een groot aantal Gn’R-hits te spelen, dan is succes immers verzekerd. Maar naast de nummers ‘Knockin’ On Heaven’s Door’ (geschreven door Bob Dylan, vooral populair door de versie van Axl en co.), ‘Sweet Child O’Mine’ en passages van ‘Used To Love Her’ en ‘My Michelle’ worden er vooral veel nummers gespeeld van zijn drie solo-albums.
Op het podium wordt Clarke slechts vergezeld door een drummer en een bassist met een te grote zonnebril en een muts op. De inmiddels 43-jarige zanger/gitarist laat horen dat hij meer is dan de slaggitarist die bij Guns n’ Roses in de schaduw van Slash opereerde. De bluesy hardrock van dit sympathieke trio slaat aan bij het publiek (naar schatting zo'n driehonderd man) en vooral de solo’s van Clarke mogen er wezen. Absoluut hoogtepunt is het stevige rocknummer ‘Monkey Chow’, dat de Amerikaan opnam met Slash’s Snakepit.
Gilby Clarke is het bewijs dat er leven is na de dood. Dat het betekent dat je van optredens voor 50.000 mensen plotseling speelt in kleine hotelzaaltjes maakt niet uit als rock’n’roll door je aderen stroomt. De mannen hadden het zichtbaar naar hun zin en het publiek evenzo. Een leuke en unieke ervaring voor iedereen.