Het Amerikaanse Everytime I Die mag vanavond het metalfeestje openen. Echter door een gebrek aan appreciatie vanuit het publiek voor de muziek die Everytime I Die maakt en het vele geouwehoer tussendoor van zanger Keith Buckley valt dit optreden in het spreekwoordelijke water. Tel daarbij op dat de podiumverlichting om de haverklap hinderlijk in je gezicht schijnt waardoor je keer op keer je ogen dicht moet knijpen en je weet wel hoe laat het is. Zelfs na de roep om een circle pit van Buckley blijft het publiek apathisch toekijken. Wat mij betreft een weinig memorabele show.
Dat het niet aan het publiek ligt blijkt wel als de boel compleet losgaat bij de beginklanken van Unearth. Trevor Phipps en zijn mannen hebben geen enkele moeite het Tilburgse publiek om hun vinger te winden. Nieuw of oud materiaal, het maakt niet uit, het wordt allemaal met luid gejuich ontvangen. Het gros van de nummers is afkomstig van het uit 2004 stammende meesterwerkje ‘The Oncoming Storm’. Een prima geluid en een enthousiast Unearth zorgen ervoor dat de sfeer er goed in zit. Afgesloten wordt er met ‘Black Hearts Now Reign’.
De enige niet-Amerikaanse band van vanavond is Caliban. De metalcore van deze Duitsers (Caliban wordt gezien als een van de grondleggers van dit relatief jonge genre) is afwisselend te noemen met enerzijds de screams van Andy Dörner die zorgen voor de nodige agressiviteit en anderzijds de cleane zang van een van de gitaristen die voor wat rustpunten zorgt.
Binnenkort komt de nieuwe Lamb of God DVD uit genaamd ‘Killadelphia’. Afgaande op de show van vanavond wordt dat zeker weer in de buidel tasten want deze band uit Richmond, Virginia laat een fenomenale indruk achter. Lamb of God (voorheen Burn the Priest en in enkele Amerikaanse steden niet welkom vanwege deze naam) speelt naar eigen zeggen ‘pure American metal’, snoeiharde metal die aanvoelt als een stoot in de maagstreek. En voelt het bij jou niet zo dan krijg je die vast wel als je je in de pit begeeft vanavond. Er wordt geopend met ‘Laid to Rest’ en meteen gaat het dak eraf. De gitaarsolo’s zijn magistraal en brulaap Randy Blythe klinkt minstens zo goed, dan niet beter dan op CD. We krijgen uiteraard nog meer nummers van ‘Ashes of the Wake’ (2004) te horen, maar gelukkig wordt er ook teruggegrepen naar het oudere werk, onder andere middels ‘Ruin’. De band heeft het zichtbaar naar hun zin en Blythe prijst de plaatselijke coffeeshop vanwege hun goede gras (“I haven’t been this high for a long time”), wat hij ter plekke oprookt. Helaas komt er aan alles een eind en zit het concert er na iets langer dan een uur er weer op. Gelukkig hoef ik maar tien minuutjes te fietsen...