Omdat NS er weer alles aan heeft gedaan om een tijdige aankomst in Utrecht vanuit het zuiden des lands te voorkomen, moet ik opener Lesoir spijtig genoeg aan me voorbij laten gaan. Gelukkig ben ik net op tijd in TivoliVredenburg gearriveerd om de Noorse band AVKRVST aan het werk te zien. Het is zeer bijzonder en ook wel uniek aan dit festival dat een beginnende band, met slechts een album op het cv, een uur speeltijd krijgt. Debuutalbum The Approbation (2023), verschenen via InsideOut Records, kan echter op vrijwel unaniem lovende recensies rekenen, met name vanwege de behoorlijk eigenzinnige smeltkroes aan invloeden die het vijftal erop ten gehore brengt. De aftrap vanmiddag is in echte progstijl, zullen we maar zeggen. De bandleden staan eerst een minuut lang te frunniken aan hun gitaren, waardoor het momentum al snel wegebt. Als AVKRVST echter eenmaal begint te spelen, weet de groep de aandacht van het publiek goed vast te houden door de onvoorspelbare composities, die net zo makkelijk richting Steven Wilson-achtige progrock als steviger, Opethiaans vaarwater bewegen. De zang van Simon Bergseth (tevens een van de twee gitaristen) is vrij melodieus, maar soms ook wat eentonig. De behoorlijk sterke grunts, die vanuit het niets uit zijn schuchtere keel komen, zijn echter verrassend en smaken naar meer. Met name in de twee lange, veelzijdige nummers Anodyne en The Approbation, die zich mede onderscheiden door het stevige en strakke drumwerk, geeft AVKRVST een aardig visitekaartje af.
Ook Rendezvous Point komt uit Noorwegen. Deze groep krijgt zelfs vijf kwartier (!) speeltijd toebedeeld. Ik vraag me af of ik de nieuwste wereldwijde sensatie heb gemist, want dit vijftal lijkt me toch nog niet dusdanig beroemd om een dergelijke speelduur te rechtvaardigen. De muziek van het vijftal is in ieder geval lekker stevig en modern, met invloeden van Leprous, Pain Of Salvation en Caligula’s Horse. Het hoge stemgeluid van Geirmund Hansen doet ook wel wat aan VOLA denken. Hoewel de nummers instrumentaal en technisch uitstekend in elkaar zitten, valt het eerste deel van het optreden enigszins in het water door het bijzonder matige geluid. Fijn dat de volumeknop zo ver mogelijk open is gedraaid, maar zuiver is het niet bepaald te noemen. De bij vlagen zeer technische loopjes van bassiste Gunn-Hilde Erstad zien er gaaf uit, maar zijn in de eerste nummers nauwelijks te horen en ook toetsenist Nicolay Tangen Svennæs hoort zijn bijdragen verzuipen in de brij. Het drumwerk van Baard Kolstad is wel goed hoorbaar en de bezieling waarmee hij tekeer gaat, is geweldig om te zien. Gelukkig trekt het geluid vanaf de catchy publieksfavoriet Oslo Syndrome wat bij. Vijf kwartier is wel iets te lang, maar Rendezvous Point biedt genoeg kwaliteit om de meeste bezoekers te blijven boeien.
Met The Flower Kings heeft het festival een co-headliner van formaat te pakken. Hoewel ik me kan voorstellen dat Riverside bij een groter publiek bekend is, gelden de Zweedse hippies vooral voor de wat oudere garde als een van de grote namen in het genre. Het vijftal begint een kwartier te laat wegens technische problemen, wat tot enig ongeduld in de zaal leidt – niet gek als de standaard ombouwtijd al drie kwartier duurt. “Het zijn natuurlijk ook wel diva’s he”, hoor ik iemand achter mij becommentariëren. Niets blijkt echter minder waar. Als de heren dan eindelijk van start kunnen, valt vooral op dat de band met enorm veel spelplezier en dankbaarheid staat te spelen. De setlist van vandaag is opgebouwd rondom de klassieker Stardust We Are (1997), maar daarnaast komt er ook materiaal van Flower Power (1999) en zelfs debuutalbum Back In The World Of Adventures (1995) voorbij. We duiken dus diep in het verleden, want van de laatste twaalf (!) albums wordt niets gespeeld.
Toch hebben de frisse en buitengewoon soepele tracks niets van hun authenticiteit en charme verloren. De muzikaliteit en instrumentale souplesse spatten werkelijk van het podium af. Vooral het samenspel tussen Roine Stolt en Hasse Fröberg is een genot voor het oor. Ze vullen elkaar niet alleen aan in hun warme, rijke gitaarspel, maar ook de samenzang pakt zeer complementair uit. Fröberg is de betere zanger en hij brengt zijn zanglijnen met enorm veel bezieling, maar de wat bedachtzame zang van Stolt harmonieert hier wonderwel mee. Vooral in Church Of Your Heart levert dat prachtige momenten op. Het geluid staat gelukkig prima afgesteld, waardoor het genieten is van epische uitvoeringen van Garden Of Dreams en Big Puzzle. Het pièce de résistance is echter het afsluitende pronkstuk Stardust We Are, waarin de heren hun vakmanschap in een klein half uur etaleren in een wonderschone uitvoering van deze klassieker. De waanzinnig mooie keyboardpartij van Lalle Larsson oogst terecht enorm applaus. The Flower Kings weet jong en oud te ontroeren met een masterclass in progressieve rock.
Ook headliner Riverside duikt vanavond regelmatig het verre verleden in. De Poolse groep rondom zanger/bassist Mariusz Duda trapt namelijk ambitieus af met het kwartier durende titelnummer van het tweede album Second Life Syndrome (2005), om direct daarna te vervolgen met het titelnummer van debuutplaat Out Of Myself (2004). Het zijn werkstukken waarmee de mannen zich destijds direct op de kaart wisten te zetten met boeiende composities vol instrumentaal vuurwerk, nu eens lichtelijk neurotisch en gejaagd, dan weer zeer dromerig. Helaas komen de tracks vanavond minder goed uit de verf. Dat ligt niet aan het spel, maar aan het behoorlijk matige geluid, dat bovendien het hele optreden vrij zacht staat. Vooral de keyboardpartijen van Michal Lapaj zijn tijdens deze nummers nauwelijks te horen. Daardoor verliest ook het uitstekende Big Tech Brother veel van zijn charme, want het is juist het uitbundige toetsenwerk van Lapaj dat dit nummer van de laatste langspeler draagt.
Zo dreigt het enige Europese optreden dat Riverside dit jaar geeft even uit te draaien op een lichte teleurstelling. Gelukkig wordt de sound in de tweede helft bijgesteld. Met name vanaf de onweerstaanbaar swingende hitsingle Friend Or Foe? vallen alle puzzelstukjes op hun plek – en vanaf dat moment is het genieten van de muzikaliteit van deze groep. Duda is goed bij stem en betrekt het publiek makkelijk bij het optreden. Zo krijgt hij een groot deel van de zaal aan het springen tijdens het fantastische, met enorm veel ‘schwung’ gespeelde Egoist Hedonist (van Anno Domini High Definition). Al eerder worden we getrakteerd op een sublieme uitvoering van de ‘westerntrack’ Wasteland, waarin de centrale melodielijn luidkeels door de zaal wordt meegezongen. Met het twaalf minuten durende epos Escalator Shrine neemt Riverside afscheid van Utrecht, maar niet voordat de heren terugkeren om de toegift The Curtain Falls (ook van het debuut) ten gehore te brengen. Zo boeien de Polen en laten ze hun vakmanschap horen. Is er dan toch nog iets te klagen? Nou, alleen dat mijn persoonlijke favoriet Addicted niet wordt gespeeld – en dat de band het prachtige album Love, Fear And The Time Machine (2015) in zijn geheel negeert vanavond. Maar goed, hoe rijker het oeuvre, hoe ingewikkelder de keuzes, zullen we maar zeggen. Na een valse start levert Riverside de kwaliteit die we van deze groep mogen verwachten.
Tracklist:
Setlist Riverside:
1. Second Life Syndrome
2. Out Of Myself
3. Big Tech Brother
4. Wasteland
5. Hyperactive
6. Friend Or Foe?
7. Egoist Hedonist
8. Escalator Shrine
Toegift:
9. The Curtain Falls
Setlist The Flower Kings:
1. Compassion
2. Church Of Your Heart
3. Garden Of Dreams
4. Big Puzzle
5. Stardust We Are
Setlist Rendezvous Point:
1. Digital Waste
2. Utopia
3. Pressure
4. Para
5. Oslo Syndrome
6. The Tormented
7. Universal Chaos
8. Presence
9. Still Water
10. Wasteland
11. Don’t Look Up
12. Apollo
13. Mirrors
Setlist AVKRVST:
1. The Pale Moon
2. Isolation
3. The Great White River
4. Arcane Clouds
5. Anodyne
6. The Approbation