Woensdag
Traditioneel wordt er op woensdag al afgetrapt met een pre-party onder de noemer 'The Spark'. Tijdens oudere edities gebeurde dat in het charmante Cul de Sac, maar sinds de laatste jaren is de kleine zaal van 013 de locatie. De drie groepen die vanavond op de planken staan, zijn alle drie onbekenden voor me, dus ik ga volledig blanco de avond in.
De eerste act van de avond is het project Mai Mai Mai van de Italiaan Antonio Tricoli, die middels ritualistische, ritmische noise en ambient donkere Mediterrane folklore en tradities verkent. Gehuld in een zwart met gele cape - inclusief Mgla-achtige gezichtsbedekking – vuurt Tricoli drie kwartier pulserende noise-erupties en dreigende ambient op het publiek af, op een volume dat de grond doet dreunen. In combinatie met de videobeelden van golven en bergen weet hij bij vlagen voor een intense en mystieke sfeer te zorgen, hoewel de performance wel wat eentonig en statisch is. De 'nummers' lopen in elkaar over, waardoor de luisteraar in een soort trance kan raken, maar storend is dan weer dat de overgangen niet altijd helemaal synchroon zijn. Desondanks best een interessante opener van deze avond.
Het niveau daalt helaas zienderogen met het optreden van The Shits. Dit gezelschap uit Leeds produceert een soort sludgy noise-rock die niet verkeerd klinkt, maar de frontman weet binnen welgeteld één nummer de meeste goodwill van het publiek te verpesten. Hij scheldt het publiek uit, steekt zijn vingers in zijn keel, spuugt meerdere malen de zaal in, pakt bier af en gooit lege bekers de zaal in. In zijn white trash-universum zal het vast stoer zijn, maar de meeste mensen kunnen helemaal niets met dit sneue gedrag. Zijn gekerm en gesnauw klinkt lekker smerig – en ook muzikaal gezien klinkt The Shits niet eens zo verkeerd. De groezelige, vieze riffs in combinatie met schurende 'in your face'-punk zijn weliswaar niet bijster spannend, maar doen hun werk op effectieve wijze. Qua performance is het optreden echter nogal kansloos, gezien de op weinig gebaseerde arrogantie van de frontman. Het minimalistische applausje spreekt boekdelen.
Het is al twintig voor elf als de laatste band van de avond, het Amerikaanse Poison Ruïn, de planken betreedt. Na twee cassettes in eigen beheer lijkt de groep uit de obscuriteit te treden: het debuutalbum Härvest verscheen onlangs via Relapse Records. De relatief korte, puntige nummers zijn van het type 'niet lullen maar poetsen' en dat is precies waar de inmiddels volgepropte zaal behoefte aan heeft. De mannen produceren een vuige, opzwepende mengeling van punk, heavy en thrash metal en gooien daar voor de finesse wat dungeonsynth-elementen bij. De mengeling van slordige garageriffs, primitief drumgebeuk, pinnige basgitaarriffs en het obscure gebral van frontman Mac Kennedy zorgt voor een uitgelaten sfeer. Eerlijk gezegd is de muziek verre van verheffend, maar het enthousiasme waarmee de groep zijn rellerige hymnes de zaal in slingert, werkt best aanstekelijk. Zo zorgt Poison Ruïn deze avond toch nog voor een aardig feestje.
Dank aan Paul Verhagen voor de foto's.