Zondag:
De derde festivaldag is altijd de zwaarste. Twee dagen veel decibels aan je hoofd, veel drank, feest en indrukken, zorgen ervoor dat de dag in een roes voorbijtrekt. Vermoeid, maar met een goed ontbijt achter de kiezen en benieuwd naar de verrichtingen van de zes bands die op het programma staan, reist iedereen nog een keer naar JC Sjiwa. Het eerste optreden is direct bijzonder, want het is het eerste ooit van Neverus, een nieuwe band met drie muzikanten uit het voormalige Shadowrise plus gitarist Robin Ritzen (Daemonos, Cathubodua). Slechts twee singles waren vooraf beschikbaar en daaruit kon je concluderen dat Wintersun een van de inspiratiebronnen is. Frontman Jack Streat, niet de beste zanger (vooral zijn cleane zang): “Word on the street is that we are a Wintersun coverband. Our second single is the most Wintersun like since their 2004 opus.” Auch. Niet alleen de Finse formatie is een inspiratiebron, maar je hoort ook wel Children Of Bodom terug in de composities.
We krijgen dus snelle, melodieuze, epische power metal voorgeschoteld, die degelijk is en heel enthousiast wordt uitgevoerd door het kwartet tussen de twee banners. Bovendien maken de bandleden, met Jack Streat voorop in de strijd, veel contact met het publiek, waardoor het een vermakelijke show wordt, zeker als blijkt dat Ritzen vanwege een blessure niet in de gelegenheid is geweest om Temptation is te studeren en daarom op een roze opblaasgitaar het nummer voltooit. Daarna mogen ook de toeschouwers erop spelen. Tussen al het spektakel en rookkanonnen in zijn Towards For Surface, One For Blood en Lazarus de muzikale hoogtepunten van een leuk optreden, dat door een rennende cameramevrouw is vastgelegd voor het nageslacht.
Onnavolgbaar, intens, intrigerend: Nero Di Marte. Een conservatieve progger raakt ongetwijfeld in de war van de complexe songstructuren en maatwisselingen. Hoewel de avantgardistische post-metal niet aan iedereen is besteed, is een compliment aan de Italianen beslist op zijn plaats. Niet in de laatste plaats vanwege het drumwerk van Giulio Galati (Continuum Of Xul, Hideous Divinity, Mass Infection). De sonische muur van dissonant gitaarwerk en razendknap gebruik van de drumkit representeert de ingewikkeldheid van existentiële vraagstukken. Zware materie.
Even wordt de achter zijn bos haar verscholen frontman Sean Worrell uit zijn concentratie gebracht door iemand uit de zaal die (als de frontman vraagt of dit niet té heavy is voor ProgPower) “heavy” roept. “Emotionally heavy”, is zijn reactie, terwijl hij ondertussen zijn gitaar stemt en zich daarna net als zijn bandmakkers concentreert op de moeilijk te volgen composities. Het is wel grappig om te zien dat proggers, die toch wel wat verschillende maatsoorten gewend zijn, proberen mee te bewegen en headbangen op de muziek, maar er al snel naast zitten. Vermakelijk. Pulsar is de meest toegankelijke track, die tevens de beste spanningsopbouw bevat, samen met La Casa Del Diavolo. Nero Di Marte laat Baarlo vragend achter, en misschien is dat juist wel de bedoeling.
”A big step for us, a small step for mankind. It’s the first time outside our own country”. We hebben het hier over Vulkan, een Zweedse band die een positieve indruk maakte met vooral het meest recente album Technatura (2020). Niet vreemd dus dat alle nummers op de setlist van die plaat afkomstig zijn. Het kwintet maakt progressieve heavy rock, geïnspireerd door onder meer Tool, Karnivool, Mastodon, Opeth, Radiohead en prog uit de jaren zeventig. Dat laatste vooral dankzij het toetsenspel. Het sterkste element in het geheel is de ritmiek. Johan Norbäck verrijkt de composities met tribal drumwerk, prima fills en zet samen met bassist Oscar Pettersson een fijne basis neer.
Vulkan komt vooral sterk voor de dag in de epic Rekviem en het rustige Blinding Ornaments, waarin zanger Jimmy Lindblad indruk maakt met zijn emotionele voordracht. Hij wisselt in andere nummers sterke en minder sterke momenten (Spökskepp) af. Dankzij het goede geluid komen de nummers goed tot hun recht, al moet het kwintet ervoor waken om te veel hooi op de vork te nemen, waardoor de composities richting dreigen te missen. Belangrijkste verbeterpunt is de podiumpresentatie, die wat statisch is. Gitarist Christian Frederiksson geeft wat dat betreft het goede voorbeeld, maar Vulkan haalt er niet helemaal uit wat erin zit.
De grootste winnaar van het festival is Meer. Vooraf is de band al flink gehypet, maar de jonge Noren maken de hoge verwachtingen zondermeer waar. Dat doen ze niet alleen met heel fijne progpopliedjes, maar ook, en misschien wel vooral dankzij een zeer aanstekelijk enthousiasme, dat binnen de kortste keren voor een zeer positieve sfeer in het jongerencentrum zorgt. Nergens was de reactie van het publiek zo uitbundig als hier. Er is geen ontkomen aan. Vroeg of laat word je erin meegezogen. De jonge muzikanten stijgen boven zichzelf uit en kunnen niet geloven wat ze overkomt.
Hoewel het eigenlijk niet uitmaakt wat er gespeeld wordt, is Honey een vroeg hoogtepunt en is de tweede helft van de set een aaneenrijgen van favorieten met Grains Of Sand, het fantastische She Goes, Lay It Down (met prima bijdragen van de twee violistes) en Behive. Het kalme Where Do We Go From Here? wordt geïntroduceerd met de mededeling: “If you’re interested in someone, now it’s time to make a move”. Zo is er zelfs knuffelrock in Baarlo. Muziek zorgt voor verbroedering. Meer stijgt boven zichzelf uit!
Helemaal uit Puerto Rico over komen vliegen: Avandra. De eilandbewoners hebben niemand minder dan Vikram Shankar gestrikt om de toetsenpartijen te spelen, wat hij ook op het nieuwe album Prodigal doet, dat volgende maand pas uitkomt, maar waarvan vandaag al veel songs op de setlist staan. Daarvan maakt vooral A Trace Of Home een positieve indruk. Andere visitekaartjes zijn het epische Beyond The Threshold: Part II – Helios Descends, dat sterk afwisselt tussen kalme en stevige passages, het prettig galopperende Chimerical Visions en Ubiquitous (dankzij de erg gave riff). Een aantal nummers is wat aan de vlakke kant. Het is net of de mannen en dame te veel ideeën in hun nummers willen stoppen, wat ten koste gaat van de spanningsopbouw.
Opmerkelijk is de zeer beperkte rol die Valery Velázquez is toebedeeld. De zangeres staat vaak blij te kijken en dat is aandoenlijk, tikt met haar handen mee op de maat (op haar broek), maar heeft soms tijden lang niets te zingen. Bovendien staan haar bijdragen zacht in de mix. De heren om haar heen concentreren zich veelal op de technisch geavanceerde, soms aan Symphony X of Dream Theater herinnerende partijen. De wisselvallig zingende Christian Ayala, die twee koppen groter is dan de anderen, heeft daardoor geen tijd om het publiek te betrekken. Het is Shankar die de show steelt. Hij is niet alleen instrumentaal een klasse apart, maar beleeft het spelen op een intense manier. Prachtig om naar te kijken. Hij krijgt dan ook applaus als hij een hoogwaardige solo uit zijn handen schudt. Er gaat een dankbaarheid uit van het optreden. Dit moet ongetwijfeld het hoogtepunt uit de carrière van de Puerto Ricanen zijn. De festivalgangers zien een hardwerkende band die bij vlagen indruk maakt.
Het is alweer elf jaar geleden dat Seventh Wonder op ProgPower Europe stond. “It’s great to be back”, zegt Tommy Karevik en dat vindt een groep fans, die speciaal voor deze headliner gekomen is, ook. Veel mensen staan intens te genieten van het optreden en zingen meerdere teksten mee, gevraagd (door Karevik) of ongevraagd. Hij maakt vooral indruk tijdens de ballad Tears For A Father. Daarin lijkt hij met net wat meer gevoel te zingen dan bijvoorbeeld Elegy, dat hem dierbaar is en zijn première beleeft, maar toch wat vlakker blijft. Uiteraard komen er wat nieuwe tracks aan bod, waarvan The Light een zeer positieve indruk maakt. De meezinger misstaat niet tussen favorieten als Hide And Seek en Taint The Sky.
Het optreden is zeer professioneel. Er valt niets af te dingen op de uitvoering van de melodieuze, veelal compacte progpowersongs. Nu moet wel gezegd worden dat er wat van Kareviks partijen van backingtrack klinken. De professionaliteit is zowel een sterkte als een zwakte. Qua spontaniteit stralen de heren namelijk minder uit dan de vorige twee bands. Karevik lijkt zelfs af en toe wat verveeld. Toch kan zijn band bij de fans niet stuk, zeker als Alley Cat en Black Parade een goed optreden met twee prima favorieten afsluiten.
Deze editie stond in het teken van elkaar weer zien, blij dat we eindelijk weer mogen na een paar jaar van uitstel. Het afscheid in de ontbijtzaal op maandag is dan ook emotioneel. We nemen afscheid van Baarlo, van het kasteel waarin we dagenlang verbleven en nieuwe vrienden maakten en zien elkaar volgend jaar graag in goede gezondheid terug, dan (6-8 oktober) met onder meer An Abstract Illusion, Darkwater en Obsidian Tide). Dank aan de organisatie en vrijwilligers voor een zeer geslaagd ProgPower Europe 2022!
Met dank aan Alex Blokdijk voor de foto's. Meer foto's op zijn Facebook-pagina.