Zaterdag
Met het schuim tussen de billen start ik aan dag twee van Jera On Air 2019. De temperatuur is hoog opgelopen, maar de show must go on. Daar denkt het Belgische Brutus precies zo over. De mix van grunge, postpunk en pop zorgt voor een welkome afwisseling in het programma. Zangeres/drumster Stephanie ziet eruit om te knuffelen, maar bijt achter het drumstel toch aardig van zich af. Tijdens het optreden loopt er veel publiek in en uit de Vulture. Een uniek geluid is het zeker, maar niet alle bezoekers lijken het te kunnen plaatsen. Ik schaar me bij die categorie. De lovende kritieken die links en rechts te horen zijn, zorgen ervoor dat ik de muziek nog eens aandachtig ga beluisteren op een later tijdstip.
Cancer Bats komt uit Toronto, Canada. De heren spelen een mix van punk en hardcore, met een tamelijk grote sludge-inslag. De Eagle staat alles behalve vol, maar dat is gezien het tijdstip ook niet gek. Dat zanger Liam Cormier over een gezonde portie droge humor beschikt, horen we tussen de nummers door. Zijn stem doet bij tijd en wijlen denken aan Lou Koller (Sick Of It All). Het ruige karakter van de muziek, de jankende gitaren en de van-dik-hout-zaagt-men-planken mentaliteit zorgen voor een licht verteerbare kost, die niet echt beklijft, maar wel lekker wegluistert. Black Label Society meets Pro-Pain.
Het Amerikaanse Chaser komt net als Ignite uit de staat Orange County. De opgewekte (skate)punk vormt echter een groot contrast ten opzichte van hun staatsgenoten. De strandballen vliegen in de rondte bij het betreden in de Buzzard. Een grote Amerikaanse backdrop verraadt de landstrots. Het publiek reageert enthousiast en dat heeft een positieve uitwerking op de beleving van het concert. Met oudje Set It Off, sing-along Woe Song en Bad-Religion cover Everyone Can Be Happy zit het met die sfeer wel goed. Als vocalist Mike LeDonne zich tijdens afsluiter Bonfire ook nog eens laat crowdsurfen door de inmiddels op het podium geklommen fanatiekelingen, is het feest compleet.
Al vanaf 1991 heeft No Fun At All een aanzienlijk aandeel in de punkscene. Het is dan ook een mooi gegeven dat de oude rotten, net als vorig jaar, deel uitmaken van het affice vandaag. De kleine backdrop oogt wat knullig en doet afbreuk aan de status van het gezelschap. De gedrevenheid en positiviteit stralen van het podium af. Muzikaal doen vooral de oude nummers het goed bij de aanwezigen, dat over het algemeen maar lauw reageert. De fans van het eerste uur weten wel raad met Catch Me Running Round, het zeldzaam live gespeelde Can Go Far en Simple. Naarmate het optreden vordert, stroomt er wat meer publiek naar binnen. Echt druk wordt het niet.
Dan is het tijd voor een optreden waar ik erg naar heb uitgekeken. Bleeding Trough staat na vier jaar weer in Nederland op het podium. Het was even stil in het kamp, maar vorig jaar kwam er dan toch weer een teken van leven. Love Will Kill All kwam vorig jaar op plek n in mijn jaarlijst. Het is dan ook even fronsen wanneer de heren en dame beginnen het optreden voor een half gevulde Vulture. Brandan Schieppati is uitstekend bij stem. Bleeding Trough opent met Revenge I Seek en dat doet met verve. Het beperkt aantal shows dat het gezelschap speelt op jaarbasis heeft absoluut een positieve uitwerking op de prestatie die wordt neergezet. Halve bak is niet van toepassing. Tijdens End Us, Portrait Of A Goddess en het aan Hatebreed opgedragen Dead Eyes valt ook op dat de keyboardpartijen van Martha goed naar voren komen. Met dat belangrijke element staat de 'blackened' metalcore ook vandaag als een huis. Tijdens Kill To Believe doet Brandan een oproep tot de grootste circlepit van het festival, maar dat pakt minder goed uit dan hij waarschijnlijk had verwacht. De muziek is complexer dan de gemiddelde Jera-band en dat uit zich duidelijk in de reactie van het publiek. Al met al een meer dan goede show.
In de grote tent trapt Munipical Waste af. De formule die de mannen hanteren, is simpel, maar wel effectief. De mix van crossover en thrash weet veel mensen te bekoren en de band beukt er flink op los. Wanneer nummers als Facewrap, Youre Cut Off en Slime And Punishment voorbijkomen, is n ding duidelijk: er is geen redenen om dit niet gaaf te vinden tijdens een festival. Tegen het einde van de set vraagt de zanger nog of er iemand toevallig wat wiet of paddo's kan aanleveren na het optreden bij de merchstand. Goede muziek op de mat leggen en daarna met de fans een feestje vieren is in goede handen bij Municipal Waste.
Als Vinnie Stigma triomfantelijk het podium opkomt met zijn gitaar boven zijn hoofd, blijkt dat Agnostic Front alleen nog maar hoeft in te koppen. De voorzet is op dat moment al gegeven namelijk. De band behoeft geen introductie meer. Het oeuvre bevat een hoop klassiekers die ook vandaag uit volle borst worden meegezongen in een volle Vulture. Het publiek weet wel raad met For My Family, het in 1984 verschenen Victim In Pain en Crucified met zijn hoge Oi-gehalte. Het blijft heerlijk om een band als Agnostic Front nog steeds te zien domineren in de hardcorescene. Als het laatste nummer Gotta Go is ingezet, springt de tent zowat uit zijn zeilen. Hardcore lives!
Na dit goede optreden zou volgens het programmaboekje Death By Stereo moeten beginnen in de Buzzard. Het is echter Ploegendienst die op de planken verschijnt. Later blijkt dat beide bands hebben gewisseld op het affiche, maar ik kan daar nergens iets over terugvinden. Erg zonde aangezien ik ook benieuwd was naar dat optreden.
Dan nog maar een kijkje nemen bij Comeback Kid die in de Eagle voor een volle tent staat te schitteren. Na het album Wake The Dead (2005) ben ik de Amerikanen uit het oog verloren, maar aan interesse geen gebrek, zo blijkt. In datzelfde jaar zag ik de band in de Goudvishal te Arnhem. Dat er nu zoveel mensen uit volle borst meezingen bij de nummers is mooi om te zien. Als de band afsluit met titelnummer Wake The Dead weet ik waarom ik de Amerikanen destijds volgde.
First Blood is al lang niet meer het kleine broertje van Hatebreed. De lompe hardcore is zo in trek dat de kleine Buzzard helemaal volstaat en de kijkers zelfs buiten de stent staan mee te genieten. Het hoge moshgehalte zorgt zelfs voor dansers in de buitenlucht. Ik zelf zie het na een paar nummers van een afstandje aan. Rules By Conviction en Rules Of Life komen voorbij. Als je bedenkt dat het album Rules uit 2017 louter bestaat uit songtitels die beginnen met dat woord, dan is de optelsom snel gemaakt. Echt lang beklijven kan de muziek bij mij niet.
In de grote tent start Heideroosjes met zijn dertigjarige jubileumshow. Speciaal voor onder andere deze aangelegenheid pakken de mannen nog n keer de instrumenten op om vrolijke punkliederen te delen. De vermakelijke, droge humor tussen de nummers door geeft de show net dat extra zetje waardoor je wil blijven kijken. Daarnaast is de muziek ook dik in orde en komen er flink wat klassiekers van de band langs. Damclub Hooligan, Iedereen Is Gek (Behalve Jij) en het emotionelere Ik Zie Je Later, dat opgedragen wordt aan de dierbaren die iedereen is verloren, maken deel uit van de leuke setlist. Na de vraag van zanger Marco Roelofs of er misschien, als de fans zin hebben en het niet erg vinden, een kleine circlepit te maken. Al is het maar van een paar man. Dat zou hij kunnen waarderen tijdens deze afscheidstournee. Uiteraard gebeurt dat en dat is kenmerkend voor het statement dat de Heideroosjes vandaag nog even neer weet te zetten. We missen dit soort Nederlandse bands anno 2019.
Nog een optreden waar ik reikhalzend naar uitkijk, is dat van Turnstile. Met Time & Space wist dit gemleerde gezelschap zijn status weer een extra boost te geven. Uniek en bijzonder zijn toch wel de juiste woorden, zo ook voor het optreden vandaag. Turnstile weet op de een of andere manier een snaar te raken die ervoor zorgt dat je niet stil kunt blijven staan. De swingende, dansbare hardcore valt in goede aarde. Met onder andere Big Smile, I Don't Wanna Be Blind, Generator en Moon komen er veel nummers voorbij van de meest recente langspeler. De zweverige sfeer die zanger Brendan Yates creert door veelvuldig met zijn handen te draaien, past exact bij de samples die de band tussendoor gebruikt. De hitte weerhoudt een flink aantal bezoekers voorin de tent er zich niet van om de ledematen eens lekker te laten wapperen. En de mannen van Turnstile, die vinden het wel mooi. Als Keep Me Down is afgelopen, gaan de lichten aan en lopen alle kijkers tevreden de tent uit, onder het genot van geheel passende lounge-muziek. Prachtig. Bij de merchstand staat een paar minuten na deze geweldige show al aardig wat volk. Beste optreden van het festival!
Wat betreft hardcore mag ik mezelf bij Hatebreed toch wel fan van het eerste uur noemen. Sinds Under The Knife (1997) volg in Jamey Jasta en co al op de voet, maar het is alweer even geleden dat ik de heren live aan het werk zag. Tegelijkertijd moet ik ook toegeven dat de laatste albums mij minder kunnen bekoren. Hatebreed viert dit jaar zijn 25-jarige bestaan. De Eagle staat aardig afgeladen als opener Empty Promises van start gaat. De professionaliteit neemt meteen de overhand, want deze band staat zijn mannetje. Met in willekeurige volgorde Live For This, To The Treshhold, Tear It Down en Last Breath, komen veel verschillende albums aan bod. Jamey bedankt het aanwezige publiek voor de komst en complimenteert het festival met de groei die het doormaakt. Een mooi bewijs dat hardcore en punk nog steeds actueel zijn. Hatebreed levert een machtige show af, waarbij het enige kritische punt is dat de show ook wat aanvoelt als automatische piloot-werk. Waar de mannen ooit nog hard moesten zwoegen om naam te maken, is het nu vooral die status in ere houden. Dat doen ze opzeker. Met het titelnummer van een kneiter van een plaat I Will Be Heard, waarna alles in een stroomversnelling is gekomen, sluiten de Amerikanen af. Een massaal applaus volgt voor het koude kunstje dat Hatebreed wederom flikt.
De Buzzard sluit het festival af met Brabants trots: No Turning Back. De krappe speeltijd komt nog verder in het gedrang door de technische mankementen waarmee de band start. Gelukkig is het leed snel verholpen en vlammen Take Your Guilt, Stay Away en Do You Care? achtereenvolgens door de boxen. De microfoon gaat regelmatig van hand tot hand, de stagedivers duiken massaal op elkaar en de voetjes gaan flink van de vloer. Vocalist Martijn maakt tussendoor gebruik van zijn positie, door met mooie woorden het publiek toe te spreken. Geen onzin, maar woorden recht uit het hart. Met de korte, krachtige nummers als Never Give Up en Sick Society blijft de vaart er goed in. Vervolgens horen we ook een bedankje aan alle bezoekers uit de verschillende landen die vandaag aanwezig zijn. Een Japanse bezoeker die speciaal voor Jera On Air is overgevlogen, krijgt een welverdiend applaus. Met Stronger zet No Turning Back zijn laatste nummer in waarop iedereen nog n keer uit zijn plaat gaat. Meer hardcore gaat het vanavond niet meer worden. Mooi dat deze band de kleine tent mag afsluiten.
Ik besluit dan ook om het Australische Parkway Drive niet meer te gaan bekijken. Het festival is meer dan geslaagd en terwijl ik in de verte een spectaculaire show zie starten, stap ik met een voldaan gevoel in de auto huiswaarts. Een relaxte, gemoedelijke sfeer en veel goede shows maken van Jera On Air 2019 een groot succes. Ik zeg: tot volgend jaar!
Met dank aan Dean Van Den Brande voor de foto's.