De rook van Vildhjarta is nog niet helemaal opgetrokken. Althans, bij aanvang van dag drie staat het podium (nog steeds?) vol rook. Net als Aiming For Enrike heeft ook Time, The Valuator pech. Zanger Phil Bayer heeft er begin deze week de brui aan gegeven. En dat terwijl net twee maanden terug het debuut uitkwam. Het valt niet mee om een band te zijn. We zullen de heren er niet te hard op afrekenen. Dat is gelukkig ook niet nodig. De ietwat in zichzelf gekeerde vervanger Rafael verdient eigenlijk wel lof. Als je in een paar dagen tijd een band zo op kan pakken, dan kan je wat. Hij ondersteunt de typische Axe FX-gitaren en djenty drumsound grotendeels met melodieuze, poppy zang. Maar hij heeft meer noten in zijn repertoire, want ook raps en grunts passeren de revue. Dat is al met al misschien iets te veel van het goede. Rap is in ieder geval niet z'n sterkste punt. In zijn algemeenheid moet de band duidelijkere keuzes maken. Op het gebied van compositie kunnen de mannen nog wel het een en ander leren. Schrijven is schrappen, we weten het allemaal. Een brute sound maakt nog geen vette band. Maar chapeau voor Rafael.
Dhark is niet voor mensen met een korte spanningsboog. De drie geschminkte heren deinzen er namelijk niet voor terug om nummers van meer dan tien minuten te maken. Daarbij gebruiken ze ook nog eens wat minder in de smaak vallende genres. Hun muziek is dan vanzelfsprekend ook niet aan iedereen besteed. De experimentele combo van black en doom heeft weliswaar af en toe een Mastodonvibe, maar dat is voor de gemiddelde Euroblaster helaas niet voldoende. Slechts een handjevol durfals trotseert de zwaar op de diepe bas leunende composities. Of zouden ze het gewoon fris hebben? Het is minstens tien graden kouder dan gisteren en met een straffe wind is het welhaast guur buiten. Hier is het nog uit te houden. Hoe het ook zij, de band past hier niet zo goed.
Letters From The Colony heeft een intro met vrouwelijke kloostersamenzang, maar klapt er daarna vol op. Door af te wisselen met trage sloopriffs weet de band de spanning wl goed vast te houden. De offbeat snares geven het geheel een eigen techkarakter. Het publiek heeft het er in het begin wel moeilijk mee. Niet in de laatste plaats door de afwisseling met technische, jazzy stukken. Dat, of men is gewoon nog niet wakker. Langzaam maar zeker worden de zieltjes echter gewonnen. Een kritische bezoeker vraagt zich af waarom de band eigenlijk een zanger heeft. Er schuilt enige legitimiteit in die vraag. Hij zingt nauwelijks en hij is een beetje ongemakkelijk. Althans, zo lijkt het in het begin. Maar gaandeweg blijkt dit zijn geheel eigen stijl te zijn. Dat blijkt vooral als hij met speels gemak de stand-up comedian uithangt tussen de nummers door. Hij heeft de lachers op zijn hand en hij houdt de aandacht vast. Maar bij een band als deze verwacht je een zanger die je kop eraf wil hakken. Hier valt nog winst te behalen. Al met al toch een verrassend sterke band zo vroeg op de dag.
Adimiron gooit het over een wat meer traditionele progboeg. Het meest in het oog en oor springende element is de bas. Het oog omdat het instrument bespeeld wordt door een vrouw. Cecilia Nappo heeft slechts een rokje en een topje aan. In een door mannen gedomineerd genre, valt dat natuurlijk op. Haar haar danst in de ventilatorwind en daarmee trekt ze erg veel aandacht, terwijl ze continu een gezicht trekt alsof ze een bezemsteel in d'r reet heeft. Maar de bas valt ook op bij het oor. De ontzettend cleane sound staat heel dik in de mix. Dat is doorgaans geen recept voor succes, maar verbazingwekkend genoeg past het hier prima. Zanger Sami El Kadi raakt in ieder geval een beetje ondergesneeuwd onder dit visuele geweld. Het is misschien een kwestie van smaak, maar ook hier kan je je afvragen of de zang nodig is. Muzikaal is het wel tiptop in orde. Bij vlagen geniaal zelfs.
Organized Chaos staat voor een debuutoptreden erg hoog op de bill, maar met David Maxim Micic, Benjamin Lechuga en Vladimir Lalic in de gelederen zou je bijna van aan allstarband kunnen spreken. Gezien de populariteit van met name de eerste twee is zo'n plek natuurlijk wel weer begrijpelijk, maar de vraag is of Vladimir zo'n grote zaal aankan. Hij laat zich bij opkomst in ieder geval in dikke lagen rook hullen. De Servirs laten er vanaf noot n geen misverstand over bestaan dat zij hun vak beheersen. Met een sterk en krachtig geluid maken ze hun optreden tot een genot. Fans van Devin Townsend zullen zich verkneukeld hebben, want zowel compositioneel als vocaal zijn er veel gelijkenissen. Dat is op zich al een compliment. Maar Organized Chaos is geenszins een copy cat. Dat is ook schier onmogelijk natuurlijk. Hoewel Vladimir echt de sterren van de hemel zingt en zeker de aandacht naar zich toetrekt, eist hij het niet op zijn Devins op. De tenor is veel bescheidener en dat past goed bij de muziek. Hier wint hij veel zieltjes mee en hij doet er ongetwijfeld goede zaken mee aan de merchtafel.
Humanity's Last Breath heeft dezelfde lichtman in dienst als Vildhjarta. Dat kan niet anders. En als ik achterom kijk, staat daar Patrick daar inderdaad. De extra lampen en lichtbakken die de headlineshow van gisteren zo extra sterk maakten, staan ook nu weer op het podium en ook de hoeveelheid rook is karakteristiek. Het drumstel is zelfs volledig uit zicht. Ook als je de band niet kent, weet je dus gelijk al waar je aan toe bent. Kneiterharde sloopmuziek voor gevorderden. Wie op het programma voor vandaag heeft gekeken, weet ook dat dit de laatste band is om nog eens goed stuk te gaan. Na het intro is het dan ook gelijk aan. De in zwarte hoody gehulde zanger Filip Danielsson maakt ondanks zijn tengere postuur een imposante indruk. Zodra hij zijn strot opentrekt, gaat het los. De Zweden mokeren al negen jaar aan het brute beukpad en die ervaring zie je terug. Net als Vildhjarta zijn ook hier de songstructuren ietwat chaotisch, maar dat interesseert headbangend Euroblast totaal niet. De haren vliegen in het rond. De moshpit klapt uit elkaar van de zwetende mannen, hier en daar aangevuld met een al dan niet verdwaalde vrouw. Verschillen met eerdergenoemde band zitten hem vooral in de blastbeats en de meer op death metal georienteerde riffs. Maar fuck analyse, rammen met die handel. Dat niet iedereen hierop zit te wachten, boeit niks. En laten we eerlijk zijn, het is toch ook prettig om heerlijk ontspannen beukers tussen al het melodieuze geweld te hebben. Als je het niks vindt, kun je even wat te eten en te drinken halen.
Want ook Sordid Pink staat niet bol van de grunts en dubbele bassen. Nee, dit is weer een band met David Maxim Micic. Waar hij bij Organized Chaos achter de toetsen stond, heeft hij hier de gitaar ter hand. De kenner wist het al een tijdje: dit is de voortzetting van nog zo'n kind aan huis, te weten Destiny Potato. Die bandnaam sloeg al nergens op en Sordid Pink maakt het niet veel beter. De redenen erachter zijn in raadselen gehuld maar ik verwacht volgend jaar wel een release en dan zal een en ander ongetwijfeld duidelijk worden. Of niet. Hoe het ook zij, de band trapt af met het bekende Love Song en de fans zijn gelijk in de ban. De kleine, tengere zangeres Aleksandra elma kan rekenen op veel bijval. Iedereen kent de teksten. De gemiddelde deathmetalfan is allang de zaal uitgevlucht vanwege het enorm hoge pop-gehalte, maar op Euroblast kan dit makkelijk. Zeker nu Aleksandra zo sterk voor de dag komt. Waar ze de vorige keer op Euroblast (2015) iets te vaak de mist in ging, staat ze nu de sterren van de hemel te zingen. Na drie nummers van Destiny Potato is het echter tijd om wat nieuw werk te laten horen. Ondanks dat daarbij niet meegezongen kan worden, is het publiek laaiend enthousiast, al is vier nieuwe nummers achter elkaar misschien wat veel. De aimabele band heeft gelukkig erg trouwe fans. En die worden beloond. Afsluiter Indifferent wordt weer luidkeels meegezongen. Ik zou bijna vergeten dat dit optreden ook nog een Nederlands tintje heeft. Dat mag natuurlijk niet onvermeld blijven. Bassist Siebe Sijpkens viel al eens in bij Destiny Potato op UK Techfest. Dat is de band blijkbaar dusdanig goed bevallen dat hij intussen bandlid is geworden. En daar staat ie dan. De gisteren pas 20 jaar geworden Eindhovenaar windt met zijn positieve uitstraling het publiek om zijn vingers. Dat komt hem aan het eind van het optreden op een shoutout te staan. "Siebe! Siebe! Siebe!", scandeert het publiek. Zo zet Nederland toch nog een stempel op de Euroblastkaart.
Ook Long Distance Calling staat niet voor het eerst op de bhne op Euroblast. Net als in 2012 sluiten deze Duitsers het festival af. Destijds was het een geniale zet om ons met instrumentale, riffgeorinteerde postmetal huiswaarts te sturen. Maar gaat dat zes jaar later ook nog goed? Jazeker. De inmiddels twaalf jaar oude band uit Mnster speelt een thuiswedstrijd en zet een steengoed optreden neer. Om onduidelijke redenen spreken de heren het publiek in het Duits toe. Misschien waren ze niet op de hoogte van het grote aantal internationale bezoekers. We zien het maar door de vingers. Bovendien, een aankondiging in het Duits is beter te negeren en zo blijf je lekker in de sfeer hangen. Ook de nummers van het eerder dit jaar verschenen album Boundless leiden niet af. Sterker nog, ze komen goed uit de verf. Maar de band weet zelf natuurlijk ook wel waar we voor gekomen zijn. Black Paper Planes en Arecibo! En die krijgen we. En gosternokke wat is het goed! Geweldig geluid, prachtige lichtshow en een publiek dat uit de handen van de band eet. Er ontbreekt nog maar n ding. En dat is natuurlijk Metulsky Curse Revisited. En uiteraard krijgen we die geserveerd. Wat een band om mee af te sluiten. Een daverend applaus volgt. Starende ogen in de diepte. Dat was het dan.
Als het laatste applaus wegebt, is het voorbij. De lichten gaan aan. De realiteit en waan van alledag prikken ijlings in onze zij. Wie dat niet verdragen kan, zoekt hulp in de duistere krochten van de Essigfabrik alwaar de huis-dj, want zo mag ik Rmi Gallego toch intussen wel noemen, uw zorgen weldra zal verplaatsen naar morgen. Eerst is het nog even de beurt aan Bob en met een nieuw aangeschafte drankkaart wordt de bar verder leeggedronken. De gevarieerde drum-'n-bass-beats doen bezorgde bekommeringen buigen en barsten. Het gaat lekker los. Zonder opvallende overgang heeft Rmi intussen de draaitafel overgenomen. Ik denk al, wat knalt het toch ineens een stuk harder. Gabberbeats, drum-'n-bass, djenthooks, deathmetalriffs en alles wat lomp en hard is, worden veralgameerd tot n staalhard geheel. Van Aphex Twin tot Meshuggah en alles ertussenin. Langzaam maar zeker taaien de mensen af, maar een heuse Meshuggah-cover klapt erin als een malle. Ook presenteert de progressieve Fransoos nog een nieuwe song van het volgend jaar te verschijnen nieuwe The Algorithm-album. Die is weer stukken harder dan de twee ietwat tegenvallende voorgangers Brute Force en Octopus4. Iets om naar uit te kijken dus. Het is een mooi moment om afscheid te nemen. Dag Euroblast. Tot volgend jaar. We gaan je missen.