De doorstroom naar het festivalterrein verloopt bijzonder vlot en daarom zijn we ruim op tijd aanwezig om de verrichtingen van de eerste band te volgen. We kijken echter eerst nog even naar de terreinopzet die wat veranderd is ten opzichte van de vorige editie. El Presidio is direct rechts te vinden en is dus naar voren gehaald. De organisatie zet dit jaar in op het belevingsaspect: van zelf mogen drummen, grunten (contest) en gitaarspelen in de kleine Monster Energy-tent tot een uitgebreid programma in en rond El Presidio, waar je kon armpje drukken of een freakshow van Helzapoppin Circus volgen. Ook waren er schaars geklede danseressen te bewonderen. Schlagerrockers De Kenny's verwelkomden het festivalpubliek bij binnenkomst en waren ook nog in de open eettent te zien. Je kon ook nog op de foto met mascotte Officer Nice, gedetineerde Frank Lee Morris of cipiers in zwarte latex outfits. Het ene programma was aardig en het andere sfeerverhogend. Er is in ieder geval alles aan gedaan om het de 24.000 bezoekers (gemiddeld 8.000 per dag) naar hun zin te maken.
Vrijdag 10 augustus:
Het eerste optreden van Alcatraz 2018 is dat van het in 2014 opgerichte BARK. De Belgische formatie bijt overtuigend van zich af met korte en krachtige death-'n'-rolltracks die op een gelijknamige ep en twee full-lengths (Voice Of Dog en Like Humans Do) staan. Denk aan Entombed, High On Fire en in mindere mate Motörhead. Voice Of Dog en All Hell Breaks Loose laten weinig aan de verbeelding over. Ze zijn smerig, hard, gespierd en komen abrupt tot een einde. Kort en krachtig. De Antwerpenaren zijn op hun best als het er snel en ruig aan toegaat, zoals in het hardcore-achtige I Remain Untamed. Frontman Ron Bruynseels is een beest en blaft de teksten zeer fel door zijn microfoon en de andere heren ('stray-dogs') staan wild te headbangen. Ook op de dansvloer is er al vroeg beweging en veel bijval (meer dan op soortgelijke tijdstippen in Nederland) en slaat men er in de pit met een opblaashamer op los. Het daadkrachtige BARK laat zich van zijn beste kant horen en zien. Alcatraz 2018 is direct los!
Het Zweedse The Quill is de eerste act op het hoofdpodium, dat in vergelijking met vorig jaar is verfraaid met extra artwork (onder meer de brandende doodskop). De Noord-Europeanen zijn al sinds 1986 actief en hebben in de jaren erna acht albums op de markt gebracht. Er is vandaag veel aandacht voor het meest recente Born From Fire met onder meer Snake Charmer Woman, Ghosthorse en Keep It Together. De bluesy stonerrock met invloeden van Black Sabbath en Led Zeppelin klinkt aardig, maar biedt in te geringe mate een eigen karakter. Een typisch geval van dat de muziek in het verleden wel eens vaker en beter is uitgevoerd. Daar kan ook de vorig jaar teruggekeerde zanger Magnus Ekwall niets aan veranderen. Zijn stem heeft af en toe wat weg van die van Chris Cornell, maar is minder onderscheidend. Bovendien herhaalt hij in sommige tracks de titel te vaak (Hole In My Head). In Ghosthorse komt zijn zang het beste tot zijn recht. Keep It Together en het afsluitende Stone Believer zijn de beste songs op de setlist. The Quill scoort een voldoende, maar veel toejuiching is er niet.
Met de vrolijke outro van Always Look On The Bright Side Of Life reist het festivalpubliek goedgemutst naar de tent voor het eerste hoogtepunt op de dag: Pro-Pain. De ervaren hardcoremachine begint direct overtuigend met Unrestrained ("Never give in and don't fucking take it!"). Het geluid staat lekker vet afgesteld en zodoende komen de grooves van Stand Tall goed uit de boxen. Tijdens deze old school track komen er plotseling twee blote gevangenen over het podium rennen met drie in lycra geklede vrouwelijke cipiers erachteraan. De Amerikanen kunnen er wel om lachen. Ze zijn terug in het land waar Gary Meskil vorig jaar het slachtoffer werd van een bijzonder gewelddadige overval. Hij werd in Brussel door een bende beroofd, met een ijspriem op het hoofd geslagen en nog eens aangevallen. De zanger hield er verschillende breuken in de kaak en in het gezicht aan over en verloor veel bloed. De mede-oprichter herstelde en staat vandaag overtuigend te schreeuwen. Voice Of Rebellion en Deathwish behoren tot de hoogtepunten en tijdens The Shape Of Things To Come is er een circlepit. Pro-Pain, dat slechts halverwege de set wat rustiger aan doet, wint al snel de sympathie en krijgt terecht veel bijval voor een krachtige performance.
Na dertien jaar is het mooi geweest. Op 10 december speelt Diablo Blvd. zijn allerlaatste show. Dat gebeurt in Ancienne Belgique ("Den AB") te Brussel. Daaraan voorafgaand zijn er twee festivalshows. Dat zijn die op Pukkelpop en die vandaag op Alcatraz. De Belgische metalformatie, die ook rockinvloeden van onder meer Faith No More en Alice In Chains in zijn muziek integreert, maakt vandaag een stabiele indruk. De uitvoering van Rise Like Lions is eigenlijk de enige die niet aan de verwachtingen voldoet, maar het toepasselijke The Song Is Over, Sing From The Gallows, het goed opgebouwde The Future Will Do What It's Told en Black Heart Bleed zijn prima visitekaartjes. Ze stemmen voornamelijk de Belgische fans tevreden, die woord voor woord meezingen en op de grond een roeipit vormen. Komediant Alex Agnew (die Tom Anderson van Beavis & Butthead ongetwijfeld goed na kan doen) gaat tijdens de afsluiter op de rug ("Op mijne zak gegaan op het gaafste festival") en heeft zich "een beetje pijn gedaan". Dat heeft de in Pikachu gehesen fan die deelneemt aan de wall of death wellicht ook, maar verder zijn er vooral tevreden gezichten in en rond de pit.
Op het terrein wordt het momenteel wat drukker. Toch zijn er niet heel veel belangstellenden bij The Atomic Bitchwax. Onbekend maakt onbemind blijkbaar, en dat terwijl de groep al sinds 1993 meedraait. Er is niet veel bijval voor het powertrio uit New Jersey dat hardrock en retrorock ten gehore brengt met als voorbeelden onder meer de psychedelische sixties/seventies, Black Sabbath en Deep Purple. Bassist Chris Kosnik, drummer Bob Pantella (beiden in Monster Magnet) en gitarist Finn Ryan brengen het er technisch goed vanaf met als beste voorbeeld Giant, maar er blijft weinig hangen van de nummers. Het drietal doet beslist zijn best, maar krijgt weinig steun van de toeschouwers.
De vuisten gaan de lucht in bij Ross The Boss. De naar gitarist Ross 'The Boss' Friedman vernoemde band speelt met name songs van Manowar, de formatie waarvan Ross van 1980 tot 1989 deel uitmaakte. Hij houdt vandaag samen met de anderen legendarische songs als Fighting The World en Hail And Kill levend. Het is een feest der herkenning en velen zingen de teksten dan ook mee. De zang van Marc Lopes is wisselvallig. Met name zijn hoge uithalen zijn ondermaats. Als hij 'gewoon' zingt, is het zeer acceptabel, al moet hij het duidelijk afleggen tegen Eric Adams. Hij is evenwel heel actief en werkt hard. Ross is minder beweeglijk, al maakt hij aan het begin van Fistful Of Hate een dansje. De vierenzestigjarige gitarist staat goed te soleren tijdens onder meer Sign Of The Hammer en Battle Hymn (dat te lijden heeft onder een ruisend geluid). De zang van Marc zorgt ervoor dat het niet altijd even prettig luisteren is tijdens het optreden, maar degenen die zich er niet aan storen (met name wat oudere bezoekers), genieten vooral van de heavymetalklassiekers.
Bij Suicidal Angels in de tent is het aanvankelijk niet druk. Dat weerhoudt het fanatieke viertal er niet van om er met volle motivatie tegenaan te gaan. Ook het publiek wil wel, maar het geluid staat niet zo goed afgesteld. Met name het gitaargeluid van frontman Nick Melissourgos is nauwelijks te volgen. Dat voorkomt dat Capital Of War en Bleeding Holocaust de gewenste impact hebben. De Grieken die goed naar Slayer geluisterd hebben, laten zich er niet door afleiden. Vanaf Eternally To Suffer gaat het beter. Het soleerwerk verdient een compliment en er komt meer beweging bij de toeschouwers. Tijdens Moshing Crew is er een wall of death en Apokathilosis sluit de set sterk af met een grote moshpit. Suicidal Angels speelt goed, maar de thrash had met een beter afgesteld geluid beslist meer impact gehad.
Het tweede hoogtepunt van de dag is het optreden van Dee Snider. Dat heeft vooral te maken met het charisma van de drieënzestigjarige frontman, die hier een paar jaar geleden met Twisted Sister stond. Zo maakt hij grappen over een roze opblaasflamingo in het publiek, de headlinerstatus van Status Quo en vraagt hij zich af waarom iedereen energie bespaart voorafgaand aan die show. Het regent en dat bevalt hem niet. "Fuck mother nature!" De regen weerhoudt de festivalgangers er niet van om zich voor het hoofdpodium te melden. Nog niet eerder was het zo druk op het veld vandaag. Het eerste deel van de set bestaat vooral uit eigen nummers van For The Love Of Metal. Daarvan maken het stevige Tomorrow's No Concern en het melodieuze Become The Storm de beste indruk. Op de zang lijkt maar geen sleet te zitten. Dee zingt krachtig. Ondertussen staat hij te springen en is hij overal en nergens te vinden. Het harde werken brengt hem buiten adem, maar hij blijft zich actief opstellen. Het wachten is uiteraard op de Twisted Sister-klassiekers en die komen er. We're Not Gonna Take It en I Wanna Rock creëren een groot meezingfeest. De frontman weet precies hoe hij het publiek moet bespelen en betrekt iedereen bij de show. Zo maakt hij handig reclame voor het afsluitende titelnummer van zijn soloplaat. Dee Snider is nog altijd gemotiveerd en kan nog jaren mee.
Nog meer veteranen op het podium. Dit keer in de tent bij Venom Inc. Drummer Anthony 'Abaddon' Bray is er sinds eerder dit jaar niet meer bij. Zijn opvolger is de Amerikaan Jeramie Kling (The Absence). Opvallend is de aanwezigheid van Jeff 'Mantas' Dunn. Slechts "elf weken" geleden kreeg hij een hartaanval. De zevenenvijftigjarige gitarist werd daarna geopereerd en krijgt vandaag een hartverwarmend applaus. Hij introduceert Black Metal met de woorden: "A long time ago I wrote a song which created its own genre." Andere klassiekers op de setlist zijn onder meer Sons Of Satan, Welcome To Hell, Don't Burn The Witch en Witching Hour. Van het album Avé komt alleen Metal We Bleed aan bod. Het geluid staat goed afgesteld. Het zijn vooral de oude krakers die veel bijval opleveren. Bassist/zanger Tony 'Demolition Man' Dolan kondigt Parasite aan met: "Here's an old song, for all people above seventy it's old. For all below twelve it's a new song." Zo is er ook nog wat humor in een set die verder vooral bestaat uit goed uitgevoerde, giftige old school metal.
Rockin' All Over The World, dus ook in Kortrijk. Status Quo doet voorafgaand aan het festival de wenkbrauwen van veel festivalgangers fronsen, maar in de praktijk lijkt de legendarische groep prima te passen in het gevarieerde aanbod aan rock- en metalbands. Het is een feest der herkenning met alle klassiekers die aan bod komen. Naast de reeds genoemde John Fogerty-cover staan onder andere het luidkeels over de hele festivalweide meegezongen In The Army Now (geschreven door Bolland & Bolland), Whatever You Want en de medley What You're Proposing / Down The Dustpipe / Wild Side Of Life / Railroad / Again And Again op de setlist en er is ook nog een toegift met Don't Waste My Time en de Chuck Berry-cover Bye Bye Johnny. De songs rollen lekker de boxen uit en stemmen vrolijk. Ook de bandleden lijken er aardigheid in te hebben. Er is positief onderling contact en de zang van de negenenzestigjarige medeoprichter Francis Rossi, die er al sinds 1962 bij is, kan er nog altijd goed mee door. Er is niet heel veel beweging op het podium, maar de ervaren rotten spelen goed en er valt weinig af te dingen op de solide show die ondanks de regen de stemming niet drukt.
Het volgende hoogtepunt van de dag is Amorphis. Het Finse collectief is momenteel op zijn sterkst. Dat momentum ontstond met Under The Red Cloud (2015) en duurt voort met het recente Queen Of Time. Ook live komen de tracks van deze platen uitstekend tot hun recht. Silver Bride, Against Widows, The Castaway en het afsluitende House Of Sleep zijn de klassiekers die tussendoor de harten van de fans sneller doen kloppen. Een goed gevulde tent geniet van de unieke combinatie van stijlen. Amorphis weet heel goed een balans te vinden tussen elke keer vernieuwen en toch een herkenbaar karakter behouden. Dat is knap, zeker omdat het steeds memorabele nummers met een lange houdbaarheid oplevert. Opvallend vandaag is dat Tomi Joutsen zijn PlayStation-controller-achtige microfoon heeft ingeruild voor een gewoon exemplaar. Verder zijn er geen verrassingen. Qua show is er niet veel te beleven, maar de lichtshow en het geluid zijn goed. Het sterke songmateriaal doet de rest en laat de liefhebbers van begin tot einde genieten en meezingen met onder andere Death Of A King en House Of Sleep.
Een hevige regenbui zorgt ervoor dat het aanvangstijdstip van het optreden van Brides Of Lucifer wordt uitgesteld. De weersomstandigheden en de daaronder lijdende terreinconditie zorgen voor een lagere opkomst dan bij Status Quo en Dee Snider. Sneu, maar zodra het droog is, komen er toch wat mensen uit hun schuilplekken naar het hoofdveld om daar getuige te zijn van een visueel spektakel en een bijzondere vertolking van rock- en metalklassiekers door een band en meiden van het Scala-koor. Degene die de show al eens heeft gezien, krijgt vandaag geen verrassingen te horen of te zien. De strak geregisseerde show blijft zoals deze is met een prachtig decor en fraai gestylde dames met pruiken. Het ene nummer komt net als op de kersverse cd wat beter uit de verf dan de andere. Warriors Of The World United, Fear Of The Dark en Engel behoren tot de hoogtepunten van de set. In het begin kijkt het publiek de kat nog even uit de boom, maar gedurende de set zingen steeds meer mensen mee, zoals tijdens Chop Suey!. Het enige wat het luisterplezier wat bederft, is de harde bas. Verder niets dan lof voor de uitvoering en met name de show. Zo begint South Of Heaven fraai met het hameren op buizen en Engel met pianospel. De dames en de bandleden bevinden zich afwisselend op de begane grond en op de gigantische loopbrug. Live pakt Brides Of Lucifer een stuk steviger uit dan op cd, zeker aan het einde van het optreden met Chop Suey! en Duality. Voor velen is dit bijzondere project een aangename verrassing.
Daarna is er in de tent nog een after-party met Bizkit Park. De uniform geklede mannen brengen covers van Limp Bizkit en Linkin Park ten gehore zoals de naam al aangeeft, maar ook songs van onder meer Deftones (My Own Summer), Korn (Falling Away From Me), P.O.D. (Boom), System Of A Down (Chop Suey!), Slipknot (Wait And Bleed) en Papa Roach (Last Resort) komen aan bod. Het zijn geen hele nummers, maar steeds twee minuten van een track. Er zit dan ook een hoog tempo in de set, naar grote tevredenheid van de feestende menigte die staat te springen en mee te schreeuwen. Bizkit Park heeft twee zangers in dienst, die zich net als de andere bandleden in een trainingsjack hebben gehesen en er actief bij staan. Net als eerder op de dag is er het opmerkelijke moment dat twee blote ontsnapte gevangenen achterna gezeten worden op het podium door drie vrouwelijke cipiers. Vermakelijk, net als het optreden van Bizkit Park, dat de eerste festivaldag feestelijk afsluit.
Meer foto's vind je op onze Facebook-pagina!