Zaterdag 31 maart:
De zaterdag is voor de liefhebber van het zware werk dit jaar vrij mager bezet. We moeten het, qua gitaarmuziek, 's middags vooral doen met de blues. De eerste interessante artiest is de eenmansband Big Bo. Deze Bosschenaar zingt, drumt tegelijkertijd met zijn voeten en bespeelt met zijn handen bij elke song weer een ander authentiek snaarinstrument. Bo's repertoire bestaat uit stokoude (Delta)bluessongs van artiesten als Robert Johnson, Howlin' Wolf en hun tijdgenoten en voorlopers. Het optreden is zeer vermakelijk. Alleen is het constante geroezemoes in de intieme Thunder Alley storend. Jammer dat een deel van het publiek blijkbaar niet komt om naar mooie muziek te luisteren, maar om onafgebroken met oude bekenden te ouwehoeren.
Het optreden van Purpendicular blijkt vertraagd. Alles staat klaar: de instrumenten, versterkers, luidsprekers, licht- en geluidsmensen en een bijna volle Thunderbolt. Helaas is de organisatie echter vergeten om de bandleden uit het hotel op te halen. De fout is inmiddels ontdekt, maar het concert zal nu een minuut of twintig later beginnen. Zo belangrijk is de Deep Purple-coverband nou ook weer niet, dus keer ik onverrichterzake terug naar de naastgelegen Thunder Alley, waar naast een klein podium tevens een herenkapper en een platenzaakje zijn gevestigd. Overigens zijn dit weekeinde op Paaspop tevens coverbands te bewonderen van onder meer Green Day, Guns N' Roses, Led Zeppelin, Nirvana, Normaal, Queen en Status Quo, alsmede het gezelschap Bizkit Park, dat de grootste nu-metalhits ten gehore brengt. Om verschillende redenen laten we die acts echter alle aan ons voorbijgaan.
In de Thunder Alley loopt het programma inmiddels eveneens uit. Boogie Beasts begint tien minuten later dan gepland. Een drummer, twee zangers/gitaristen en een mondharmonicaspeler/aankondiger genereren een swingend bluesrockgeluid, dat rechtstreeks uit de woestijn van Texas of de moerassen van Louisiana lijkt overgewaaid. Toch komt het gezelschap gewoon uit Luik en Belgisch Limburg. Liefhebbers van bijvoorbeeld het vroege werk van ZZ Top kunnen hier, mits ze niet vies zijn van een potje mondharmonica, wel wat mee. Het goed gevulde zaaltje reageert enthousiast en met name de voorste rijen swingen volop. De band nodigt het publiek fanatiek uit om mee te doen. In rap tempo komen de aanstekelijke songs voorbij, inclusief een bluescover van Helter Skelter, de bekende heavymetalsong van The Beatles. De Belgische formatie stopt op het vooraf afgesproken tijdstip, dus al na 35 minuten (aangezien het concert later was begonnen). Op verzoek van het publiek mag Boogie Beasts vervolgens toch nog een extra nummer spelen.
Een half uur later betreden The Goon Mat & Lord Benardo het podium van de Thunder Alley. Het blijkt hierbij te gaan om de mondharmonicaspeler en een van de zanger/gitaristen van Boogie Beasts, waarbij de laatstgenoemde ditmaal met zijn voeten tevens drums speelt. Zo direct na Boogie Beasts is dit simpelweg meer van hetzelfde, doch minder spetterend door de kleinere bezetting.
De navolgende artiest is de hoofdact van deze bluesrock(na)middag: Popa Chubby. Hoewel de Thunderbolt een stuk groter is dan de Thunder Alley, is hij toch veel te klein voor de gezette Amerikaanse gitarist. Wanneer ik bij de Thunderbolt naar binnen loop, zo'n acht minuten voor het aangekondigde aanvangstijdstip, staan Popa en zijn begeleiders reeds op het punt om te beginnen. De zaal binnenkomen lukt nog net, om vervolgens als een blik sardientjes op elkaar geplakt te zitten, zonder zicht op het podium (als je geen twee meter lang bent). Het openingsnummer, een cover van het welbekende Hey Joe, klinkt prima. Door de onaangename drukte besluit ik echter deze tent annex kroeg al snel weer te verlaten en ik ben niet de enige. Jammer dat Popa Chubby niet in een grotere tent geprogrammeerd staat. Ik vind hem een uitstekende gitarist, degelijke zanger en bovengemiddelde songwriter, maar laat deze show aan me voorbijgaan. Hopelijk komt een volgend jaar een herkansing, bijvoorbeeld in de (veel grotere) Jack Daniel's-tent.
Op het moment dat Millionaire het podium betreedt, valt buiten een flinke plensbui naar beneden. De Jack Daniel's-tent staat dan ook goed vol. De Belgische groep is nauw verwant aan Queens Of The Stone Age en maakt alternatieve rock met invloeden uit industrile en stoner rock. Live levert dat een lekkere, dampende pot stevige rockmuziek op, met sterk vervormde vocalen en een dreunende bas, die de vloer laat trillen. Bandleider Tim Vanhamel (ex-Eagles Of Death Metal) is erg expressief op het podium, ondanks dat hij tegelijkertijd zingt en gitaar speelt. Hij beweegt meer dan de gemiddelde vocalist die niet aan een microfoonstandaard zit vastgekluisterd. Regelmatig springt en kronkelt Vanhamel, terwijl hij gitaar blijft spelen, alsof hij zojuist een spastische aanval (of een drugshallucinatie) beleeft. Ook de andere drie muzikanten zitten niet stil. Het enige minpunt is dat Milionaire de show wat vroeg beindigt. Na jarenlange afwezigheid keerde het gezelschap medio 2017 ijzersterk terug met het derde studio-album Sciencing. Op het podium blijkt Millionaire vandaag eveneens een schot in de roos. Welkom terug!
Ruim drie kwartier later mag Kadavar op dezelfde locatie aantreden. Hoewel de regen inmiddels is gestopt, is de publieke belangstelling in de Jack Daniel's-tent opnieuw groot. Aan de lange haren en baarden van het drietal valt direct te zien dat we hier weer met een stel retro-rockers te maken hebben, die inspiratie putten uit de blues, jarenzestigpsychedelica en jarenzeventighardrock. In tegenstelling tot bij de Nederlandse collega's van DeWolff en Birth Of Joy, die eveneens aan Paaspop 2018 deelnemen, opteert Kadavar daarbij voor een basgitaar in plaats van een orgel en voegen de Duitsers een flinke scheut Black Sabbath toe. Het resultaat is een meer 'metal' sound, die de sluimerende oermens in de luisteraar wakker schudt. In hun beste songs, zoals Living In Your Head, Black Sun en Thousand Miles Away From Home, levert dat het summum op van wat retro-rock te bieden heeft. Het is vanavond een genot om die pareltjes live te horen. Helaas zijn de echte uitschieters binnen het werk van Kadavar nog wat dun gezaaid. Daarom komen in het zestig minuten durende concert ook wat minder speciale tracks voorbij. Tevens oogt de band vrij statisch. Per saldo is het optreden van het Berlijnse gezelschap desondanks absoluut de moeite waard.
Op het hoofdpodium valt vervolgens bij de Britse indierockers van The Wombats de verlichting enige tijd uit door een defecte generator. Gelukkig hebben hun landgenoten van Orange Goblin in de Jack Daniel's-tent geen last van dergelijke technische problemen. Het gezelschap zorgt met zijn gepatenteerde mix van Kyuss-, Black Sabbath- en Motrhead-invloeden al snel voor een hoop blije gezichten en meeknikkende hoofden. In juni zal een nieuwe langspeler verschijnen, getiteld The Wolf Bites Back. Daarvan worden vanavond reeds enkele songs gepresenteerd, namelijk Sons Of Salem en het titelnummer (dat in Schijndel zijn vuurdoop ondergaat). Herhaalde luisterbeurten zullen moeten uitwijzen of die tracks blijvertjes zijn. De eerste indruk is gematigd positief. De reeds bekende krakers van de voorgaande albums gaan er vanavond in elk geval in als chocolade-eitjes. Het concert van Orange Goblin behoort tot de hoogtepunten van deze paaszaterdag. De publieke belangstelling neemt gaandeweg weliswaar af, wellicht door het late tijdstip. Desondanks levert de pittige uitsmijter They Come Back (Harvest Of Skulls) een behoorlijke moshpit en wall of death op.
Rond n uur 's nachts is het bij hoofdact Bastille in de grote Apollo vervolgens opvallend druk, maar Death Alley weet in de Jack Daniel's-tent helaas weinig belangstellenden op de been te krijgen. Die nachtbrakers worden getrakteerd op een enthousiaste show van het Amsterdamse viertal. De muziek houdt het midden tussen harde (retro) rock en een oeroude versie van heavy metal. Een week geleden is het tweede studio-album Superbia verschenen, die een duidelijke verbetering laat horen ten opzichte van de ook al niet misselijke debuut-cd Black Magick Boogieland. Met name de zang en de pakkendheid van de songs is vooruitgegaan. Dat is ook te merken tijdens het optreden op Paaspop. Het vorige optreden van Death Alley op het Schijndelse festival (in 2016) was aangenaam, maar vannacht overtuigt het gezelschap nog meer. Daarbij geldt eigenlijk: hoe langer de compositie duurt en hoe meer er gejamd wordt, des te beter een Death Alley-nummer is. De groep had vandaag een groter publiek verdiend. Waar zijn al die mensen gebleven die het verwante Kadavar een paar uur geleden nog wel kwamen checken?