Dag 1
Wegens het afzeggen van Materia mag het Hongaarse Omega Diatribe de mainstage openen. De band maakt groovende metal en heeft overduidelijk veel naar Meshuggah geluisterd. Helaas is het niet de muziek die de meeste aandacht trekt. Die eer valt ten deel aan het uiterlijk van de zanger. Het aanzicht van de beste man doet je afvragen of je naar een alien, een vis of een vogel aan het kijken bent. Gezien de thema's waar de band over schrijft, mikt hij waarschijnlijk op de eerste optie. Bij zo'n extreem uiterlijk hoort ook een extreme podiumpresentatie maar deze blijft helaas uit. Het is dan ook niet makkelijk om voor een halfvolle zaal een festival te openen. (Constantijn)
Het Zwitserse Promethee maakt sinds 2008 een mix van metal en posthardcore en doet dat met verve. Dat de band steeds populairder wordt, blijkt uit hoe goed de zaal gevuld is als de heren hun set aftrappen. Direct vanaf het openingsnummer is het duidelijk dat de band is gekomen om de zaal te slopen. Tel bij deze rauwe live-energie een geweldig geluid en een goede lichtshow op en het feestje is compleet. Als de band na een half uur de set afsluit met persoonlijke favoriet The Great Deception kan voor mij de dag al niet meer stuk. (Constantijn)
Verderver is een van die bands die het lekker allemaal anders doet. Als je binnen komt lopen, vermoed je vanwege de corpse paint een potje black metal voorgeschoteld te krijgen. De verstokte blekkie in mij komt bedrogen uit. Er zit hier en daar wel een nootje black in, maar daar houdt het wel bij op; niet in de laatste plaats vanwege die drumcomputer. Genregrenzen? Ook nog nooit van gehoord. Laat ik het maar dancegrindgabber noemen. De manische zanger loopt ijsberend voor het podium langs en schreeuwt alsof zijn leven ervan afhangt. Ik weet nog even niet wat ik hier allemaal van moet denken. Dat is wel lekker. Verderver maakt indruk! (Wouter)
Dat veel mensen uitkijken naar het optreden van het Britse Aliases is vanaf het moment dat ik de zaal binnenkom duidelijk. Deze staat goed vol. Niet gek als je bedenkt dat dit de vijfde keer is dat de band op Euroblast staat. Een van de redenen hiervoor zal ongetwijfeld zijn dat dit de band is van gitarist Graham 'Pin' Pinney van het legendarische SikTh. De band begint enthousiast, maar ik word dit niet. De definitie in het gitaargeluid ontbreekt waardoor de notenpoeperij van beide gitaristen niet goed hoorbaar is. Daarnaast heeft zanger Joe Rosser volgens mij een enorme off-day. Zijn partijen stralen alles behalve kracht uit, terwijl dit juist wel de bedoeling is. Ik besluit dan ook maar snel de grote zaal te verlaten zodat ik een mooie plek vooraan bij het kleine podium kan bemachtigen voor de set van Carcer City. (Constantijn)
In de kelder onder de grote zaal van het Keulse poppodium Essigfabrik is het kleine podium te vinden. De kleine zaal is niet groot maar leent zich uitstekend voor een heel specifiek type band. Het type band dat floreert in een kleine zaal met een enthousiast publiek. Het type band dat deze kleine ruimte gebruikt om hun agressie te versterken door het tegen alle muren aan te laten ketsen. Het type band dat deze agressie en energie combineert met kneiterharde metalcore breakdowns. Het type band dat het uit Liverpool afkomstige Carcer City is. Wanneer zij om half 5 hun set beginnen, zijn de Britse bezoekers van het festival in groten getale aanwezig. De kelder barst bijna uit zijn voegen. De set die Carcer City ten gehore brengt, is de laatste zet die nodig is om het hele festival tot aan zijn fundamenten te laten schudden. Met nieuwe singles Sovereign en Infinite/Unknown in het arsenaal is de band in staat om zijn toch al uitstekende livereputatie nog verder op te blazen. Wat is dit een briljant optreden; zeker voor in de kleine zaal waar ik normaal niet zo weg van ben. (Constantijn)
Modern Day Babylon heeft te kampen met slecht geluid. Dat is het nadeel van de enorm goede geluidsinstallatie die Euroblast elk jaar weer heeft. Als het goed is, is het ook echt geweldig, maar als het dat niet is, is het ook cht niet fijn. De drums staan veel te hard, terwijl de samples nergens te horen zijn. Het is geweldig om dit Tsjechische trio weer aan het werk te zien, maar ze verdienen beter dan dit. Wat een miskleun; wat een enorme teleurstelling. (Wouter)
Dit jaar staat het hoofdpodium toch vooral vol met harde, technische deathbands. Het Noorse Shining tapt echter uit een ander vaatje. De combinatie van black metal en jazz wordt kracht bijgezet door de saxofoon van zanger Jrgen Munkeby. De heren zijn vandaag ook de eersten die het geluid goed voor elkaar hebben. En dat komt goed uit, want muziek die zo bol staat van noten, zou anders niet meer zijn dan een brij herrie. Maar nu, nu is elk detail hoorbaar. Van de saxsolo's tot de samples en keys. De band krijgt met zijn opgewekte partymuziek (voor zover die term van toepassing is op metal) de voeten met gemak van de vloer. Hoe complex de muziek ook is, Essigfabrik is verworden tot een springend stuiterfeestje. Nummers als Fisheye gaan er dan ook in als zoete koek. Het eerste hoogtepunt op het hoofdpodium is een feit. (Wouter)
Intronaut heeft in het begin te kampen met wat geluidsproblemen. Dat maakt de muziek lastig om te volgen. Maar de nerdmuziek komt al gauw beter over als de balans eenmaal hersteld is. Helaas is de zang niet al te sterk. Ik ken de band niet en het is dan ook moeilijk om te beoordelen of zanger Sacha Dunable misschien gewoon zijn dag niet had. Het klinkt in ieder geval erg overbodig. De band zou prima af kunnen zonder. Daar zijn de nummers sterk genoeg voor. (Wouter)
Het volgende optreden in de kleine zaal waar ik erg naar uitkijk, is dat van Sithu Aye. De optredens van deze in Schotland wonende gitaarvirtuoos stellen mij eigenlijk nooit teleur. De vrolijke deuntjes bovenop polyritmische metalriffs weten mij altijd goed te mutsen. Helaas is dat nu niet het geval. Ik sta rechts voor het podium en daar zijn juist de leadpartijen, die zo belangrijk zijn, eigenlijk amper te horen. Dan mag de podiumpresentatie nog zo enthousiast zijn (het plezier spat er werkelijk van af), maar zonder het bijbehorende geluid is er niet veel aan. Gemiste kans, want dat de muziek leuk is, twijfel ik nog steeds niet aan. (Constantijn)
Animals As Leaders heb ik nu al zo vaak gezien dat ik er een beetje verzadigd van raak. Kan dat? Ja, blijkbaar kan dat. Natuurlijk, Tosin Abasi speelt de sterren van de hemel, zonder meer. En ook die foutjes zien we door de vliegensvlugge vingers. Maar met een iets minder goed geluid komt het net even wat minder uit de verf. Drummer Matt Garstka staat echter voor in de mix en maakt eens temeer duidelijk dat Animals As Leaders niet (alleen) draait om twee vingervlugge gitaarpiraten (naast Tosin haalt ook Javier Reyes weer meesterlijke fretboardcapriolen uit). Nee, de drums vormen een wezenlijk onderdeel en dat maakte vanavond de meeste indruk. (Wouter)
Wie net als ik de openingsband gezien had maar ook het Zweedse Port Noir wilde zien, moest zijn geduld flink op de proef stellen. Pas tegen half n trapt de band af. Er is echter niets mis met hun populariteit, want het kleine zaaltje is toch nog behoorlijk gevuld. Nummers van beide albums worden hier en daar luidkeels meegebruld. Persoonlijk favoriet Black From The Ink en Anyway The Wind Carries maken mijn dag compleet. Ik kan, wil en moet nu naar bed. Oke, vooruit, nog een biertje om het af te leren. (Wouter)