De laatste jaren verschoof de sound al van Sabbathiaanse doom naar progressieve jarenzeventigrock. Het nieuwste werk gaat nog een stap verder. Er is nog wel sprake van raakvlakken met de seventies, maar de songs zijn veel gestroomlijnder. Nauwelijks nog King Crimson-achtige twists. Daarvoor in de plaats juist een move richting Genesis, Johnny Cash, Caravan en Camel. Je hoort ook wel gothic uit de jaren tachtig la The Cure en het toegankelijke eerste deel van Faith herinnert zelfs aan Jesus Doesn't Want Me For A Sunbeam.
De muziek is kalm en minimalistisch, de productie helder, kaal en helaas niet organisch. Het geheel klinkt stoffig, eerlijk en breekbaar, net als de stem van Kevin. Deze vormt het zwakste element op deze release. Hij klinkt erg onzeker en is niet toonvast. Toch past het wel in het plaatje van eenvoudige bas- en pianolijnen, simpele drumpartijen en gitaarakkoorden met hier en daar een keyboardmelodie erover. De release ademt eerlijkheid en is ondanks de lichtere benadering dan voorheen geen vrolijke aangelegenheid. De instrumentale secties, zoals in Fracture en het tweede deel van Faith zijn het sterkst.
In behoorlijk wat nummers zit er een twist. Zo is er een versnelling tijdens Fracture, waardoor het tweede deel steviger uitpakt dan het eerste. De ideen zijn aardig, maar niet bovengemiddeld. Hier en daar zijn ze voldoende uitgewerkt, maar de instrumenten lijken soms geen eenheid te vormen en staan hier en daar los van de vocalen. Het grootste kritiekpunt, de vocale prestatie, zal een reden voor velen een reden zijn om de plaat vroeg of laat af te zetten. Alhoewel het muzikaal gebodene niet slecht is, mag je The Shadow Stole The Dawn gerust in de platenbakken laten staan.
Tracklist:
1. Broken Arrow
2. Faith
3. Fracture
4. Tale Of The Drowning Man
5. The Bitter Wind
6. The River
7. The Shadows Stole The Dawn