In vergelijking met de voorganger zijn er wat dingen veranderd. De melodieuze metalformatie is gaan samenwerken met een ander label (Napalm Records) en een andere producer. Mike Plotnikoff heeft de bediening van de knoppen overgenomen van Chris Donaldson. Hij heeft de plaat van een kurkdroge productie voorzien. De heldere sound is behoorlijk wennen. Met name de drums klinken wat kunstmatig en doen daarmee afbreuk aan de beleving.
Het is met name Vicky Psarakis die de boventoon voert en indruk maakt. Ze heeft in vergelijking met Eye Of Providence veel meer haar vrijheid in de songwriting benut. Ze heeft The Wake zelfs geschreven op piano. Het symfonische intermezzo is vervolgens bewerkt door Igor, een bevriende arrangeur van producer Mike. Vicky laat haar vocale diversiteit gelden. De Amerikaanse met Grieks bloed wisselt vaak tussen screams en melodieuze zang. Dat pakt in de aangename en toegankelijke opener The Moment heel goed uit. In het hectische The Chain is haar bijdrage minder geslaagd. In The Anchor And The Sail experimenteert ze erg knap met een hoge zanglijn met een rauw randje. Iets dat je als luisteraar goed bijblijft, maar tegelijkertijd onder de fans als afknapper of een geweldige vondst bestempeld zal worden.
De heren laten ook van zich horen, maar doen dat minder imponerend dan voorheen. De hectiek van de eerdere platen is eigenlijk geheel verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor gestroomlijnde songwriting, hetgeen zich uit in eenvoudige riffs met een groovy sound. The Resurrection en The Trial bevatten gelukkig interessante Opethiaanse riffs, maar het aantal solo's op deze release is beperkt en veel ruimte voor muzikale hoogstandjes is er evenmin.
De toegankelijke tracks The Moment, The Ocean en het ijzersterk rockende The Hunt komen het meest overtuigend door de boxen. Vreemde eend in de bijt is The Raven Eyes. Dat begint met gitaargetokkel, een pianomelodie en ontwikkelt zich middels bijna jazz/blues-achtige zang tot een veelzijdige compositie en een zeer aangenaam uitstapje. Behalve deze hoogtepunten staan er ook aardig wat tracks tussen die ook na meerdere luisterbeurten niet opvallen of op een memorabel refrein na minder goed blijven hangen. Vermeldenswaardig zijn het aan David Bowie refererende, traag rockende The Man Who Fell To Earth en de aardige Hozier-cover Take Me To Church, twee tracks die de aandacht er goed bijhouden.
Five start derhalve goed, herpakt zich na een wat mindere fase met een overtuigend middendeel en golft daarna wat op en neer. Het is daarmee qua amusementsniveau geen consistente plaat. Debet aan de beleving is ook de productie die een emotionele connectie moeilijker maakt. Five is de meest toegankelijke release van The Agonist. Tegelijkertijd is er voldoende afwisseling, maar die gaat niet altijd gepaard met de gewenste muzikale inspiratie. Soms kabbelt het geheel maar wat voort en dan opeens is er weer een memorabele passage, maar niet in voldoende mate om er over de hele lengte een goed gevoel bij te hebben en een hoge score aan toe te kennen.
Tracklist:
1. The Moment
2. The Chain
3. The Anchor And The Sail
4. The Game
5. The Ocean
6. The Hunt
7. The Raven Eyes
8. The Wake
9. The Resurrection
10. The Villain
11. The Pursuit Of Emptiness
12. The Man Who Fell To Earth
13. The Trial
14. Take Me To Church (Hozier-cover) (bonustrack)