Laat ik met de positieve kanten beginnen. De plaat is voor de lol gemaakt en doet karaoke-achtig aan, dus je kunt er nauwelijks serieus op ingaan. Een ander positief aspect is dat het gitaarwerk goed verzorgd is, zoals te horen is in Genocide, Never Satisfied en Prowler. De twinleads klinken wat dun, maar zijn prima ingespeeld en doen daarmee recht aan de originele versies.
Verder valt er niets positiefs te melden, want het is werkelijk een gedrocht van een plaat. Het geheel klinkt zielloos en krachteloos. Het gitaarwerk staat te zacht in de niet-organische mix van Jesse Kirkbride en de ondermaatse cookiemonstervocalen van Chris Barnes liggen bovenop de muziek. Ze voeren helaas de boventoon en gaan al snel irriteren. Zelfs de cleane zang van Ray Alder (Fates Warning) in Invader delft het onderspit.
Met name de ongenspireerde, bij vlagen lachwekkende zang van Barnes beperkt het luisterplezier, maar ook de futloze productie zorgt ervoor dat je Graveyard Classics IV: The Number Of The Priest na een paar minuten luisteren weer afzet. Deze smerige bewerkingen zijn beslist geen klassiekers. Hier zou werkelijk iedereen zich van omdraaien in zijn of haar graf. Zwaar onvoldoende!
Tracklist:
Side A: Judas Priest
1. Night Crawler
2. Starbreaker
3. Genocide
4. Invader
5. Never Satisfied
Side B: Iron Maiden
6. Murders In The Rue Morgue
7. Prowler
8. Flash Of The Blade
9. The Evil That Men Do
10. Stranger In A Strange Land
11. Total Eclipse