Red Forest bouwt verder op het fundament van het eerdere werk, maar laat ook verschuivingen zien. Zo is de productie subtieler en minder direct. De muziek is uitgebalanceerder, meer opgebouwd rond een thema en atmosferischer van aard. Dat blijkt al direct vanaf de eerste tonen van Breath Of Life, een intro met een zware ondertoon en een zwevende lead eroverheen. Het vormt de opmaat voor The First Fire dat rustig begint, maar overgaat in een zwaar, ruig gedeelte. Zo val je van de ene emotie in de andere. Het ene moment zweef je met rustige, Floydiaanse tokkelpassages om het volgende moment in een wervelwind van rauwe sludgy powerchords te belanden. De contrasten zijn wat dat betreft groot, maar door de compositorische kwaliteiten klinkt het nergens geforceerd. Het vloeit mooi in elkaar over.
De plaat kent gedurende de eerste twintig minuten eigenlijk alleen maar hoogtepunten. Barren Lands Of The Modern Dinosaur is de terechte publieksfavoriet, gevolgd door het eveneens hoogstaande They Speak With Knives. Zelden heb ik post-rock gehoord die zo ver doordrong tot mijn gevoel. De subtiel zwevende leads in laatstgenoemde zijn al mooi, maar vooral de combinatie met de baslijn geeft een slechts zeldzaam gevenaarde trance-vibe. Zo subtiel, vol met gevoel en emotie. Prachtig! In Aleutian Clouds keert deze vibe weer enigszins terug, maar het tweede deel van het album weet mij toch iets minder te bekoren. Toch sluit het album groots af met When The Big Hand Buries The Twelve, waarin de Tool-invloeden nog even om de hoek komen kijken.
Samenvattend is Red Forest een buitengewoon sterke postrockplaat met veel hoogtepunten. Een atmosferischer en uitgebalanceerder geheel in vergelijking met het debuut. Een consistent geheel om bij weg te dromen. Dit belooft veel goeds voor de derde full-length die voor eind 2015 gepland staat.
Tracklist:
1. Breath Of Life
2. The First Fire
3. Barren Lands Of The Modern Dinosaur
4. They Speak With Knives
5. The Gift Of Two Rivers
6. Red Forest
7. Aleutian Clouds
8. Left To Rust And Rot
9. When The Big Hand Buries The Twelve