Het album opent een intro die zo van Epica afkomstig kon zijn. Dat is natuurlijk best ironisch, aangezien Epica de naam ontleent aan een Kamelot album. Daar houdt de vergelijking overigens niet op. De koorzang die te horen is klinkt ook alsof het bij die Nederlandse band vandaan komt. Dat is niet zo raar, want het koor bestaat uit mensen van de Gate studios, waar ook Epica vaste klant is. De hand van de producer is ook goed merkbaar in het gitaargeluid, wat bij Kamelot geleidelijk aan steeds meer op dat van die andere genoemde band is gaan lijken. Gelukkig zijn de songs van Kamelot wel anders, want Kamelot klinkt nog altijd als Kamelot. Misschien zelfs iets teveel.
Ach, wat zeur ik nou eigenlijk? Kamelot heeft al lang niet meer echt verrast, dus eigenlijk weet je al wat je krijgt op dit album. Men heeft het Kamelot-geluid nu echter wel tot in de puntjes uitgewerkt. De melodien zijn vet, maar helaas wel voorspelbaar. Wie enkele van de voorgaande albums heeft zal weinig verrassends horen. Maar hoe je het ook wendt of keert, het vakmanschap op dit album is hoog, want de muzikanten zijn stuk voor stuk van grote klasse. Geen noot staat verkeerd in deze nummers, want alles valt precies op z'n plek. Helaas is het daardoor dus ook juist zo voorspelbaar. Een kleine verandering zijn de vrouwelijke vocalen. Deze keer mag achtergrondzangeres Elize Ryd (Amaranthe) nu ook eens een beetje op de voorgrond treden; een rol die in het verleden enkele malen was weggelegd voor Simone Simons (jawel, van Epica). Ook zit er weer wat brutere zang in zoals Shagrath van Dimmu Borgir dat in het verleden al eens heeft toegevoegd. Nu komt het echter uit de keel van de lieftallige Alissa White-Gluz (The Agonist), die overigens ook in de videoclip van Sacrimony te zien is. Ondanks dat de bijdrage klein is, zijn de dames een genot om naar te luisteren, want ze klinken gewoon erg goed.
Natuurlijk klinkt ook Roy Khan weer goed als vanouds. Alleen heeft hij zich een ander kapsel en andere naam aangemeten. Het is namelijk echt onvoorstelbaar hoe dicht nieuwe zanger Tommy Karevik zijn voorganger Khan benadert. De klank en uitspraak is nagenoeg gelijk. En dat is gelijk ook een zwaktebod van dit album. Met Karevik heeft Kamelot dan wel een nieuwe zanger in huis gehaald die er voor zorgt dat Kamelot nog altijd als Kamelot klinkt. Het zorgt er ook voor dat dit album totaal niet verfrissend klinkt, wat iets is wat deze band nu juist wel nodig heeft. Als Karevik meer ruimte had gekregen om zijn eigen ding er in te leggen had het heel wat verrassender kunnen uitpakken. Nu is Silverthorn slechts een leuk Ravensburger-schilderij, verpakt als Kamelot-album.
Tracklist:
1. Manus Dei
2. Sacrimony (Angel Of Afterlife)
3. Ashes To Ashes
4. Torn
5. Song For Jolee
6. Veritas
7. My Confession
8. Silverthorn
9. Falling Like The Fahrenheit
10. Solitaire
11. Prodigal Son
12. Continuum