Het moet gezegd, het openingsnummer bevat veel elementen die doen terugdenken aan succesnummers uit vervlogen tijden. Na een bombastisch begin met de keyboards van echtgenoot Erik Norlander ontvouwt het nummer zich als een kameleon met veel stijl- en tempowisselingen. En ding is zeker: Lana's stem heeft niet geleden onder de vierjarige absentie aan het muziekfront. Met Maybe We'll Meet Again heeft La Lane een ijzersterke compositie neergezet, die zowel een potentile hit als briljant mag worden genoemd, lettend op de details die door de verschillende muzikanten worden uitgewerkt (fantastisch gitaarwerk!).
Het titelnummer heeft iets weg van het epische Queen Of The Ocean, met een prettig vleugje mystiek, waar het akoestische Hotels het dromerige rustpunt vormt van dit album. Oudgediende Neil Citron is overduidelijk herkenbaar met zijn karakteristieke gitaargeluid (veel gebruikmakend van zijn wah-wah pedalen)in Life Of The Party en Moon God, wat muzikaal neigt naar Lana's eerste albums maar waar de Cher-achtige stemvervorming van mij achterwege had mogen blijven. Het album wordt afgesloten met het meer dan elf minuten durende In Exile, een uitgesponnen showcase van prog, rock, jazz en alle mogelijke wisselingen die je je maar kunt voorstellen.
Een moment rust wordt de luisteraar niet gegund. Aan de ene kant hoor ik heel veel progressieve muziek, hier en daar rustige en harde rock, en aan de andere kant zijn de toevoegingen van jazz en latin een verrijking. Muzikaal gezien gebeurt er zo veel dat ik niet anders kan zeggen dan dat het een zeer goede cd is. Ik zou zeggen, luister zelf maar (zeker progfans, die hiervan zullen smullen) en vel uw oordeel.
Tracklist:
1. A Dream Full Of Fire
2. Maybe Well Meet Again
3. El Dorado
4. Darkness Falls
5. Hotels
6. Believe
7. Life Of The Party
8. Gone Are The Days
9. Moon God
10. In Exile