Mocht je het nog niet weten, Krux verschilt slechts in enkele opzichten van (het recente werk van) Candlemass. Natuurlijk ontkom je niet aan de bandnaam, maar is met name de keuze van zanger bepalend. Mats Levn en Leif Edling zijn dikke maatjes, want ze werkten ook al samen in Abstrakt Algebra en Jupiter Society. Verder krijg je precies dezelfde epische doom voorgeschoteld. De gelijkenis is zo groot dat je je afvraagt waarom Mats Levn nooit in Candlemass zelf gezongen heeft.
II opent in ieder geval sterk met het voor doombegrippen snelle Serpent. Ook het navolgende Devil Sun en Sea Of Doom zijn lekkere songs, maar het niveau van Serpent kom je helaas niet meer tegen. Waarschijnlijk pleeg ik heiligschennis, maar ik heb het vermoeden dat het te wijten is aan het kunnen van Mats. De acht klaagzangen die II telt, bieden weinig variatie. Hier en daar komen aparte gitaarsolos voorbij gevlogen en het orgelwerk (of wat hij dan ook uit zijn keyboard tovert) van Carl Westholm is prachtig, maar elk nummer lijkt precies hetzelfde tempo te hebben en precies dezelfde opbouw. Alles wijst erop dat II een haastklus was. Negen maanden later bracht Leif Edling tenslotte met Candlemass het sterke King Of The Grey Islands uit en had niemand het meer over Krux.
Zodoende is de tweede Krux geen wereldplaat. Naar mijn mening ligt dat aan het zangwerk van Mats Levn en het gebrek aan afwisseling. In dat geval hoor ik toch veel liever iemand als Robert Lowe. Mocht je nog onbekend met het doomgenre zijn, dan kun je beter beginnen met het werk van Candlemass, Trouble, Saint Vitus en Pentagram.
Tracklist:
1. Serpent
2. Devil Sun
3. Sea Of Doom
4. Lex Lucifero
5. Pirates
6. Depressive Strokes Of Indigo
7. Too Close To Evil
8. The Big Empty