Met Nattväsen bewijst de band echter (opnieuw) dat het met de kwaliteit wel degelijk goed zit. Sterker nog: Månegarm beroept zich niet op simplistische, Korpiklaani-achtige drankliederen (hoe fijn het ook is om dat soort nummers bij tijd en wijle uit volle borst mee te lallen), maar verweeft folk-invloeden met stoere, duister klinkende viking metal. Daardoor doet Månegarm tijdens prima in elkaar zittende nummers als Mina Fäders Hall en het statige, sfeervol aangeklede titelnummer meer denken aan het latere werk van Thyrfing en het oudere werk van Moonsorrow dan aan bovengenoemde partyband. Op sommige momenten nemen de folk-invloeden echter ook de overhand. Zo wordt het nummer Nattsjäl, Drömsjäl gedragen door een heerlijke, opzwepende vioollijn die zich gemoedelijk in het hoofd van de luisteraar weet te nestelen. In het algemeen zorgen de stuwende gitaarriffs en de woest bulderende grunt van Erik Grawsiö er echter wel voor dat de nummers niet te lieflijk over komen.
Een kniesoor zou Månegarm kunnen verwijten dat de band in herhaling valt en eigenlijk weinig nieuwe dingen laat horen. Daar staat echter tegenover dat de albums van deze band steeds beter gaan klinken. De nummers zitten compositorisch steeds beter in elkaar en komen door de prima productie ook goed uit de verf. Bovendien wisselt de band moeiteloos tussen melodieuze en woeste passages en zelfs sfeervolle melancholie (afsluiter Delling). Nattväsen is derhalve gewoon een erg geslaagd album geworden van een band die haar eigen niche binnen het folk/viking metalgenre heeft gevonden.
Tracklist:
1. Mina Fäders Hall
2. Nattsjäl, Drömsjäl
3. Bergagasten
4. I Den Svartaste Jord
5. Hraesvelg
6. Vetrarmegin
7. Draugen
8. Nattväsen
9. Delling