Het folk aspect wordt hier geheel achterwege gelaten en er is bijvoorbeeld ook geen fluit zoals op de vorige plaat. Het eerste nummer begint heel ingetogen met een akoestische gitaar, maar gaat al vrij snel over in een snelle en gave melodie: dit klinkt erg veelbelovend, alhoewel het wel iets is wat wel al tig malen eerder gehoord hebben. Minpuntje is dat de zang in dit nummer iets te zacht lijkt te staan ten opzichte van de instrumenten.
Het einde van het eerste nummer en het begin van het tweede nummer lopen rustig in elkaar over. Wederom een ingetogen gitaarpartij, die met donderende drums en elektrische gitaren weer steviger wordt. Waar hebben we dit eerder gehoord? En dat is precies het probleem met deze plaat: het lijkt allemaal op elkaar. De nummers hebben dezelfde opbouw; zo beginnen ze allemaal rustig met een akoestische gitaar en gaan ze verder met snelle gitaren, harde drums en een krijsende zanger die af en toe afgewisseld worden door rustige passages. Op zich aardig uitgevoerd, maar na het eerste nummer (dat tien minuten duurt) haak ik af en zijn de nummers II, III en IV zwaar overbodig. Leuk voor op de achtergrond, maar niet meer dan dat.
Tracklist:
1. I
2. II
3. III
4. IV